J.P. Guépin: Zoete Epigrammen
XII
Register

Adrianus VI, 1459-1523, paus vanaf 1522
Adriaan Florisz uit Utrecht had de kleine Karel V opgevoed en probeerde als paus de heidense weelde in Rome af te schaffen, wat hem kwalijk werd genomen. In zijn tijd viel Rhodos voor de Turken, wat nog erger was. Hij was tot Johannes Paulus XXIII de laatste barbaarse paus.

Alexander VI, paus Rodrigo Borgia, ca 1430-1503, paus vanaf 1492
Rodrigo Borgia was een Spanjaard, en neef van een Borgia paus. Hij verzamelde zoveel kerkelijke inkomsten dat hij in 1492 zelf tot paus gekozen werd. Zijn zoon Cesare was een berucht veroveraar, zijn dochter Lucrezia moeder van een van zijn talloze zonen. Hij wordt nu vooral herinnerd door de kamers in het Vaticaan die hij door Pinturicchio liet beschilderen.

Alfonso d’Este, 1476-1534
Alfonso was dol op artillerie, trouwde met Lucrezia Borgia en werd beschermer (of de baas) van Ariosto, toen die ruzie had gekregen met diens broer, kardinaal Ippolito.

Amalteo, Girolamo, 1509-1574
Uit: Trium fratrum Amaltheorum, Hiernonymi, Io. Baptistae, Cornelii, Carmina, Amsterdam 1689, p. 38. Girolamo Amalteo en Giambattista Amalteo (1525-1573) zijn twee van drie dichtende broers, de een werd medicus, de ander secretaris van Pius IV.

Anacreon uit Teos, 6e eeuw v. Chr.
Anacreon was liefdesdichter aan het hof van de trirannen van Samos en Athene.
Een serie erotische drinkliederen in een luchtige maat werd in 1556 door de eerste uitgever ervan, Henri Estienne, aan Anakreon zelf toegeschreven, maar ze worden nu van de echte onderscheiden door de naam Anacreontea. Ze zijn uit de derde eeuw vóór tot de tiende eeuw na, en werden erg populair; het eerst in Frankrijk, het land waar ze ontdekt waren, van daar in Duitsland.

Angeriano, Girolamo, ca 1470-1535
Girolamo Angeriano was de zoon van een hoveling in Napels. Hij was lid van de Accademia Pontaniana en trok zich al vroeg terug op zijn landgoed. Zijn Erotopaignion, hoewel wat stijf, werd vooral in Frankrijk bewonderd.

Anselmo, Georgio, 1470-1525
Uit: Epigrammata, Parma 1526, p. F. b ii
Georgius Anselmus Nepos is een drastisch dichter uit Parma.

Antipater van Sidon, 170-100.
Uit: AP VII, 713; IX, 231.
Dichter van Griekse epigrammen.

Argentarius, Marcus, ca 20 v. Chr.
Uit: AP V, 102.
Dichter van Griekse epigrammen.

Ariosto, Ludovico 1474-1533
Uit: L. Ariosto, Opere minori, ed. C. Segre, 1954, Rime, Capitoli, p. 184-185. Ook in Baldacci, Cinquecento, p. 202 e.v.
Ariosto dichtte aan het hof van de hertogen van Ferrara een epos in het Italiaans over de strijd tegen de mohammedanen ten tijde van Karel de Grote, dat de oorsprong van het geslacht Este verheerlijkte, maar hij schreef ook gedichten in het Latijn en komedies in het Italiaans.

Asclepiades van Samos, begin derde eeuw v. Chr.
Asclepiades was leraar van Theocritus en Callimachus, en is de uitvinder van het gevijlde liefdesepigram.

Augustus, Gaius Octavius, 63 voor Chr.-14 na Chr.
Augustus won de burgeroorlog en werd in feite de eerste keizer. Zijn clemente politiek na de overwinning omvatte ook een plan om intellectuelen voor zich te winnen door bevordering van poëzie. Met de uitvoering van deze propaganda was Maecenas belast. In deze cultuurpolitiek volgde Augustus Griekse tirannen en hellenistische koningen na. De propaganda had zoveel succes, dat latere kunstbeschermers zich graag als een Maecenas voordoen; koningen en keizers lieten zich graag een tweede Augustus noemen, en dichters hoopten op de terugkeer van net zo’n Gouden Tijd, klassiek bij uitstek.

Ausonius, vierde eeuw n. Chr.
Dichter en redenaar, geboren in Bordeaux, opgeklommen tot consul; hij was christen maar uitte zich heidens in zijn aardige poëzie.

Barbati Petronio, ?-ca 1550
Uit: F. Barbati, Rime ed. Ac. d. Rivingoriti, Foligno 1712, nr 26. Ook: L. Baldacci, Cinquecento, p. 433.
Barbati was een edelman en jurist uit Foligno. Hij schreef pastorale sonnetten in navolging van de Lusus Pastorales van Navagero, misschien iets eerder dan Varchi.

Beccadelli, Antonio 1394-1471
Uit: Quattrocento, p. 26.
Antonio Beccadelli, bijgenaamd Panormita omdat hij in Palermo geboren is, werd door de aanzienlijksten van zijn tijd geëerd vanwege zijn poëzie, die de obsceniteiten van Martialis overtrof. Zijn gedichten werden in 1824 uitgegeven met een uitsluitend uit de antieken geput commentaar door de teleurgestelde kantiaan C.Fr. Forberg; ze werden in het Duits vertaald en van een seksueel-wetenschappelijk commentaar voorzien in 1908, en tenslotte in 1986 in de DDR herdrukt met marxistische Anhänge.

Bellamy, Jacobus, 1757-1786
Uit: Gezangen mijner jeugd, ed. P.J. Puynsters, Zwolle z.j., p. 53
De jong gestorven Jacobus Bellamy begon als bakkersknecht en studeerde theologie in Utrecht; maar de poëzie trok hem meer.

Belleau, Remy, 1528-1577.
Uit: Oeuvres Poétiques, ed. G. Demerson e.v., 1995, I, Les petites inventions de 1556, p. 195-6.
Navolger van Ronsard, vertaler van Anacreontea en hofdichter.

Bembo,Pietro 1470-1547
Uit: P. Bembo, Carmina, Venetië 1552, p. 8-9. Ook: Carmina, RES, 1990, 415.
Bembo was Venetiaans Patriciër net als Navagero, purist in het Latijn en in het Italiaans. Hij was een elegante minnaar, onder andere van Lucrezia Borgia, tot hij in 1539 kardinaal werd. Hij schreef even volmaakt in het Latijn als in het Italiaans.

Béreau, Jacques, ca 1550
Uit: Gautier, Les Eglogues et aultres Oeuvres Poétiques, 1976, p. 146-147.
De familie van Jacques Béreau hoort tot de landadel van Poitou, waar hij zich vestigde als advocaat.

Bernardin de Saint Pierre, 1737-1814
Bernardin de St. Pierre was een volgeling van Rousseau en beschreef het idyllische leven van een liefdespaar dat in de Nieuwe Wereld een gelukkig en deugdzaam arm leven leidt, bevrijd van de vooroordelen van de Europese cultuur.

Bilderdijk, Willem, 1756-1831
Bilderdijk is een classicistisch dichter, als Foscolo, alleen was hij tegen de Franse revolutie, waardoor hij lang in ballingschap moest rondzwerven, tot hij zich de gunst vn Lodewijk Napoleon wist te verwerven. Later kreeg hij een jaargeld van koning Willem I, maar professor werd hij niet, daarvoor was hij te warrig. De poëzie is inspiratie. Hij vertaalde veel hellenistische poëzie, waaronder ’De Avondster’ van Bion.

Bionvan Smyrna, ca 100 v. Chr.
Uit: Bucolici Graeci, ed. A.S.F. Gow, Oxford 1952.
Bion is een Alexandrijns, mythologisch en pastoraal dichter uit de tweede eeuw voor Christus.

Boiardo, M.M., graaf van Scandiano, 1441-1494.
Boiardo, uit Ferrara, verhief het volksepos tot literair peil met zijn Orlando Innamorato, waar Ariosto het vervolg op schreef.

Boileau-Despríaux, Nicolas, 1636-1711
Boileau schreef vanuit een gevoel voor decorum kritiken op slechte dichters en prees de goede (Racine) met goede smaak. Lodewijk XIV gaf hem een jaargeld en een villa.

Borgia, Alexander VI

Borgia, Lucrezia, zie Lucrezia

Borso d’Este, eerste hertog van Modena, Reggio en Ferrara, 1413-1471
Borso werd in 1450 markies, en later hertog van Ferrara door de gunst van de paus. Ferrara was al onder zijn voorganger een centrum van humanisme. Borso was een bibliofiel, hij en zijn opvolgers onderhielden een flinke muziekkapel, onder leiding van Bourgondische componisten als J. Obrecht.

Bosch, Jeronimo de, 1740-1811
Jeronimo de Bosch had een sinecure als klerk op de secretarie van de gemeente Amsterdam gekregen, om de Griekse Antologie met de vertaling van De Groot uit te geven.

Bouhours, Dominique, 1632-1702
Bouhours was een jezuïet, en werd bekend door zijn ’manière de bien penser’.

Brantôme, Pierre de, 1539-1614
De heer van Brantôme was een militair en een reiziger, na 1574 hoveling aan het hof van Henri III en wijdde zich na een val van een paard aan zijn mémoires.

Brentano, Clemens von, 1778-1842
Uit: Werke, ed. W. Frühwald e.a., I, Gedichte 1795-1803, 1968, p. 24-25
Clemens von Brentano was een romantisch dichter, uitgever van Des Knaben Wünderhorn en dichter van de Lureley. Hij wilde het paradijs van de kindertijd weer terug, leerde de werkelijkheid van de conventies van de erotiek in zijn verliefdheden kennen, en werd extatisch katholiek door zijn eigen lyriek. Hij bracht zijn laatste levensjaren door aan het bed van een gestigmatiseerde non, wier visioenen hij optekende.

Buchananus, Georgius 1506-1582, Fratres Fraterrimi, uit: Poemata, Leiden 1628, p. 300.
George Buchanan is de grootste Schotse dichter, die van 1530-1560 leraar in Frankrijk was. Hij is bekend geworden door zijn Satires op de Franciscaner monniken, de Fratres Fraterrimi, de ‘allerbroederlijkste broeders’ (een typisch humanistisch mikpunt), door zijn psalmvertalingen, zijn leerdicht over de kosmos, door tragedies en een geschiedenis van Schotland.

Butler, Eliza Marian, 1883-na 1950
Eliza Butler was hoogleraar Duits in Cambridge. Ze publiceerde behalve haar boek over de griezelige invloed van het Griekse ideaal op Duitsers, ook over magie en Faust; ze schreef een autobiografie en een roman.

Callimachus, eerste helft van de derde eeuw voor Christus.
Uit: AP. VII, 453, 277, VI 146.
Callimachus is de typisch geleerde Alexandrijnse dichter, wiens poëzie de klassieke Griekse imiteert - zoals de Romeinse de Alexandrijnse en de Oudgriekse imiteert en zoals de neolatijnse de Romeinse, de Alexandrijnse en de Oudgriekse. Van zijn geleerdheid is in zijn epigrammen niets te merken.

Canova, Antonio, 1757-1822
Canova lijkt op het eerste gezicht een stijve, gladde classicistische beeldhouwer, maar zijn afwerking is fluwelig, zijn symmetrieën subliem, en zijn grafmonumenten pathetisch. Hij was geboren in Possagno (Treviso), waar hij begraven ligt in een door hem zelf ontworpen en betaalde kopie van het Pantheon.

Castiglione, Baldassare de, 1478-1529
Castiglione is bekend door zijn dialogen over de volmaakte hoveling, maar uitte zijn karakter ook in elegante Latijnse verzen.

Cato, Marcus Porcius, 234-149
Ouderwetse Romein die tegen de verwekende invloed van de Grieken was.

Catharina II, 1729-1796, keizerin van Rusland vanaf 1762
Catharina hervormde haar keizerrijk en verzamelde minnaars, filosofen en talloze kunstschatten voor de Hermitage, door grote verzamelingen te kopen.

Catullus Caius Valorius, ca 85-55
Caius Valerius Catullus volgde Alexandrijnse poëzie na, ook in epigrammen. Zijn liefdesgedichten op Lesbia maken nu een oprechte indruk, Lesbia bestond ook echt onder de naam Clodia. Hij is de uitvinder van de erotische paradox: de trouwe minnaar houdt van een ontrouw meisje. Hij verwarde daarmee de liefde voor een huwbare maagd met de verliefdheid op een onhuwbare slet. Zijn vermakelijke beuzelarijen in een imitatie van gesproken Latijn werden door de romantici als oprechte bekentenissen opgevat.

Charles I, 1600-1649 vanaf 1625 koning van Engeland, Schotland en Ierland.
Charles had een hang naar katholieke koningsdochters. Hij trouwde de dochter van Henri IV, en steunde de katholieken daarom half en half of in het geheim. Hij had ruzie met het parlement en dus geldgebrek voor zijn oorlogen met Spanje en Frankrijk, zodat hij zonder de steun van het parlement aan zijn geld probeerde te komen. Het parlement won en Charles werd als tiran onthoofd, en als martelaar vereerd.

Chénier, André Marie de, 1762-1794
Chénier ijverde voor de revolutie maar werd een paar dagen voor de val van Robespierre onthoofd (zie Verm. p. 143 e.v.). Zijn gedichten werden pas 25 jaar na zijn dood uitgegeven, en toen leek hij niet meer goed in te delen. Maar hij was hellenist, dat wil zeggen dat hij zich liever door Griekse poëzie dan door Romeinse liet inspireren, al lukte hem dat niet. Wel was hij een van de laatsten die de Griekse epigrammen echt kon waarderen.

Christina van Zweden, 1626-1689, koningin vanaf 1632
Christina was koningin van Zweden van 1632-1654 en regeerde vanaf 1644. Zij verzamelde boeken en geleerden aan haar hof, waaronder Hollanders als Nicolaas Heinsius; Hugo de Groot werd haar ambassadeur in Parijs. Ze deed in 1654 afstand van de troon omdat ze katholiek geworden was en werd daarom met veel feestelijkheden in Rome ontvangen.

Cicero, Mareus Tullius, 106-43 v. Chr.
Cicero was een politieke redenaar in de nadagen van de Romeinse Republiek. Toen zijn politieke carrière uitgespeeld leek, wijdde hij zijn otium aan de filosofie.

Collins, William, 1721-1759
William Collins was een dichter van sublieme Oden.

Corelli, Arcangelo, 1653-1713
Corelli was de eerste componist voor de viool, in sonates en concerti grossi.

Desportes, Philippe 1546-1606
Uit: Philippe Desportes, Divers amours et autres Oeuvres meslées, ed. V.E. Graham, Genève/Parijs 1963, p. 38-40.
Desportes was een retorisch dichter die tegen de neologismen was van de Pléiade. Hij was hofdichter van Henri III. Zijn imitaties uit Ariosto’s epos zijn niet zo goed gelukt als zijn vertaling van het capitolo.

Dorat, Chevallier, 1734-1780.
Uit: Dorat, Les Baisers (1770), herdruk Parijs 1880.
Chevalier Dorat (1734-1780) was een wat breedvoerig navolger van Janus Secundus, en ook galant librettist. Hij had de pech dat de illustraties bij zijn dichtbundels mooier werden gevonden dan de gedichten zelf.

Dousa, Janus, 1545-1604
Jan van der Does, heer van Noordwijk, studeerde in Parijs waar hij in aanraking kwam met de Franse humanisten en dichters van de Pléiade, die hem aanraadden een tweede Secundus te worden, wat hij deed door ook Basia te dichten. Hij was een held van het beleg van Leiden in 1574 en hoorde tot de oprichters van de Universiteit, die een humanistische instelling moest worden onder de aegis van Janus Secundus en Erasmus.

Du Bellay, Joachim du Bellay, 1522-1560
Uit: J. du Bellay, Divers Jeux Rustiques, ed. L. Saulnier, 1947 en Oeuvres poétiques, VII, Oeuvres latines; Poemata, Amores, 21.
Joachim du Bellay is één van de dichters van de Pléiade die, als ook Ronsard, in het Frans net zo mooi als in het Latijn en het Italiaans wilden dichten, maar dichtte desalniettemin ook in het Latijn, om zich internationale roem in Rome te verwerven, waar hij in dienst was geweest van zijn oom, de kardinaal.

Dullaart, H. 1636-1684
Uit: Hollantsche Parnas, 1660, (bloemlezing zie P.C.A. van Putte, Heijmen Dullaert, diss. Utrecht, 1978, pp. 296-298.
Godsdienstig dichter en vertaler uit het Frans. Als schilder was hij een leerling van Rembrandt. Zijn bewerking van een vertaling door Du Bellay van een epigram van Navagero is welluidend en warrig.

Eliot, T.S., 1888-1965
Thomas Stears Eliot stamde uit een aanzienlijke Amerikaanse familie en studeerde aan Havard en de Sorbonne en leefde sinds 1914 in Londen. Hij had een talent voor vrije verzen, waarin hij het fragmentarische karakter van de overblijfselen van de oude cultuur in de moderne wereld toonde, of het onvermogen om zoals vroeger te dichten, te tematiseerde, een beetje zoals zijn Amerikaanse vriend Ezra Pound het deed. Hij werd ouderwets christelijk.

Eratosthenes Scholasticus, ca 550 na Chr.
Uit: AP VI, 77.
Dichter van Griekse epigrammen.

Erinna, vierde eeuw v. Chr.
Uit: AP VII, 710.
Jong gestorven dichteres, die beroemd werd door haar klachten over de dood van haar jong gestorven vriendin.

Este, zie Borso, Niccolò, Ippolito, Alfonso.

Esterhazy, Joseph, 1714-1790
De prins bouwde een kasteel met een concertzaal voor 400 personen. Haydn was zijn kapelmeester.

Estienne, Henri, 1528-1598
De familie Estienne (Stephanus) bestond uit adellijke drukkers en filologen. Henri ontdekte de Anacreontea, maar stelde ook een enorm Grieks woordenboek samen.

Farnese, Alessandro, 1520-1589
Er zijn veel Alessandro’s in de familie Farnese, deze is een neef van paus Paulus III. Hij was een groot verzamelaar van beneficies. In 1539 was hij ambassadeur voor zijn oom aan het hof van Karel V in Spanje. Hij was een groot beschermer van de kunsten, en liet tussen 1530 en 1546 het Palazzo Farnese bouwen door Da Sangallo en Michelangelo. Hij zat bij het laatste ziekbed van Molza.

Feth, Rhijnvis, 1753-1824
Deze onuitstaanbaar sentimentele dichter op rijm en in proza heeft het, net als Hölty, vaak over de eerste kus in een locus amoenus á la Gessner, dat een heiligdom wordt. Ook wijdt hij een gedicht aan een ’schomlend boschje’ waar de eerste kus gegeven werd, maar helaas, Fanny is dood!

Ficino, Marsilio, 1433-1499.
Ficino was als ascetisch neoplatoons filosoof de kern van de Academie in Florence, in de tijd van Lorenzo de Prachtlievende. Hij vertaalde Plato en de platonici in het Latijn en schreef een commentaar op het Symposium.

Filips II, 1527-1598, koning van Spanje na 1555
Filips resideerde van 1555 tot 1559 in de Nederlanden. In die tijd ging de staat bankroet, wat het begin van het bankroet van zijn bankier Fugger betekende.

Flaminio, Marcantonio, 1498-1550
Uit: M.A. Flaminius, Carmina ed. M. Scorsone RES 1993, II 2, III 29, 9, III 14.
Flaminio was een vrijzinnig en gelovig mens aan het ernstige hof van Ghiberti. Zijn eerste gedichten werden al in 1515 gepubliceerd. Hij vond, samen met vrienden als Navagero en Bembo, de Lusus Pastorales uit.

Flaubert, Gustave, 1821-1880
Flaubert was een romanschrijver die de kleinzieligheid van de bourgeoisie haatte, en de valse romantische gevoelens van Madame Bovary (1857) half bewonderde.

Fleming, Paul, 1609-1640.
Uit: Paul Flemings Deutsche Gedichte, ed. J.M. Lappenberg, 1865 (1965) I, Sonnetten IV, 30, 68, 90, 91.
Fleming dichtte in het Latijn en het Duits even slecht in de trant van Heinsius. Hij vertaalde een paar Erotopaignia van De Groot. Hij was gekroond tot keizerlijk poeta laureatus in 1632.

Foscolo, Ugo, 1778-1827
Uit: Tutte le poesis Minori, ed. Chiarini, 1904 (op internet: Progetto Foscolo).
Ugo Foscolo is op het ionische eiland Zante geboren, dat toen Venetiaans was. Toen zijn vader stierf ging het berooide gezin naar Venetië. Hij vierde de bevrijding van Venetië met een Ode aan Napoleon, maar toen de Fransen direct daarna Venetië aan Oostenrijk afstonden, wist Foscolo zich geen raad meer met zijn patriotisme.
Nu eens vocht hij als hoge officier aan de zijde van Napoleon, dan weer was hij professor welsprekendheid in Pavia. Hij had een talent om op de vrouw of de dochter van zijn weldoeners verliefd te worden, of scherpe satires te schrijven op zijn collega’s. Tenslotte vluchtte hij naar Zwitserland en Engeland, waar hij in zijn laatste jaren gesteund werd - tot zijn schaamte - door een onechte dochter die een kapitaaltje geërfd had.
Hij schreef een Wertheriaanse roman, een serie Sepolcri waarin hij patriotten herdenkt, en een studie over Dante waarin hij hem als nationale dichter eert.

Fracastoro, Girolamo, 1478-1553
Uit: Opera, Lyon 1591, II, Carm. p. 69, ook: Toscanus, Carm. Ill. II, p. 49.
Fracastoro stamt uit een aanzienlijke familie uit Verona, en was bevriend met Navagero, aan wiens nagedachtenis hij een dialoog over de volmaakte poëzie wijdde. Hij is bekend door zijn didactisch epos Syphilis, over de sinistere herder aan wie de ziekte zijn naam ontleent. Hij was ook een kundig astronoom.

Fugger, Johann Jacob, 1516-1576
Johann Jacob Fugger is de meest erudiete van de schatrijke bankiersfamilie. Hij had gestudeerd en meer dan 12.000 boeken verzameld. Het handelshuis ging in 1564 bankroet omdat Filips II zijn schulden niet meer kon betalen.

Fuerstenberg, Ferdinand, 1626-1683, prins bisschop van Paderborn
De prins en bisschop dichtte zelf in het Latijn, maar onderhield relaties met dichters, ook protestantse als Nicolaus Heinsius, Francius, Huygens, die elkaar wederkerig prezen. Hij was een liefhebber van Paderborner bier en bibliofiel.

Gallus, Gaius Cornelius, 69-26.
Gallus was een aanzienlijk Romein, die de liefdeselegie in Rome heeft geïntroduceerd. Zijn gedichten zijn grotendeels verloren gegaan.

Geel, Chr. van, 1917-1974
Chris van Geel was een surrealist, en dus hebben zijn gedichten een diepere betekenis. Maar op het eerste gezicht zijn het beschrijvingen van iets opvallends in de natuur, en ze lijken daarom op Griekse epigrammen.

Gessner, Salomon, 1730-1788
Salomon Gessner was een Zwitser, die in het zelfgenoegzame leven van de vrije Zwitserse boerenstand het ideaal van een idyllische samenleving ontwaardde. Zijn werken werden in alle Europese talen vertaald.
Hij was boekhandelaar en firmant van een porceleinfabriek. Hij legde zich ook toe op het schilderen van landschappen naar Nederlandse voorbeelden.

Ghiberti, Gian Matteo, 1495-1543, bisschop van Verona in 1524.
Ghiberti was bevriend met de pausen Leo X en zijn opvolger Clemens VII. Hij was vroom en hervormingsgezind.

Godard, Jean, 1564-1630
Uit: Les loisirs de Jean Godard, 1606, en: G. Mathieu-Castellani, Eros Baroque, 1975, p. 218.
Jean Godard was een middelmatig dichter uit Parijs, raadsheer van de koning en rechter.

Goethe, Johann Wolfgang von, 1749-1832
Goethe was sinds 1776 in dienst van de hertog van Weimar. Alleen over Shakespeare is misschien meer geschreven, maar over Goethe toch voornamelijk door Duitsers, zijn verzamelde werken herhaaldelijk hebben uitgegeven.
Na de Franse revolutie keerde hij zich af van de politiek en, als meer Duitsers, wendde hij zich tot de wereld van de Geest. Zijn Werther (1774) gaat over een jongeman die niet op kan tegen de maatschappij, zijn Tasso (1790) over een genie dat ten onder gaat door de plichten van het hof.

Gournay, Marie de Jars de, 1565-1645.
Mademoiselle de Gournay was een bewonderaarster van Montaigne gebleven in een tijd dat de nieuw klassieke dichters de geestige Martialis verkozen boven ’soupe à la grecque’.

Grisel, Jean, 1567-1622
Uit: G. Matthieu-Catellani Eros Baroque, p. 219.
Jean Grisel is een vergeten dichter uit Rouen, zijn enige bundel kwam uit in 1599.

Grotius, Hugo, 1583-1645
Uit: E. Rabbie, ed. The Poetry of Hugo Grotius, II, 4, 1992
Hugo de Groot was een wonderkind, net als zijn jaargenoot in Leiden Daniël Heinsius. Hij schreef in 1608 ter gelegenheid van zijn verloving en huwelijk met Maria van Reigersbergen een bundel erotopaignia. Hij zag kans in een jaar tijds de hele Planudea in Latijnse verzen over te zetten.
Hij is wereldberoemd geworden door zijn verhandelingen over het natuurrecht, maar ook door zijn verdediging van het vrijzinnig calvinistische standpunt. Hij werd daarvoor op slot Loevestein gevangen gezet, waaruit hij ontsnapte in de boekenkist, met hulp van zijn kordate vrouw. Hij werd ambassadeur van koningin Christina van Zweden in Parijs.

Grudius, zie onder Nicolai

Guidiccioni, Giovanni 1500-1541
Uit: L. Baldacci, Cinquecento, 1975, p 376, nr. 1.
Guidiccioni was bisschop en politicus onder Paulus IV, hij schreef ook politieke sonnetten.

Hadrianus, Publius Aelius, 76-138
Hadrianus was een goede keizer, die dus voornamelijk op reis was. Hij bevorderde de Griekse cultuur en er is een gedichtje over zijn zieltje van hem bekend.

Haller, Albrecht von, 1708-1770
Von Haller was een vooraanstaand Zwitser, hoogleraar medicijnen en dichter van Versuch Schweizerischen Gedichten, waarin hij de sublieme natuur van het hooggebergte tegenover de beschaving stelde. Hij was bevriend met zijn landgenoot Gessner.

Hanlo, Jan, 1912-1969
Jan Hanlo is de martelaar van de pederastie; hij werd in een katholieke kliniek gecastreerd, met het gevolg dat hij zich liet nemen, onder andere door een beestachtig Marokkaaans jongetje, dat hij volgens de Griekse zeden wilde opvoeden. Hij is een sublieme zeur. Hij kwam om door zijn roekloos motorrijden.

Harduwijn, Justus de 1582-1636
Uit: Justus de Harduwijn, De Weerliicke Liefden tot Roose-Mond (1613), ed. O. Dambre, Culemborg 1978.
Harduwijn debuteerde als student met liefdesgedichten in de trant van de Pléiade, maar sloeg later als pastoor van Oudegem andere tonen aan, zij het nog steeds in dezelfde trant.

Haydn, Franz Joseph, 1732-1809
Joseph Haydn, een goedmoedige en een beetje volkse Oostenrijker, was kapelmeester aan het hof van de Hongaarse familie Esterházy.

Heinsius, 1580-1655
Uit: D. Heinsius, Poëmata, Amsterdam 16495, Monobiblos EL. 3.
Heinsius gaf al sinds 1602 college in Leiden. In dat jaar publiceerde hij zijn tragedie over de moord op Willem van Oranje. Hij was bevriend met Hugo de Groot. Heinsius was een geïnspireerd dichter in het Latijn, maar hij wilde ook de ’Nederduytse Poëzie’ veredelen.

Henri III, 1551-1589, Koning van Frankrijk vanaf 1575.
Henri werd in 1575 door de Poolse edellieden tot koning gekozen, maar kwam zo vlug mogelijk terug om koning van Frankrijk te worden. Hij streed tegen de protestanten, maar ook tegen de ultra katholieken en werd, na de leiders ervan geëxecuteerd te hebben, door een monnik vermoord. Hij was omringd door favoriete jongetjes: ’mignons’.

Henri IV, 1553-1610, Koning van Navarra sinds 1572, van Frankrijk sinds 1589.
Henri was eerst de leider van de protestanten, en op zijn huwelijk met een katholieke prinses volgde de Bartholomeusnacht. Henri bleef de katholieke partij beoorlogen, maar bekeerde zich en werd in 1594 gekroond. In 1598 vaardigde hij het Edict van Nantes uit, dat de protestanten enige vrijheid gaf.

Herder, Johann Gottfried, 1744-1803
Herder was de geleerdste van de dichters van ’Sturm und Drang’. Hij vertaalde de Anthologie, die hij als volkspoëzie beschouwde, waar hij dol op was.

Hölty, Ludwig, 1748-1716
Uit: Gedichte (Projekt Gutenberg-DE)
Hölty schreef stemmingsgedichten, onder andere over de emoties van de eerste kus. Ze werden vaak op muziek gezet, door Schubert of Brahms bij voorbeeld. Zijn ’Jongenskiel’ is nog algemeen bekend, en ook het door Staring vertaalde ’Sickeln schallen, Aehren fallen’.

Hoeufft, J.H. 1756-1843
Uit: J.H. Hoeufftius, Carmina, Breda 1805, nrs 69.
Hoeufft, uit een aanzienlijke Dordtse familie, staat aan het eind van de traditie van Latijnse poëzie in Nederland.

Hooft, P.C. 1581-1647
Hooft werd gevormd door een Italiaanse reis en was als drossaard van Muiden gastheer van de Muiderkring, die door zijn elitair karakter wel wat op een Italiaanse Academie leek.

Hoogstraten, David Fransz van, 1658-1724
David van Hoogstraten gaf les aan de Latijnse school in Amsterdam, schreef gedichten in het Latijn en het Nederlands, trachtte het Nederlands te zuiveren, en deed dat met de gedichten van Dullaert, die hij uitgaf.

Horatius Flaccus, Quintius 65-8.
Horatius imiteerde het beste van de Griekse kunst in een gematigde uitvoering: de satires van Archilochus, of de oden van Sappho en Alcaeus. Daarnaast schreef hij ook gedichten die beschaafde conversatie nabootsen, Sermones, in een Romeinse traditie.

Hume, David, 1711-1776
David Hume was een filosoof, historicus en econoom, op zoek naar een analyse van de menselijke geest en invloed er op van de omstandigheden.

Huygens, Constantijn, 1596-1687
Huygens was secretaris van de Oranjes en een vernuftig dichter, ook als het alledaagse onderwerpen betrof.

Hypnerotomachia Poliphili, Aldus, Venetië 1499, an. (Francesco Colonna)
De Hypnerotomachia een ’liefdesstrijd in een droom’ is een rijk met houtsnedes versierd boek, geschreven in een woordenrijke, half Italiaans half Latijnse taal, dat de initiatie van een jong paar beschrijft in de mysteriën van de Venere Physizoa, Venus die de hele natuur voortbrengt. Die initiatie is het huwelijk, dat de seksuele driften kanaliseert.

Ippolito de’ Medici, ? - 1534
Ippolito was een bastaard van de Medici-familie, kardinaal en werd door zijn neef Alessandro de’ Medici die de republiek Florence bestuurde vergiftigd. Hij was de patroon van Molza.

Ippolito d’Este, 1479-1520
Ippolito was al heel jong kardinaal en groeide op aan het hof van de Borgia paus Alexander VI. Ariosto was bij hem in dienst, maar wilde niet mee naar Hongarije, toen Ippolito daar zijn bisdom wilde bezoeken. Zijn broer, hertog Alfonso, nam Ariosto toen over, ook al niet tot diens tevredenheid.

Joseph II, 1741-1790, Duits Keizer van 1765-1790
Joseph II was een revolutionair op de troon, die vóór de Franse revolutie al erfelijke privileges en kloosters wilde opheffen, en vrijheid van godsdienst wilde instellen. Hij zette zijn hervormingen door als absolute vorst over onsamenhangende bezittingen van de Zuidelijke Nederlanden tot Hongarije. Er kwam dus niet veel van terecht. Metastasio was zijn hofdichter.

Julius II, 1443-1513
Giuliano della Rovere was paus vanaf 1503, schiep een sterke kerkelijk staat, en was opdrachtgever van Rafaël en Michelangelo.

Karel de Grote, ca 742-814, vanaf 768 koning der Franken, vanaf 794 koning der Longobarden en vanaf 800 Rooms Keizer.
Karel de Grote regeerde over een soort Verenigd Europa, en probeerde als beschermer van het Roomskatholicisme de heidense Saksen in het Noord-Oosten en de Sarracenen in Spanje te verslaan. De laatste strijd werd verheven door de Karolingische epiek, waar Ariosto’s Orlando Furioso een kunstige uitloper van is.
Hij centraliseerde de rechtspraak en bevorderde een Latijnse hofcultuur, die de Karolingische Renaissance heet, omdat de Gouden Eeuw van Augustus er in herleefde.

Karel V, 1500-1558, hertog van Bourgondië, koning van Spanje en keizer van Duitsland.
Karel V deed in 1556 afstand van de troon van Spanje en de Nederlanden.
Hij maakte van de Noord-Nederlandse gewesten een nog steeds bestaande eenheid. Hij kon zijn oorlogen tegen François I van Frankrijk en tegen de protestantse vorstendommen in Duitsland niet winnen of verliezen, en ook zijn kettervervolgingen in Nederland hadden geen succen. Hij reisde zijn leven lang rond door Spanje, Duitsland en de Nederlanden.

Keats, J., 1795-1821
Uit: The Poems of John Keats, 1970, nr. 130.
Keats schreef zijn beroemdste gedichten tussen september 1818 en september 1819.

Leo X, 1475-2521, paus vanaf 1513
Giovanni dei’ Medici was de tweede zoon van Lorenzo en werd dus voor de kerk bestemd. Hij werd opgevoed door humanisten als Ficino en Poliziano en studeerde theologie in Pisa. Op zijn dertiende werd hij kardinaal. Hij leefde van zijn kerkelijke inkomsten. Ook toen hij nog geen paus was gaf hij veel geld uit voor de kunsten: muziek, toneel, de grollen van hofnarren, pozie, en beeldende kunsten en leidde hij een vrolijk leven; het geld raakte dus op. Tijdens zijn regering publiceerde Luther zijn protesten tegen de verkwisting van de pausen.

Lairesse, Gerard de, 1641-1711
Lairesse was een schilder in de Franse classicistische trant, werd blind in 1690 en schreef theoretische werken.

Lamartine, Louis-Alphonse Prat de, 1790-1869
Uit: Nouvelles Méditations Poétiques, 1892, p. 16-22. Zie ook Verm. p. 238.
Lamartine was een liberaal politicus. Zijn sonore poëtische mijmeringen zijn religieus gekleurd.

Leopold, J.H. 1865-1925
Leopold was een goed filoloog, leraar aan het Erasmianum, en dichter van klankrijke en kwijnende stemmingsverzen.

Lodewijk XIV, 1638-1715, koning van Frankrijk vanaf 1643.
Lodewijk XIV centraliseerde het land en putte het uit door oorlogen. De stijl van zijn hofhouding en van de door hem bevorderde kunst werd voorbeeldig voor heel Europa.

Lorenzo de’ Medici, 1449-1492
Lorenzo bevorderde de poëzie en de platoonse filosofie, die beter met de behoefte van de hoveling stroken dan de retorica. Hijzelf dichtte ernstig en mooi, zij het dat zijn extase misschien niet zo diep ging als Ficino dacht.

Lotichius, Petrus 1528-1560
Uit: P. Lotichius Secundus, Poëmata Omnia, ed. P. Burmannus Secundus, Amsterdam 1754.
Lotichius Secundus studeerde in het protestantse Wittenberg, daarna in Italië; hij werd hoogleraar medicijnen in Heidelberg. Hij vocht tegen de katholieken van Karel V bij het beleg van Maagdenburg.

Lucilius, 60 na Chr.
Uit: AP XI, 89.
Romeins dichter van Griekse epigrammen.

Lucretius Carus, Titus, 94-35
Lucretius schreef een hartstochtelijk leerdicht in ruw en nadrukkelijk Latijn over een onpoëtisch onderwerp: de materialistische natuurkunde van Epicurus. Maar in de eerste 49 verzen bezingt hij de kosmische creativiteit van de almoeder Venus.

Lucrezia, Borgia, hertogin van Ferrara, 1480-1519
Lucrezia was de dochter van de paus Alexander en de moeder van een van zijn zonen. Haar vader liet haar vier keer trouwen om dynastieke redenen, maar ze wist haar aanzien als hertogin van Ferrara te verhogen.

Ludwig II, 1845-1886, koning van Beieren vanaf 1863
De koning verloor alle belangstelling voor politiek en transformeerde zijn dromen in werkelijkheid door het bouwen van sprookjeskastelen en het laten ensceneren van de mythische opera’s van Wagner. De wetenschap verklaarde hem krankzinnig.

Malherbe, François de, 1555-1628
Malherbe is de eerste klassieke dichter, en dat wil in Frankrijk zeggen dat hij retoriek en pointe verkoos boven het honingzoete van het Griekse epigram.

Mantuanus, Baptista, 1447-1516
Battista Spagnoli werd beroemd door zijn stichtelijke pastorales, die tot in de achttiende eeuw op school werden gelezen.

Marcellus, 42-23
Marcellus was de zoon van een zuster van Augustus. Hij zou zijn opvolger worden, maar stierf te jong.

Marie Antoinette, 1755-1793, koningin vanaf 1774
Marie Antoinette was een Weense keizersdochter. Ze liet op het terrein van Versailles een dorpje bouwen met huisjes in Normandische stijl, waar ze een eenvoudig landleven speelde.
In 1789 werd de koningsfamilie gedwongen in Parijs te wonen, de familie zocht hulp in het buitenland en werd daarom gevangen gezet. In 1793 werden koning en koningin onthoofd.

Marino, Giambattista 1569-1625
Uit: G. Marino, Rime, 1609.
Marino stamt uit Napels; hij schreef zijn epos Adone gedeeltelijk in Frankrijk. Zijn gedichten maken een gekunstelde indruk.

Marius, zie onder Nicolai

Martialis, Marcus Valerius, 40-104.
Martialis schreef epigrammen met een clou, soms obsceen, steeds onaardig, en hield niet van Griekse zoetigheid. Zijn poëzie werd net als die van Statius verworpen door Italiaanse puristen als Navagero, en door de Pléiadedichters, maar door de Franse klassieke dichters vanwege haar gevatheid bewonderd.

Marullo, Michele, 1453-1500
Marullo is in Constantinopel geboren in het jaar van de inname door de Turken. Zijn familie vlucht naar Italië, hij krijgt een goede opleiding en wordt soldaat. In Florence trouwt hij met zijn geleerde geliefde Alessandra Sala, die zijn liefdesgedichten kon lezen. Hij kiest vaak de opstandige partij.
Behalve epigrammen heeft hij zijn Hymni Naturales gedicht, waarin hij natuurkrachten en abstracties bezingt, waaronder ook de kosmische Venus.

Medici-familie
De Medici begonnen als bankiers van de kerk en breidden hun investeringen uit over heel Europa. Cosimo werd de ’principe’ della repubblica’ Hij was de patroon van de vroege renaissancekunst in Florence. Zijn kleinzoon Lorenzo 1449-1492 leefde al als een prins. Hij dichtte in het Italiaans. Zijn tweede zoon werd Paus Leo X.
Alessandro (1510-1537) regeerde als een tiran en liet Ippolito, de patroon van Molza, vermoorden. Hij werd hertog en trouwde met de onwettige dochter van Keizer Karel V, Margareta van Parma. Hij werd vermoord, en opgevolgd door leden van de jongere tak, die met de titel van groothertog van Toscande gingen pralen.

Meleager, 130-60
Uit: AP VII 476; V 182, 147.
Meleager is een bloemrijk dichter en samensteller van de eerste kern van de Griekse Anthologie, die hij onder de titel ’Krans’ uitgaf.

Metastasio, Pietro, 1698-1782
Sonnet 25
Metastasio heette eigenlijk Trapassi. Hij was keizerlijke poeta laureatus in Wenen en is bekend als librettist van talloze opera’s, die op muziek gezet werden door talloze componisten.

Mnasalces, ca 250 v. Chr.
Een dichter van Griekse epigrammen uit het midden van de vierde eeuw v.Chr.

Modoinus, ca 780-ca 840
Modoinus hoort tot de tweede generatie van de intellectuelen van de karolingische renaissance. Hij prees de keizer in herderlijke vermomming.

Molza, Francesco Maria 1489-1544
Uit: Delle poesie volgari e latine di Francesco MariMolza ..., ed. P. Serassi, 1747, p. 163, en voor het Latijn: Elegiae et Alia, ed. M. Scorsone e R. Scolano, RES 1999, nrs 8,7.
Molza was een altijd verliefde dichter die aan de syphilis stierf. Hij dichtte pastorales in het Italiaans en in het Latijn.

Montaigne, Michel Eyquem de, 1533-1592
Montaigne leerde eerst Latijn en later Frans. Hij schreef zijn essais als nieuwsgierig mens zonder vooroordelen en met de twijfel als uitgangspunt en zijn lectuur als basis. In 1571 trok hij zich terug op zijn kasteel, om zich daar, ongehinderd door de godsdienstoorlogen, aan de letteren te wijden, maar hij eindigde als burgemeester van Bordeaux. Mlle de Gournay publiceerde zijn nagelaten Essais.

Mozart, Wolfgang Amadeus, 1756-1791
Wolfgang Amadeus Mozart reisde onder leiding van zijn vader als wonderkind Europa rond, hij had de rang van lakei bij de bisschop van zijn geboortestad Salzburg, maar had meer succes met zijn opera’s, vooral als hij Lorenzo del Ponte als librettist had (Figaro, Don Giovanni en Così fan Tutte). Zijn muziek is de vervolmaking van die van Haydn.

Müller, Wilhelm, 1794-1827
Uit: Die Winterreise, 19.
Wilhelm Müller (Griechenmueller) studeerde oude talen in Berlijn. Zijn schijnbaar onschuldige vaderlandse gedichten bevatten liberale kritiek op Duitse regeringen, maar werden wel beloond door de Hertog von An- halt-Dessau met een idyllische woning. Zijn liederen werden door wel 250 compnisten getoonzet.

Myron, 5e eeuw v.Chr.
Myron is een beeldhouwer uit de gouden klassieke eeuw, en nu alleen nog bekend dankzij kopieën, van de Discuswerper bijvoorbeeld.
Er bestaan veel epigrammen over een koe, een wijgeschenk op de acropolis van Athene, die zo goed gemaakt was dat iedereen dacht dat hij echt was, zelfs kalveren.

Navagero Andrea, 1483-1529
Uit: Giovanni Cotta, Andrea Navagero, Carmina, ed. RES 1991, Lusus 13, 22, 12, 2, 6.
Andreas Naugerius was een Venetiaans patriciër, ambassadeur aan het hof van Karel V in Spanje, toen Castiglione daar ambassadeur van de paus was. Hij was een purist die het laat Latijn van Martialis en Statius verafschuwde. Hij schreef net als Flaminio Lusus Pastorales en net als Bembo een geschiedenis van Venetië, maar maakte hem niet af. Hij stierf plotseling, 40 jaar oud, op een missie aan het hof van de koning van Frankrijk François I, die hem een staatsbegrafenis gaf.

Nicolai, Hadrianus Marius, 1509-1568
Uit: DDB, 6.6.2
Marius is in Mechelen geboren, hij studeerde met zijn broer Secundus rechten in Bourges, en volgde een juridisch-bestuurlijke carrière, die culmineerde in het kanselierschap van Gelderland, en, helaas, het lidmaatschap van Alva’s Raad van Beroerten. Hij dichtte meer uit liefhebberij dan uit allesomvattende ambitie als zijn twee dichtende broers.

Nicolai, Nicolaus Grudius, 1504-1570
Grudius trouwde met een Haags meisje Cobel en werd in 1532 secretaris van Granvelle, de minister van Nederlandse zaken onder Karel V. Hij moest mee naar Spanje, waar zijn broer Janus Secundus Nicolai zich op de bonnefooi bij hem aansloot.
Zijn vrouw stierf in 1534; terug in Nederland werd Grudius inner van de belastingen (de beden) van Brabant. Hij hield het geïnde geld voor zich zelf, dat hij in een mislukte inpoldering van de Zijpe in Noord Holland stak, en dat hij nodig had om de royale levensstijl te bekostigen die bij een dichter past. Hij moest voor zijn schuldeisers vluchten en stierf in Venetië.
Zijn dichterroem is niet onder de schaduw van Janus Secundus weg gekomen.

Nicolai, Ioannes (Janus) Secundus 1511-1536
Uit: Ioannes Nicolaï Secundus, Opera Omnia, met noten van P. Burmannes Secundus en P. Bosscha, Leiden 1821, en: DDB 1.3.8, 1.3.9, 1.3.10.
Janus Secundus, broer van Grudius en van Marius is in Den Haag geboren, waar zijn vader president was van het Hof van Holland. Secundus verhuisde mee naar Mechelen, toen zijn vader daar President van de Grote Raad werd. Hij ontmoette in mei 1530 de prostituée Julia, waar hij een cultus van liefdeselegieën omheen bouwde. Zij trouwde begin 1531, en Secundus schrijft dan drie herdenkingselegieën in mei 1532, 1533 en in 1534, toen hij met het hof in Spanje rondreisde in de hoop op een baan, in gezelschap van Grudius. Hij werd tenslotte secretaris van de aartsbisschop van Spanje. Hij sterft in 1536 aan de gevolgen van de derdedaagse koorts, die hij in 1534 in Spanje opgelopen had.
Secundus is beroemd geworden door zijn zoete, onobscene kusgedichten, geschreven in een stijl die veel aan de late oudheid ontleent. In zijn kusgedichten wordt de scheiding tussen lichaam en ziel overwonnen. Zijn hemelse poëzie schept een onsterfelijke wereld, die parallel loopt aan die van de aardse werkelijkheid.

Niccolò d’Este, 1384-1441
Niccolò, markies van Ferrara, was een rokkenjager en de eerste minnaar van de Kunsten in Ferrara.

Ovidius, 43 voor Chr.-17 na Chr.
Publius Ovidius Naso is iets jonger dan de andere Augusteïsche dichters, waaronder Tibullus en Propertius. Hij volgt die dus wel eens na. In 8 na Chr. werd hij verbannen naar Tomis aan de Zwarte Zee.

Owen, J, 1564-1622.
De Engelse Martialis, protestant.

Palladas, ca 355-ca 410
Uit: AP X 82, 87; V, 72.
Palladas is de Griekse Martialis, die, voor de schoolmeester die hij was, wat slordig dichtte. Hij was de laatste echte heiden.

Pannonius, Janus (Janos Kesincie), 1434-1472.
Uit: Poemata, ed. S. Teleki, Utrecht 1784; of uit: The Epigrams, ed A. Barrett en C. Kiadó, 1985 (andere nummering).
Pannonius was een Hongaar die in Ferrara onder Guarino in het Latijn had leren dichten. Terug in Hongarije werd hij bisschop. Hij nam in 1464 deel aan de strijd tegene Mohammed II en schreef toen een elegie waarin hij zegt dat hij denkt dat hij dood gaat en het betreurt dat zijn gedichten nog niet af zijn (Verm. blz 79). Hij was bisschop van Pecs, maar kwam in opstand tegen zijn vorst Matthias Corvinus, omdat deze meer tegen zijn collega’s oorlog voerde dan tegen de Turken. Hij stierf aan de tering.

Parny, E.D.D., 1753-1814
Uit: Parny, Oeuvres complètes, Brussel 1824, II en Opuscules poétiques, Amsterdam 1779.
Parny is ook de dichter van een zeer blasfemisch, komisch en pornografisch epos, La Guerre des Dieux, over de verloren oorlog van de Olympische goden tegen God en de familie van Jezus.

Passerat, Jean 1534-1602
Uit: Recueil des oeuvres poétiques, 1606, ook: Les poësies françaises, ed. P. Blanchemain, 1880, I, p. 173-174.
Passerat kwam uit Troyes, perfectioneerde zijn Latijn aan de Universiteit van Bourges, waar hij rechten studeerde, en werd huisleraar, hofdichter van Henri III en professor filologie aan het Collège de France. Zijn commentaar op Rabelais ging helaas verloren. Hij dichtte ook in het Latijn.

Pasquier, E., 1529-1615.
Gematigd magistraat en patriottisch historicus.

Paulus II, 1417-1471, paus vanaf 1464
Pietro Barbo was een Venetiaan, die zichzelf de roddel van de humanisten op de hals haalde door de Romeinse Academie als te heidens op te heffen.

Paulus IV, 1476-1559, paus vanaf 1555
Giovanni Pietro Caraffa was een Napolitaan, die een oorlog met het Spaanse Napels riskeerde, maar door Alva verslagen werd. Hij zette vrijzinnige boeken op de index (ook Erasmus) en introduceerde de Inquisitie. Hij was zo gehaat dat het volk bij zijn dood in opstand kwam.

Paulus Silentiarius, ca 520-575
Een Silentiarius is een byzantijnse hoveling die ’stilte’ roept.

Petrarca, Francesco, 1304-1374
De Italiaanse gedichten van Petrarca en daarvan vooral de sonnetten werden in het petrarkisme nagevolgd met als kenmerken kuise verering en paradoxen van ongelukkige verliefdheid.

Petronius, Gaius, 27-66
Petronis was een feestelijke hoveling aan het hof van keizer Nero, die zelfmoord moest plegen toen hij de gunst van de keizer verloor.
Hij is berucht door zijn burleske roman Satyricon, waar lange en korte fragmenten van over zijn. Het boek is in proza afgewisseld door epigrammen.

Philippus van Thessalonike, eerste eeuw voor Chr.
Philippus stelde een bloemlezing samen van epigrammen, die aansloot bij de krans van Meleager. Hij dichtte ook zelf, niet erg goed.

Philodemus ca 110-ca 35
Uit: Anthologia Palatina en The Greek Anthology,
the
Garland of Philip, ed. A.S.F. Gow en N.L. Page, Cambridge 1968.
Philodemus, eerste helft eerste eeuw voor Christus, was epicureïsch filosoof in Napels, die zijn erotische hartstocht beteugelde door promiscuïteit te bezingen. Hij was huisfilosoof van L. Calpurnius Piso, een aanzienlijke Romein die hem een villa gaf. Hij had de leiding van ’Tuin van Epicurus’ in Napels.

Pigna, G.B. 1530-1575
Uit: G. Pigna, Carmina, Venetië 1553 IV, p. 106-107, ook: Toscanus Carm. Ill II, p. 291-2.
Giambattista Pigna (1530-1575) uit Ferrara, was als twintigjarige professor Latijn en Grieks. Hij werd historicus en hoveling in Ferrara, vriend van Ariosto, schreef een geschiedenis van de Este’s, en gedichten in het Italiaans en het Latijn.

Pius II, 1405-1464, paus vanaf 1458
Enea Silvio de’ Piccolomini is de lievelingspaus van humanistische protestanten. Hij was secretaris van het Concilie van Basel, secretaris van de tegenpaus Felix V, hofdichter van de Rooms keizer Frederik III in Wenen en kanselarijsecretaris. Hij maakte carrière door zijn klassieke welsprekendheid en schreef liefdesgedichten en een erotische novelle.
Maar hij begon aan een kerkelijke carrière te werken en werd paus. Hij stierf op het moment dat een tot mislukken gedoemde kruistocht tegen de Turken zou beginnen.
Hij was zelf dichter en schrijver - ook van een heel vermakelijke autobiografie - en vond het daarom niet nodig dichters te helpen. Hij liet Pienza bouwen, en dat stadje is nog steeds mooi genoeg.

Plato, 429-347
Uit: AP IV 1.
Alleen de onveranderlijke Vormen, de Ideeën, bieden volgens Plato ware kennis, niet de veranderlijke verschijningen daarvan hier op aarde. Van de Idee van de Schoonheid komt bij ons nog het meeste terecht, vooral als we naar de schoonheid van knapen kijken. Met deze lichamelijke schoonheid als uitgangspunt kunnen we opstijgen naar steeds abstracter schoonheid, en daarin moet de Liefde bemiddelen. Plato werd vereerd in de Academie van Ficino als filosoof van de platoonse liefde. De aan hem toegeschreven epigrammen zijn niet van hem.

Pléiade
Pléiade is een naam die oorspronkelijk gegeven was aan de zeven beste Alexandrijnse tragici en die door Ronsard omstreeks 1550 is overgenomen om de zeven Franse dichters aan te duiden, die het best de antieke, neolatijnse en Italiaanse stijl in het Frans hadden geassimilerd. De kern wordt gevormd door Ronsard, Du Bellay en Baïf, allen leerlingen van dezelfde leermeester Dorat, en allen onder meer navolgers van Secundus.

Plinius Maior, ca 23-79
VAn Plinius de Oudere is een enorme Naturalis Historia over, waarin 20.000 wetenswaardigheden staan uit de natuur.

Plinius Jr, 61-114
Plinius de Jongere vervulde hoge ambten onder keizer Trajanus, en is het best bekend door zijn brieven, waaronder over de uitbarsting van de Vesuvius en over de behandeling van de christenen.

Plutarchus, ca 46-127
Gemoedelijk filosoof en leerzaam biograaf van Griekse en Romeinse generaals en politici.

Poliziano, Angelo, 1454-1494.
Angelo Ambrogini, die zich naar zijn geboortestad Montepulciano Poliziano noemde, is dichter en filoloog in het Florence van Lorenzo de’ Medici en de platoonse Academie. Hij was antipurist, wat blijkt uit het gebruik van zeldzame woorden en zijn bewondering voor Statius, wiens werken hij in een beroemd geworden editie uitgaf. Hij was door zijn rijke stijl een voorbeeld voor Secundus. Hij dichtte een drama Orfeo in het Italiaans en epigrammen in het Grieks.

Pontano, Giovanni Giovanni, 1429-1503
Uit: G. Pontano, Dialoge, tekst en vert. van H. Kiefer e.a., Humanistische Bibliotheek II, 15, München 1984, Antonius, p. 240-1 en: I.I. Pontanus, Carmina, Ecloghe, Elegie, Liriche, ed. J. Oescher, Bari 1948, Lepidina I, 61-66, II, 18-27 Hend. I, 14, II, 28. Ik verwijs naar de bloemlezing met vertaling in het Italiaans door L. Monti Sabia in: Poeti Latini del Quattrocento, ed. Fr. Arnaldi e.a., La Letterature Italiana, vol. 15, Milaan (Napels) 1964.
Pontano is de rijkste en soms de grootste neolatijnse dichter. Hij schreef alleen Latijn. Hij werkte aan het hof van Napels, net als Sannazaro en Angeriano. In zijn erotische productie bezingt hij al zijn vriendinnen, maar ook zijn vrouw en kinderen. Hij heeft het erotische, niet-obscene genre uitgevonden als beschaving van de obscene poëzie van zijn leraar en vriend Beccadelli.

Poot, H.K., 1689-1733.
Uit: ed. M.A. Schenkeveld, 1995, p. 25
Boers dichter die zijn klassieken beter kende dan hij zelf liet blijken.

Propertius, Sextus Propertius tweede helft eerste eeuw v. Chr.
Propertius is in de eerste plaats een dichter van liefdeselegieën voor Cynthia, abrupt en overdreven, waarin hij zoveel trouwe hartstocht voorwendt dat ze onsamenhangend lijken.

Racan, Honoré de Bueil, Marquis de, 1589-1670.
Racan was een Parijs dichter, lid van de Académie, leerling van Malherbe, die als de meesten van zijn tijd een afkeer had van ’soupe à la Grecque’.

Rafael Santi, 1483-1520
Rafael is een harmonieus schilder en architect die ca 1510 de vertrekken van Paus Leo X en van diens bankier Chigi met fresco’s versierde die de Oudheid deden herleven.

Ramler, 1725-1798
Uit: K.W. Ramler, Lyrische Blumenlese, Karlsruhe 1780, II, 50, p. 168
Ramler, de Duitse Horatius, was huisleraar en werd tenslotte professor in de filosofie bij de kadettenopleiding in Berlijn, wat hem weinig tijd kostte en weinig geld opbracht. Hij was een Pruisisch odendichter, vertaler van Anacreon en verbeterde de gedichten van anderen met of zonder hun toestemming in de door hem samengestelde bloemlezingen, Zijn smaak was Frans.

Ronsard, Piere de, 1524-1585
Uit: Amours de Marie, nr 25.
Ronsard is de meest veelzijdige dichter van de Pléiade, zie ook RW, p. 104, 140.

Rudolf II, 1552-1612, Rooms keizer vanaf 1576, koning van Bohemen en Hongarije.
De pogingen van deze keizer om het katholicisme aan Hongarije en Bohemen op te dringen, eindigden in opstanden die tenslotte in de fatale dertigjarige oorlog uitmondden.
Hij was een melancholieke en geleerde koning.
De kunstverzameling van Rudolf II werd aan het eind van de dertigjarige oorlog geplunderd door de Zweedse troepen van Christina. Zijn ’Kunstkammer’ bevatte vooral veel rariteiten en wapens, naast wat wij kunst noemen; de vreemde vruchtencomposities van Arcimbolo en de enge Spranger.

Saint Simon, Louis de Rouvroy, hertog van, 1675-1755
De hertog trok zich in 1723 terug uit het hofleven en schreef zijn twintig delen memoires tussen 1740 en 1746. Hij was tegen gelijkheid en tegen tirannie.

Salmasius, Cl. 1588-1658
Claude Salmaise was een wonderkind. In 1606 ontdekte hij in Heidelberg het complete MS van de Griekse Anthologie, later kreeg hij het zelfs thuis te leen. In 1631 werd hij in Leiden benoemd, maar van een editie kwam niets. Hij is berucht om zijn adelijke pretenties en om zijn ruzies.

Sannazaro, A.S., 1456-1504
Uit: A.S. Sannazarius, Opera latine scripta, ed. J. van Broekhuizen en P. Vlaming, Amsterdam 1728.
Jacopo Sannazaro uit Napels, jongere vriend van Pontano, is bij liefhebbers van het Italiaans bekend gebleven door zijn Arcadia. In zijn Latijnse liefdesgedichten lijkt hij het meest persoonlijk als hij in navolging van Propertius zijn trouw aan zijn enige liefde bezingt. In zijn christelijke epos De Partu Virginis is hij het meest ambitieus.

Sappho, ca 600 v. Chr.
Sappho schreef oden uit liefde voor kleine meisjes op Lesbos, die ze in verfijnd gedrag opvoedde in een Aphroditecultus.

Scaliger, Julius Caesar 1484-1558
Uit: Poemata 1574, p. 118, ook: Nova Epigrammata, 1533, p. 118.
Scaliger is een Italiaan, die sinds 1525 in Frankrijk werkte. Hij was lijfarts van de bisschop van Agen. Hij schreef een Grammatica en een Poetica (1561). Zijn oordeel over poëzie was gebaseerd op regels en ge0zond verstand. Hij is dus een classicist als Boileau. Hij was een baldadig dichter, onder andere van raadsels en rebussen, waar zijn epigrammen ook wel eens op lijken.

Schiller, F, 1759-1805
Schiller prees de nobele bandiet in zijn drama Die Rauber (1781) en vond een toevlucht in Weimar.

Schoonhovius, Florentius, 1594-1648
Uit: Poemata, 1613, nr 17.
Van Schoonhoven uit Gouda is nu vooral bekend om zijn Emblemata, maar hij schreef ook Lusus Pastorales, waarin veel gestoeid wordt.

Secundus, zie onder Nicolai

Sidney, Sir Philip, 1554-1586
Uit: Astrophil and Stella 31; e.d. W.A. Ringler, 1962, p. 180.
Sidney was de ideale hoveling. Hij sneuvelde in Zutphen. Hij schreef originele petrarkistische gedichten en een pastorale. Hij verdedigde de poëzie omdat zij eeuwige waarheden voor ogen stelt.

Simonides, ca 556-468
Uit: AP VII 348.
Grieks koor- en epigrammendichter.

Staring, A.C.W. 1767-1840
Uit: J.H. van den Bosch, ed. Poëzie van A.C.W. Staring, I, 1935, elfde druk.
Zie ook: J.P. Guépin, ’Starings Herdenking’, in drie opeenvolgende nummers 2, 3, 4, 1984 van De Revisor.
Staring is het meest bekend door zijn welgemutste versvertellingen in de trant van Wieland, maar hij schreef ook enkele lyrische gedichten, waaronder ’Herdenking’, dat Duitse invloeden met die van Flaminio verenigt. Hij wijdde zich aan de veredeling van zijn landgoed ’De Wildenburch’ en aan de verheffing van bevolking aldaar.

Statilius Flaccus, eerste helft van de eerste eeuw v. Chr.
Flaccus dichtte epigrammen in het Grieks, maar was, zoals de naam al zegt een Romein, misschien de epicureeër die in 42 v. Chr. in de slag bij Philippi sneuvelde.

Steigentesch, August Ernst Freiherr von, 1774-1820
Uit: Schillers Musenalmanach 1799.
Steigentesch was een galante Oostenrijkse diplomaat, schrijver van ’Salonlustspielen’.

Stibar, Daniel, ca 1500-1555
Daniel Stibar was kanunnik in Würzburg nadat hij in zijn jeugd bij Erasmus in Bazel had gelogeerd. Hij nam in 1549 de protestant Lotichius aan om een paar neven te begeleiden op een studiereis naar Franse universiteiten.

Strato van Sardes, tweede eeuw na Chr.
Dichter van pederastische Griekse epigrammen.

Strozzi, Tito Vespasiano, ca 1422-1505
Titus Strozza kreeg onder Ercole I de hoogste post in het hertogdom, waardoor het opleggen van belastingen om de extravaganties van de hertog tot zijn taak ging behoren. Hij is vooral liefdesdichter, net als zijn zoon Ercole (Verm. p. 179) en bestede veel tijd aan de voltooiing van een panegyrisch epos.

TagliettiG.A. (Taygetus), ca 1560
Uit: J.A. Taygetus, Academicus Occultus, ed. Carmina praestantium poetarum, Brescia 1565, en I.M. Toscanus, Carmina Ill. poet. Ital. II, Parijs 1577
Taglietti was lid van de ’Accademia degli Oscuri’ in Brescia, en voerde daar de bijnaam van ’Notturno’.

Tasso, Torquato 1544-1595
Uit: Rime, ed. F. Flora, 1952, I 23, III 68, 56.
Tasso schreef aan het hof van Ferrara een epos Gerusalemme Liberata maar werd na voltooiing in 1575 paranoied. Twee jaar daarvoor schreef hij het pastoraal drama Aninta. Zijn korte gedichten, sonnetten en madrigalen zijn in de trant van de Griekse Anthologie. Hij stierf twee dagen voor hij tot dichter gekroond zou worden. Hij werd voor Goethe het tragische voorbeeld van iemand die gek wordt van het hofleven.

Thallus
AP IX, 220
Thallus is een Grieks dichter van epigrammen uit de eerste eeuw na Christus.

Theocritus, eerste helft van de derde eeuw v. Chr.
Aan de Idyllen (scènes uit het dagelijks leven) van Theocritus hebben we het genre herderszang te danken. Ze waren soms te realistisch voor de klassieke smaak van de Fransen.
Hij schreef Mimen, scènes uit het leven van gewone mensen, die net zo gestileerd zijn als de dialogen van Plato, die eigenlijk ook Mimen zijn.
Soms imiteert hij stadsmensen, soms mensen uit het platteland, waaronder herders, soms verfijnde mythologische figuren. Zijn pastorales bevatten dialogen en refreinen die volkse dichtwedstrijden imiteren.
Hij kan eenvoudig Grieks in versvorm gieten.

Theognis, zesde eeuw v. Chr.
Theognis was een door het volk verbannen aristocraat, die zijn knaap leerde het volk, slechte mensen te vermijden. Onder zijn naam zijn ook elegische coupletten overgeleverd op erotische of aristocratische thema’s, die op symposia gezongen konden worden, maar die nog niet zo snedig zijn als de hellenistische epigrammen.

TibullusAlbus Tibullus, ca 50-19
Tibullus schreef erotische elegieën op vriendinnen en een knaap ten tijde van Augustus.

Tiziano Vecullio, c. 1485-1576
De Venetiaanse schilder munt uit in het schilderen van verheven en zinnelijke vrouwen. Zijn beroemde schilderij ’Amor Sacro e Profano’ beeldt niet de hemelse tegenover de aardse Venus uit, maar Venus die de bruid Laura Gagarotto in haar mysteriën inwijdt.

Tolomei, ca 1492-1555.
Uit: Baldacci, p. 370.
Tolomei probeerde het Italiaans te verheffen door Griekse epigrammen in quantiterende dactylen na te bootsen.

Toscanus, ca 1575.
Uit zijn eigen bloemlezing: Carmina Ill. Poet. I bis, p. 35.
Ioannes Mathaeus Toscanus heeft een mooie bloemlezing neolatijnse poëzie uitgegeven in Parijs in 1576, die indruk maakte op de Fransen.

Varchi, Benedetto, 1503-1565.
Uit: B. Varchi, Opera, ed. Trieste, II, 1859 p. 885 e.v. ’Sonnetti Pastorali’ 347 354
Varchi is literaat en sonnettendichter, waaronder pastorale. Hij was een voorstander van het Toscaans uit zijn tijd als voorbeeld voor literaire werken in de volkstaal (in tegenstelling tot Bembo die het ideaal in het Italiaans van het trecento vond), schreef een Geschiedenis van Florence, en discuteert over de liefde in een dialoog met de nuffige courtisane Tullia d’Aragona, die met zijn hulp geschreven is.
Hij was pederast.

Vergilius Maro, Publius, 70-19.
Vergilius is een augusteïsch dichter als Horatius. Hij is voor zestiende eeuwse puristen de ideale dichter in het Latijn. Hij schreef pastorales, Eclogae, een leerdicht, Georgica, en een oorlogsepos, de Aeneis, en nog wat kleiner werk.

Voltaire, 1694-1777
François Marie Arouet werd afgerost door de lakeien van de Chevalier De Rohan en ging in verbanning naar Engeland. Daar werd hij anglofiel. Hij ging samenwonen en werken met de Marquise de Châtelet in haar kasteel, en verbleef als filosoof aan het hof van de verlichte koning Frederik de Grote van Pruisen. Hij was niet graag de dupe van onzin.

Wieland, Christo Martin, 1733-1813
Wieland eindigde zijn didactische carrière als hoogleraar filosofie in Erfurt. Hij idealiseerde de idealiserende Grieken. Zijn versvertellingen, als Schach Lolo, lijken in gemoedelijke verteltrant op de Verhalen van Staring.

Wöllflin, H, 1864-1945
Wölfflin was als opvolger van J. Burckhardt hoogleraar in Basel, en maakte een kunstgeschiedenis zonder kunstenaars populair, door de nadruk te leggen op periodestijlen, die een uiting zijn van een telkens terugkomende manier van zien in de tegenstelling van oppervlak en diepte, gesloten en open, veelvoudig en simpel.


De zoete epigrammen
De Heinsius-verzameling