EEn zeker Edelman, met naam Ferdinand, wonende in Den Haag, s nachts van zyn vryster komende, een Edelman Reinout geheten, doorsteken hebbende, komt vluchtende t Amsteldam by zyn vriend Valerius, met welke hy raadpleegt, hoe hy best het gevaar van zyn leven zal ontvluchten. Deze, na veel bedenkens, vind goed hem in t Lazarushuis voor een zot te bestellen. Ondertusschen gebeurt het, dat een Geldersche Juffer Izabelle binnen de St. Anthony poort komt, dewelke haar ouders ontloopen was, om dat zy haar tegen haar zin wilden uit huwelyken. Haar knecht Leonard die met haar gevlucht was, door dien zy veinsde op hem verlieft te zyn, begint haar afgunst te bemerken, zo dat hy, vreezende met haar achterhaalt te worden, haar teenemaal achter de vest uitplundert, en verlaat; waar door zy als tot een halve razerny vervoert word, zuchtende en schreeuwende over den jammerlyken staat waar toe zy zo haast door haar eige zottigheid vervallen was; zo dat Valerius, die nu zyn vriend in t Lazarushuis besteld had, als ook Jorisvaâr, Regent van dat huis, beide oordeelden dat ze gek moest zyn; doch Valerius, spyt deze meininge van zotheid, vind zo veel aangenaamheid in haar wezen, dat hy op haar verlieft, en bid Jorisvaâr, die haar alrede in zyn logement wou brengen, van wel op haar te letten, veinzende dat zy een was van zyn nichten, dewelke hy morgen wederom thuis zoude bestellen: maar vertrekkende, smeede hy alrede in zyn verliefde gedagten, van haar tot zynent te brengen, te laten genezen, en alzo tot zyn genegentheid en liefde te verplichten. Indien de liefde aldus haar rol speelde buiten het Lazarushuis, voorwaar zy stond binnen het zelfve mede niet stil. Want lichtelyk was Valerius noch niet eens verlieft op Izabelle, of een zekere meit Katryn genaamt, was verlieft op zyn vriend Ferdinand, nu Karel genoemt. Zyn minnelyk wezen, en brave gestalte, zonder zyn zotheid eens aan te zien, hadden haar gedachten zo opgetogen, dat zy haar Juffer zelf deze haar liefde niet kon verzwygen. Deze door dit verhaal, als ook door haar eige nieusgierigheid hem gaande bezichtigen, word mede door dezelve drift bevangen. Haar naam was Anna, voor veertien dagen met deze haar meid van Haarlem gekomen, [fol. Y1v, p. 338] om haar Oom, die Regent was van dit huis, te bezoeken, als ook om de stad eens te bezichtigen. Zy, door haar schoonheid en minnelyk wezen beweegt dezen Karel schier om haar met gelyke liefde te beminnen, t welk geschiet waar, indien Izabelle, in t Lazarushuis komende, hem zulks door haar meerder schoonheid niet had belet. Want deze twee kwamen malkanderen nau te zien, of de liefde voegde haar herten met zo onverbreekelyken band aan malkanderen, dat, merkende elkanders verstand in t midden van haar dwaze zamenspraak uitschitteren, ieder zyn staat en gelegentheid aan den andren openbaarde, zweerende malkander in eeuwigheid te beminnen, en nooit te verlaten. Onderwyl hiel Juffer Anna niet op, maar klampte haar gewaande zot Karel weder aan boort, en verwekte in Izabel, door het vereeren van een strik, aan hem zodanigen jalouzy, dat zy niet, als bezwarelyk door de redenen van Karel, daar uit kon verlost worden. Maar viel dit eerste poinct van jalouzy wel uit, het tweede gelukte zo veel te slechter. Katryn om niet wederom met haar Juffer naer Haerlem te vertrekken, en alzo van het lieve gezicht hares zots berooft* te worden, veinst zich mede zot te zyn. Haar Juffer, deze vond goed vindende, volgt haar voorbeeld, zo dat Jorisvaâr, haar beide tot zyn droefheid, in deze droevige staat bevindende,* t zelve aan haar vader Filibert laat weten. Hy neemt voor haar op te sluiten, t welk hem de Doktor ontraad, en oordeelt veel eer dat het noodzaakelyker is een geveinsde trouw tusschen haar, en Karel te maaken, om haar aldus in haar genegentheid te vleyen, en wederom tot verstand te brengen. Dit dan vastgestelt, en van Karel aangenomen zynde, verwekte Izabel tot zulken jalouzy, dat zy Karel verlaat, en haar gewillig van Valerius met een sleetje naer zyn huis laat voeren. Ondertusschen gebeurt het dat Reinoud, die men meende dat Ferdinand nedergeleid had, in de stad komt, en aldaar zonder knecht komende, Leonard huurt, en met hem dit Lazarushuis gaat bekyken; alwaar hy, van de Regent genoot zynde op deze zotte bruiloft, ook voorneemt te vertoeven om zyn nieusgierigheid te voldoen. De vader van Anna was nauwlyks van Haarlem by zyn Oom gekomen, of men begint de bruiloftstacie, daar al de personen van dit Blyspel zamen verschynen, behalven Izabelle en Valerius, die zamen evenwel [fol. Y2r, p. 339] ook niet lang achter blyven; want Izabel was naulyks in t huis van Valerius of krygt berouw, en loopt weder naer t Lazarushuis. Valerius haar achter na, zo dat zy schier gelyk in t midden van deze bruiloft verschynen. Zy, van Karel met verachting bejegend, en door spyt gedreven, verhaalt daar in t kort, hoe Karel die Ferdinand was, die Reinout het leven benomen had, en alleen zich zot veinsde om het gevaar des doods te ontvlieden. Terstond was de kamer in roer, en elk zoude voor andere deze vermomde Ferdinand op t lyf gevallen hebben, ten zy Reinout hem met* het waarachtig verhaal dezer geschiedenisse teenemaal onschuldigt had, zeggende, dat niet hy, maar zyn knecht vermomt met zyn kleeren, en zyn naam van Ferdinand gekwest was, doch niet doodelyk, schoon hy dit gerucht hadde laten uitstroyen van zyn dood, alleenlyk om te zien hoe zyn matres zich zoude houden, waarom hy ook, om deze meening noch meerder te doen versterken, van Den Haag naer Amsterdam zich hadde begeven. Ieder was vernoegt over dit verhaal, doch verlangde niet minder te weten de staat van Aagje, anders terecht Izabelle geheten, welke nieusgierigheid Leonard aan ieder voldoet, verhalende, hoe hy gevleid zynde door haar liefde, haar uit haars vaders huis had vervoert, mids haar ouders haar tegen haar zin wilde uithuwelyken, en eindelyk merkende haar afgunst tegen hem, haar had uitgeplondert, waar over hy zich ten besten verontschuldigt, haar alles weder gevende. Dit vermeerderde de vreugd zodanig, dat ieder niet raadzaam achte te scheiden, voor dat Ferdinand met Izabelle, Valerius met Juffrou Anna en Leonard met Katryn getrout wierd, te zamen, voor zo veel de tyd toeliet, bruiloft houdende in het Lazarushuis. |