Dit is een onderdeel van CenetonIncipits.html. Klik hier voor het hele document.

tegenwoordige toestand van zaaken. 1713




033220 - Jan van Gysen - Het houwelyk van Jorden en Baafje. of de bedrogen konstverkoper. 1714a v
Wat staat my nu te doen om eerlyk te bestaan?
Want Werken kan ik niet, en d’Oorlog is gedaan,
Daar is te Werken, nog te Dienen, nog te Vaaren,
En ’t beed’len is t’hans ook niet veel meê op te gaaren;



033230 - Jan van Gysen - Het houwelyk van Jorden en Baafje. of de bedrogen konstverkoper. 1714b v




033240 - Jan van Gysen - Het houwelyk van Jorden en Baafje. of de bedrogen konstverkoper. 1714c v
Wat staat my nu te doen om eerlyk te bestaan?
Want Werken kan ik niet, en d’Oorlog is gedaan,
Daar is te Werken, nog te Dienen, nog te Vaaren,
En ’t beed’len is t’hans ook niet veel meê op te gaaren;



033250 - Jan van Gysen - Het houwelyk van Jorden en Baafje. of de bedrogen konstverkoper. 1715 v
Wat staat my nu te doen om eerlyk te bestaan?
Want Werken kan ik niet, en d’Oorlog is gedaan,
Daar is te Werken, nog te Dienen, nog te Vaaren,
En ’t beed’len is t’hans ook niet veel meê op te gaaren;



033260 - Jan van Gysen - De osse markt, of ’t vervolg van De varke markt. 1712a v




033270 - Jan van Gysen - De osse markt, of ’t vervolg van De varke markt. 1712b v
J. Myn alderliefste Vrouw, ’t is door onnozelheid
Geschied, gy had het op de Tafel neêr geleid,
Ik bidje raast zo niet, en wilt na reeden horen.
G. Zoo’n domme beest is nog nooit van geen Vrouw gebooren,



033280 - Jan van Gysen - De osse markt, of ’t vervolg van De varke markt. 1713
J. Myn alderliefste Vrouw, ’t is door onnozelheyd
Geschied, gy had het op de tafel neêrgeleyd,
Ik bidje raasd zo niet, en wilt na reden hooren.
G. Zoo’n domme beest is nog nooyt van geen Vrouw gebooren,



033290 - Jan van Gysen - De osse markt, of ’t vervolg van De varke markt. 1720
J. Myn alderliefste Vrouw, ’t is door onnozelheyd
Geschied, gy had het op de tafel neêrgeleyt,
Ik bidje raasd zo niet, en wilt na reeden horen.
G. Zoo’n domme beest is nog nooyt van geen Vrouw gebooren,



033300 - Jan van Gysen - Samen-spraak tusschen Mars en Venus, ter bruyloft van de Heer Pieter Sweedenryk en Me-juffrouw Alida Maria Arendsen. 1711




033310 - Jan van Gysen - Sesde Harlequin met de Rarekiek. 1711
Dat dokse wel, al wouse Kees



033320 - Jan van Gysen - Sevende Harlequin met de Rarekiek. 1711




033330 - Jan van Gysen - Tweede Harlequin met syn Rarekiek; Vader van Scharmoesje, en Kortezaantje. 1711
ô Sankt de Nys en Genoveef,



033340 - Jan van Gysen - De varke markt. 1712a o
N. Ia Grietje Buur, het hoofd loopt my geen geen kleyntje om,
’k Heb daar wat kruyd gehaald, want ik heb t’huis een kom
Met Worste Vlees, zo schoon, men zoud der raauw in byten.
G. My dunkt dat ik, van spyt, het Aardryk op zie splyten,



033350 - Jan van Gysen - De varke markt. 1712b o
N. Ja Grietje Buur, het hooft loopt my geen geen [sic] kleyntje om,
’k Heb daar wat Kruyd gehaald, want ik heb t’huis een kom
Met Worste Vlees, zo schoon, men zoud der raauw in byten.
G. My dunkt dat ik, van spyt, het Aardryk op zie splyten,



033360 - Jan van Gysen - De varke markt. 1713
N. Ja Grietje Buur, het hoofd loopt my geen geen kleyntje om,
’k Heb daar wat kruyd gehaald, want ik heb t’huis een kom
Met Worste Vlees, zo schoon, men zoud der raauw in byten.
G. My dunkt dat ik, van spyt, het Aardryk op zie splyten,



033370 - Jan van Gysen - Varke markt. 1716




033380 - Jan van Gysen - De varkemarkt. 1727
N. Ja Grietje Buur, het hoofd loopt my geen kleyntje om,
’k Heb daar wat kruyd gehaald, want ik heb t’huys een kom
Met Worste Vlees, zo schoon, met zoud der raauw in byten.
G. My dunkt dat ik, van spyt, het Aardryk op zie splyten,



033390 - Jan van Gysen - Varke markt. 1736




033400 - Jan van Gysen - Verleege Harlequin, met de Rarikiek in Schotland. 1714




033410 - Jan van Gysen - Verwonderde Harlequin, met een halve Rarikiek, in Grootbritanjen. 1715




033420 - Jan van Gysen - Vierde Harlequin, sonder Rarekiek. 1711
ô Skant! ô ramp! ô druk! ô wee!



033430 - Jan van Gysen - Vyfde Harlequin met de Rarekiek. 1711
Ha! ha! ô je! ô skaaldrement!



033440 - H. - Liefde en rampspoed, of het berouw der dwaaling. 1799




033450 - H.C.H. - Twee oude vrijers. 1699 ca.




033460 - H.D.G. - Gekuypte vryster. 1663




033470 - H.H. - De ontpachterde impostmeester, of de vernederende hoogmoed. 1699 ca.




033480 - H.P.T.B. - Don Jan Richardo, of het sterfhuis in vreugde. 1768




033490 - H.P.T.B. - De gevrijde zuster ontdekt. 1774




033500 - H.P.T.B. - Honi en Surdareg. 1766
Ho. O Kroon! die door uw glans en flikkerende gesteente.
My yslyk hebt misleid; de zorg knaagd van ’t gebeente
Myn Vleesch, myn Bloed, en.... Hoe komt gy zo spoedig aan?
Ha. Daar staat een Afgezant, ô Vorst, aan uwe Laan.



033510 - H.P.T.B. - List boven list. 1774




033520 - H.P.T.B. - De voorbaarige kraamvrouw, of de aangenomen kinderen. 1778




033530 - H.P.T.B. - De wanhoopende corporaal, of de zwetser door den drank verwonnen. 1787




033540 - H.W.P. (naar het Duits van Heinrich Gottlieb Schmieder) - De wrekers. 1801




033550 - Hadoux - Le dragon verd. 1772




033560 - Willem van Haecht - Antwerpen: den oorlof int ghemeyn in ’t Antwerps haechspel 1561. 1562




033570 - Willem van Haecht - Den willecom der Violieren op Thaech-Spel. 1562




033580 - Willem van Haecht - Den oerloff oft adieu van de Violieren van Antwerpen op dlantjuweel. 1562




033590 - Willem van Haecht - Antwerpens Violieren: Oordeel van Tmolus in Antwerpen 1561. 1562
Coemt nu alle ghy Nymphen en Naïadekens
Met groene bladekens// wilt u nu vercieren
Verlaet u rivieren
Coemt oock ghy amoreuse en spreect baladekens



033600 - Willem van Haecht - Antwerpens Violieren: proloog in Antwerpen 1561. 1562




033610 - Willem van Haecht - Antwerpens Violieren: wellecome in Antwerpen 1561. 1562
W. Is ’t nu niet recht den tijt’.
R. Ick sou meynen jaet.
P. Mer hier en dient gheen respijt.
W. Oft het wordt te laet:



033620 - Willem van Haecht - dWerck der apostelen. 1599 ca.




033630 - [Willem van Haecht] - Een dialogus van twee personagien, deen gheheeten, den Vertroosten in Leyden, dander, Den Danckbaren Gheest. Ghecomponeert opde wonderlijcke verlossinghe van Leyden. Noch met meer andere Refereynen, Baladen, op den tijt voorleden, ende den tijt present. 1578




033640 - Petrus Haekt - De kloeck-moedige martelie van de H. Maghet Barbara. 1730 ca.
Den lang gewenschten peys naer ’t Orlogs bitter lyden
Wilt in de Reden-const ons meer en meer verblyden.
Naer dat Prins Eugeen is van ons gebragt in ’t ligt
De Liefde ontsteekt ons soodanig tot gedigt



033650 - Emanuel van Haever - Berlik berlak, of den doctor tooveraer, bly-spel in dry bedryven. 1780 ca.
Is ’t dat’er imant is die zig wilt adresseren
Voor zes pond op de hand, die kan zig angageren



033660 - Hendrik van Halmael (naar het Spaans van Franc. de Leiva Ramírez de Avellano) - Als men t’niet verwagt, of de gewaande prins. 1713
Mevrouw laat af, van zo hartnekkiglyk te weenen,
Uw oogen, die voorheen twee heldre zonnen scheenen,




033670 - Hendrik van Halmael - De bedrieger erfgenaam bedroogen. 1714
T. Dit is het vertrek, daar den vroomen Reinier in is gesturven.
Heeft hy wat goede daagen gehad, hy heeft ook genoeg gezwurven.
Zyns gelyke, was van begaafdheid nooit bekend.
Heeft zyn begin slecht geweest, hy had een goed end.



033680 - Hendrik van Halmael - De bedrooge cessionant. 1711




033690 - [Hendrik van Halmael] - Crispyn en Crispiaan, bedriegers, of de gestrafte beurs en kelderplagen. 1708
Die, als het nog tyd is, zyn welvaart versuymt,
Siet als een geslaage Veldheer hoe hy best veld ruymt.
Als ik het bedenk, ’t geluk had ik als in banden,
Maar het is verjaagt met een leger van tanden.



033700 - [Hendrik van Halmael] - Crispyn, bedrieger, of de gewaande baron. 1705
Ik ben bly, dat het begint te dagen,
Zulk ene nacht! zou de stoutste een schrik op ’t lyf jagen,
Het heeft gestormt en gewaayt al was het een Orkaan,
Ik docht zeeker, nou zal de waereld vergaan,




033710 - [Hendrik van Halmael] - Crispyn, boek- en kashouwer, bedrieger. 1706
’t Moet een gauwert zyn, die ’t elk van pas kan maaken,
Vrouw, moey jy je met jou, ik zal zorgen voor myn zaaken.
Die Crispyn, daar jy zoo veel van hout,
Word luy, en hoovaardig, dartel en stout.



033720 - Hendrik van Halmael - Crispyn, weezenplaag en bloedverzaaker. 1708
Wel hey ouwe vrind! beste maat,
Ontmoet ik jou hier onverwagt op de straat?




033730 - Hendrik van Halmael (naar het Latijn van Titus Maccius Plautus) - De edelmoedige vrinden. 1711




033740 - [Hendrik van Halmael] - De fyne bedriegeryen ontdekt. 1713
Vrouw, geld winnen is konst, ’t zyn sob’re tyden,
Loopen en draaven wil niet veel bedyen,
’t Is in Amsterdam op ver zoo goed niet, als ’t plag,
Een paar schoenen kosten meer, als men wint op een dag:



033750 - [Hendrik van Halmael] - De fynman, jonker. 1709
D: Maar Moeder, of je al praat, wat zel ik by de Juffer doen?
M: Wat jy ’er doen zult, je zult ze vryen met fatzoen.
D: Met fatzoen, hoe verstaat zig dat? wat weet ik van vryen.
Ik zal gaan vryen, en ik kan nog pas brood snyen.




033760 - [Hendrik van Halmael] - De gestrafte Pasquyn. 1713
Volg me, zeg ik, ik wil van dat gerucht de warheid weeten.
R: Mynheer, ik kan niet, ik ben te zwak, ik heb noch niet gegeeten.
Ik ook niet, wy zullen flus eeten op ons gemak.
R: Ik zeg noch, ik kan niet, ik ben te zwak.




033770 - Hendrik van Halmael - De gestrafte Pasquyn. 1724




033780 - Hendrik van Halmael - De geveinsde Kwaaker. 1708
K. Wel Juffrouw! ’k weet niet, je plagt wyzer te weezen,
Gy laat jou van jou Vaâr voor een Kwaaker beleezen.
L. Maar als ’t myn Vader zoo begeert, wat zal ik doen?
Durf ik hem, die my lief heeft, tegen spreeken?



033790 - Hendrik van Halmael - De geveinsde Kwaaker. 1715
K. Wel Juffrouw! ’k weet niet, je plagt wyzer te wezen,
Gy laat jou van jou vaâr voor een Kwaaker beleezen!
My dunkt waarlyk, dat gy jou zot laat broên.
L. Maar als ’t myn vader zo begeert, wat zal ik doen?



033800 - Hendrik van Halmael - De gezwoore bedrieger, bedrogen. 1711




033810 - Hendrik van Halmael (naar het Latijn van Titus Maccius Plautus) - De herstelde zoon. 1711




033820 - [Hendrik van Halmael] - Hoop en vrees, of de roemrugtige overtogt van Willem de IIIde, prince van Orange. 1709
Myn heer, vertrouw u niet te veel op uw Zoldaaten,
Men mompelt in het heir van aars’len, van verlaaten,
Van overloopen by uw Vyand, die dit strand
Gewonnen heeft, en met zyn magten is geland.



033830 - Hendrik van Halmael - De koning van Luilekkerland. 1711




033840 - Hendrik van Halmael (naar het Latijn van Titus Maccius Plautus) - De listige juffer betrapt. 1713
J. Myn zoon, vrees ik, dat Stads weelde niet kan verdraagen.
Dat in de Stad gaan woonen, hoe zal ik het my noch beklaagen!
Waarom bleef ik niet beeter een boer op het land?
T. Om een boer te blyven, Sinjeur, had je te veel verstand.



033850 - Hendrik van Halmael (naar het Latijn van Titus Maccius Plautus) - De onberaaden minnaar gelukkig door ’t geval. 1713
J. Ik heb de gantsche nacht op het bed leggen wentelen, en steenen
Dan vliegt my de Jicht in d’armen, dan door de beenen.
Dan plaagt my weêr een overdraagelyke pyn in ’t hoofd.
’t Is of al myn leeden geradbraakt zyn, en geklooft.



033860 - [Hendrik van Halmael] (naar het Latijn van P. Terentius Afer) - d’Ongelyke broeders. 1709
Ik geloof waarlyk dat den honger myn Moer is geweest,
Zy wroet my even in d’maag als een onversaat beest,
Van myn geboorten af, heb ik my nooyt zat gegeeten,
Al prop ik my tot de keel vol, zoo wil ik nog meer eeten,



033870 - [Hendrik van Halmael] - Overdaad en gierigheid. 1714
Mynheer, het goed geval begunstigt onverdacht,
Myn treeden, gist’ren kwam uw dienaar onverwacht,
Laat in den avond, na my zoeken. ’k Moet beklaagen,
Dat ik niet t’huis was, om myn dienst u op te draagen,





033880 - Hendrik van Halmael - De panlikker. 1704
A. Elendig is hy, die nog dienen moet in zijn oude dagen,
Van een kind af heb ik de Levery-rok gedragen,
’K ben, en ik blijf kaal, of ik Trouw dien of niet,
Ik krijg waarlijk, in di droevig Lakayen verdriet.



033890 - Hendrik van Halmael - De panlikker. 1716
A. Elendig is hy, die noch dienen moet in zyn oude daagen.
Van een kind af heb ik de lievreyrok gedraagen.
’k Ben, en ik blyf kaal, of ik trouw dien, of niet.
Ik kryg waarlyk in dit droevig lakaijen verdriet.



033900 - Hendrik van Halmael - De prins van Platte Marry, of de schijnheilige bedrieger. 1713
Wat zal het nu worden met onze Prins, en zyn kanalje? ’t is nu al, schaf op, en zuip.
Ondertusschen raakt den drank uit de kelder, en het vlees uit de kuip.
De Slaager, Bakker, en Brouwer, wil niet meer borgen,
En de kas heeft geen meer voorraad, als tot morgen.



033910 - Hendrik van Halmael - De prins van Platte Marry, of de schijnheilige bedrieger. 1724




033920 - Hendrik van Halmael - De schijnheylig, of de vermomde bedrieger. 1708
G. Dat is gereedenm trots de Droes en zyn Moer,
Het tuig voor de Smit, en het paard voor het voer;
De Zaad’laar staat ook nog te betaalen.
Waar of wy weer nu op nieuw zullen dwaalen?



033930 - Hendrik van Halmael - ’t Schynheylig weeuwtje. 1711
C. Angniet! pas op de deur, ik gaa na de Kerk.
Gaa stil naa agtren, en doe jou werk.
Sluit de deur wel, dat op alles agt wert genoomen.
A. Ja Vrou, ga jy maar, wilt in ’t minst niet schroomen.
Ik versta m’ op de deur, hoe men die bewaart.
C. Goeden avond: zie dan, dat j’ alles terwyl opklaart.
A. Ik zal. ’k zie ook volk.



033940 - Hendrik van Halmael (naar het Latijn van Titus Maccius Plautus) - De verboode vleesverkooper bedroogen. 1709
B. Jy Dogter, maak kannen en glaasen schoon, en veeg onze kaamer.
Nooit was my een geboortedag als heeden, aangenaamer.
Ik verwagt veel Vrinden, die my hebben verjaart,
Daarom wil ik haar onthaalen op een schootel eeten, en een frisse taart.



033950 - Hendrik van Halmael (naar het Latijn van Titus Maccius Plautus) - De verboode vleeschverkoper bedroogen. Gevolgt uit Phseudolus naar Plautus. 1712




033960 - Hendrik van Halmael (naar het Latijn van Titus Maccius Plautus) - De verliefde gryzaard betrapt. 1709
K. Wat schortje Lobbes, moet gy ny altyd verzellen?
Of vreest gy dat ik zonder u myn zaaken niet kan bestellen?
Gy loopt my achter de poort a; was’er een Goutmyn in,
Ik kan u niet kwyt raaken, wat ik ook verzin.



033970 - Hendrik van Halmael - Verstand en deugd. 1711




033980 - Hendrik van Halmael - Vervolg van de eerste en tweede geveinsde Kwaker. 1711




033990 - Hendrik van Halmael - Vervolg van De geveinsde Kwaaker. 1709
D. Ommers zyn ’er boose, die de goede benyen.
Ik denk van den aap zoo dom niet te schyen,
’t Is my deugdelyk gemaakt van myn geneege vrindin,
’k heb haar ook getroost met een beeter gewin.



034000 - Hendrik van Halmael - Waarheid en loogen. 1700
W. Terwyl om hoog ’t heel Al besit een volle rust,
Ben ik om ’t mensdom eens te zien om laag belust.
Hier zynder, die, verdrukt door snood Bedrog en Loogen,
Verlangen dat zy myn gezicht beschouwen moogen:



034010 - Hendrik van Halmael - Waarheid en loogen. 1715




034020 - [Hendrik van Halmael] - Wysheid en zotheid. 1699
O Aangenaam Gezicht! van Velden en Valeyen,
Daar ’t oog zich overal zoo lustig kan verspreyen.



034030 - Hendrik van Halmael - De zedemeester en kantoorknegt, bedriegers. 1698a v




034040 - Hendrik van Halmael - De zedemeester en kantoorknegt, bedriegers. 1698b v




034050 - [Hendrik van Halmael] - De zedemeester en kantoorknegt, bedriegers. 1707
L. Seldrement, na huys: onze Jonker heeft my daar opgehouwen.
De gansche nacht in de kroeg! zo mag ik haast de waardin trouwen.
’T is een hupse karonje: de tyd viel me daar byster kort:
Zo onze Griet om dit bruyen niet knorrig word.



034060 - G. van Halmale - Algemene vreugde ter altydt aangenaame gedachte van het verjaaren der Alderdoorluchtigste Majesteit William. 1698




034070 - George Johannes Hammius (naar het Duits van Friedrich Julius Wilhelm Ziegler) - Eulalia Meinau, of de gevolgen eener hereenigde echtverbindtenis. 1792
Agt volle jaren boette ik, door waar berouw, een vergryp, het welk my myne eer, myne rust, ja, myn geheel geluk benam:



034080 - George Johannes Hammius (naar het Duits van Friedrich Julius Wilhelm Ziegler) - Eulalia Meinau, of de gevolgen eener hereenigde echtverbindtenis. 1798
Agt volle jaren boette ik, door waar berouw, een vergryp, het welk my myne eer, myne rust, ja, myn geheel geluk benam:



034090 - George Johannes Hammius (naar het Duits van August Wilhelm Iffland) - De huwlyksgift. 1797




034100 - [Pieter Willem van Haps] - Het huwelyk door list. 1694
A. Waar ben je, Robbert? kom. hoe drommel zwiert de gek!
R. Ik kan niet zien. O my! A. Daar bruid hy in den drek
Met myn Japonsche rok. O Schelm! gy hebt gedronken.
R. Een halfje maar, myn Heer. A. Wie heeft je dat geschonken
Zo vroeg? ’t is kwalyk dag.



034110 - [Pieter Willem van Haps] - De mansmoêr. 1699
Ja, Moffinnetje, of Mette, als ik jou myn meening zel zeggen,
Jy zelt jou Lichchaam aan dit huis geheel te kost moeten leggen;
En hebje lust? zo bekykt het vry van bovenen tot beneên,
En alle dagen moet jy ’et, getroost, nat fylen alleen:
Want hoor, Schaap, men heeft hier blauwe en witte Italiaanze vloeren.
Get, Mette! hoe snel zel jy jou dikke hammen moeten roeren!
Want weet, ik ben de tweede meid, ik pas op ’t kind en ik naai,
Ook maak ik fontanjens, en ’t beurd zomtyds wel dat ik braai.
Maar jy zelt hier ander werk vinden, dat wil ik jou zweeren!



034120 - [Pieter Willem van Haps] - De mansmoêr. 1714




034130 - Pieter Willem van Haps - De mansmoêr. 1762
Ja, Moffinnetje, of Mette, als ik jou myn meening zel zeggen,
Jy zelt jou Lichchaam aan dit huis geheel te kost moeten leggen;
En hebje lust, zo bekykt het vry van bovenen tot beneên,
En alle dagen moet jy ’et, getroost, nat fylen alleen:
Want hoor, Schaap, men heeft hier blaauwe en witte Italiaanze vloeren.
Get, Mette, hoe snel zel jy jou dikke hammen moeten roeren!
Want weet, ik ben de tweede meid, ik pas op ’t kind en ik naai,
Ook maak ik fontanjens, en ’t beurd zomtyds wel dat ik braai.
Maar jy zelt hier ander werk vinden, dat wil ik jou zweeren!



034140 - [Pieter Willem van Haps] - Sophonisba. 1698
Sc. Emilius, myn Vriend, wat ongemeene zegen,
Tot roem en welstand voor het roomsche volk verkreegen!
E. Ze is u een eeuwige eer, en Rome ziet haar Staat
Gehandhaafd door uw arm, verheerlykt door uw raad:



034150 - Pieter Willem van Haps - Sophonisba. 1714
Sc. Emilius, myn Vriend, wat ongemeene zegen,
Tot roem en welstand voor het Roomsche volk verkreegen!
E. Ze is u een eeuwige eer, en Rome ziet haar Staat
Gehandhaafd door uw arm, verheerlykt door uw raad:



034160 - [Pieter Willem van Haps] - Sophonisba. 1733a v
S. Emilius, myn Vriend, wat ongemeene zegen,
Tot roem en welstand voor het Roomsche volk verkreegen.
E. Ze is u een eeuwige eer, en Rome ziet haar Staat
Gehandhaafd door uw arm, verheerlykt door uw raad:



034170 - [Pieter Willem van Haps] - Sophonisba. 1733b v
Sc. Emilius, myn Vriend, wat ongemeene zegen,
Tot roem en welstand voor het Roomsche volk verkreegen.
E. Ze is u een eeuwige eer, en Rome ziet haar Staat
Gehandhaafd door uw arm, verheerlykt door uw raad:



034180 - Pieter Willem van Haps - Verliefde Brechje. 1700




034190 - [Pieter Willem van Haps] - Verliefde Brechje. 1705
Zie zo, Reindert Luikesz, zo moetje mit jou malle bedryven vaaren;
Nou is ’et meisje verliefd, hoe zelle wy ’et nou klaaren?
Al watje begrypt en uitvoerd, je mient alles is goed,
En je beelje in dat yder dan noch wel zwygen moet;
En as ien ander iets doet dan weetje wel te spreeken,
Dan zel ’t jou aan gien verwyting of schimpen ontbreeken.



034200 - [Pieter Willem van Haps] - Verliefde Brechje. 1720a v
Zie zo, Reindert Luikesz, zo moetje mit jou malle bedryven vaaren;
Nou is ’et meisje verliefd, hoe zelle wy ’et nou klaaren?
Al watje begrypt en uitvoert, je mient alles is goed,
En je beelje in dat yder dan noch wel zwygen moet;
En as ien ander iets doet dan weetje wel te spreeken,
Dan zel ’t jou aan gien verwyting of schimpen ontbreeken.



034210 - [Pieter Willem van Haps] - Verliefde Brechje. 1720bv
Zie zo, Reindert Luikesz, zo moetje mit jou malle bedryven vaaren;
Nou is ’et meisje verliefd, hoe zelle wy ’et nou klaaren?
Al watje begrypt en uitvoert, je mient alles is goed,
En je beelje in dat yder dan noch wel zwygen moet;
En as ien ander iets doet dan weetje wel te spreeken,
Dan zel ’t jou aan gien verwyting of schimpen ontbreeken.



034220 - [Pieter Willem van Haps] - Verliefde Brechje. 1786
Zie zo, Reindert Luikesz, zo moetje mit jou malle bedryven vaaren;
Nou is ’et meisje verliefd, hoe zelle wy ’et nou klaaren?
Al watje begrypt en uitvoert, je mient alles is goed,
En je beelje in dat yder dan noch wel zwygen moet;
En as ien ander iets doet dan weetje wel te spreeken,
Dan zel ’t jou aan gien verwyting of schimpen ontbreeken.



034230 - Pieter Willem van Haps Sr. - Hollants vree-tonneel, of bly-eynt speel. 1648




034240 - Anoniem (naar Onno Zwier van Haren) (naar het Nederlands van Onno Zwier van Haren) - Agon, sultan de Bantam. 1770




034250 - Anoniem (naar Onno Zwier van Haren) (naar het Nederlands van Onno Zwier van Haren) - Agon rex Banthami. 1799 ca.




034260 - Onno Zwier van Haren - Agon, sulthan van Bantam. 1769
Ik ga dan eindelyk een stille rust genieten,
Myn dagen zullen nu in vreed’ en vryheid vlieten!
De zorgen die de Throon omringen van rondsom,
Welk’ ieder dageraad en dachlicht brengd weêrom,
Die zullen nu voortaan by my geen plaats meer vinden,
En niet meer myne geest aan moeit’ en arbeid binden!



034270 - Onno Zwier van Haren - Agon, sulthan van Bantam. 1770




034280 - Onno Zwier van Haren - Agon, sulthan van Bantam. 1773
Ik ga dan, eindelyk, een vrye tyd genieten;
Myn’ uuren zullen, thans, in rust en stilte vlieten!
De zorgen, die gestâag omcingelen den Throon,
En d’arbeid die bezwaard, in Vreede selv’, een Kroon,
Verdweenen voor myn oog, gaan anderen nu vinden,
En aan bekommering en moeylykheden binden;



034290 - Onno Zwier van Haren - Agon, sulthan van Bantam. 1775 ca.
Ik ga dan eindelyk een stille rust genieten,



034300 - Onno Zwier van Haren - Agon, sulthan van Bantam. 1779
Ik ga dan eindelyk,



034310 - Onno Zwier van Haren - Agon, sulthan van Bantam. 1786
Ik zal dan eindlijk eens een stille rust genieten;
Mijn dagen zullen nu in vrede en vrijheid vlieten!
De zorg en kommer, die geduriglijk rondom
Den Rijksthroon zweeft, en die elk daglicht brengt weêrom,
Zal nu in mijn gemoed voortaan geen plaats meer vinden,
En langer niet myn’ geest aan moeite en arbeid binden!



034320 - [Onno Zwier van Haren] (naar het Frans van Alain-René Lesage, Louis Fuzelier en D’Orneval) - Pietje, en Agnietje, en de doos van Pandora. 1779
Bekoorlyk beeld! gevolg van Jupiter’s gebied,
Volmaakte schoonheid deeser aarde,
Beminlyk werk van onbetaalb’re waarde,
Helaas! gy hoord myn stem, nog myne wenschen niet!



034330 - Onno Zwier van Haren - Willem de eerste prins van Oranje. 1773
M. Graaf Lodewyk hier ook in ’t eynde van de nacht!
Gy binnen Delft, Mynheer, terwyl Verdugo’s macht
De Friesche Grensen dreigd, en dat de Spaansche Benden
Al-om zig na den Eems, of na de Lauwers wenden?
Maar neen! uw’ overkomst is ons een vaste borg,
Dat alles aan die zyd’, is buiten vrees en zorg!
L. Verdugo heeft, ’t is waar, versterkingen bekomen,
En ’t Spaansche heyr heeft ook den togt reeds aangenomen
En staat by Oldenzeel: maar ik kan nog niet zien
Dat deese wendingen met rechten ernst geschien.



034340 - Onno Zwier van Haren - Willem de Eerste, prins van Oranje. 1779




034350 - Harmodius Friso (= Pieter Vreede) - De bloed-raad, of de gevloekte zaamensweering op ’t Loo. 1786a v
Zyt welkom, lieve Moord, myn steun en regtehand
Die Vryheid voor my boeid en legt aan eenen band.
’k Heb U ontbode om meê, wyl ik U kan betrouwen,
Den Bloed-Raad hier ter Steê, in veiligheid te houwen.
’k Gaf last dat den Soldaat, die op myn wenken vliegt,
Moet zorgen, dat ’er ons geen mensch wie ’t zy bedriegt.
Ik heb den ondergang van heel het Land beschooren,
Men woede is uit haar zelf en door haar zelf geboren.
Myn Grootheid die ik had en die my eigen scheen,
Zien ik zo onverwagt tot veeler smart vertreên.
Zy hebben dit gedaan, berokkend, afgesponnen,
Maar hebben myne Wraak bedagtelyk niet verzonnen.



034360 - Harmodius Friso (= Pieter Vreede) - De bloed-raad, of de gevloekte zaamensweering op ’t Loo. 1786b v




034370 - Harmodius Friso (= Pieter Vreede) - De twist der mogendheden, of de nydige keiser, in zyne onregtvaerdigheden tegengegaan. 1785




034380 - Elizabet Hartloop - Tobias. 1688




034390 - [Anthony Hartsen] (naar het Duits van F.G. Freiherr von Nesselrode zu Hugenboett) - De adelyke landman. 1779
Wat slaapt myn Vader gerust! De vaak heeft hem hier in de schaduw bekropen.
Ach! konde ik zyn’ arbeid daardoor verligten, ’k zou door een vuur voor hem loopen.
Wat doet hy niet voor my! ’k Zal zyn lessen altyd bewaaren in myn hart.
Wat verschilt hy met andere boeren! Hy kent gewis, en ligt tot zyn smart,
De waereld ter degen; ’k had anders door hem nooit zo veel daarvan vernoomen.



034400 - Anthony Hartsen (naar het Duits van F.G. Freiherr von Nesselrode zu Hugenboett) - De adelyke landman. 1786




034410 - [Anthony Hartsen] (naar het Frans van Voltaire (ps. van François-Marie Arouet)) - Mahomet. 1770a v
Ik de oogen neêrslaan voor zyn valsche wonderwerken!
Ik dus het loos bedrog diens Dweepers nog versterken!
Hem, dien ’k uit Mecca bande, in Mecca hulde biên!
Neen, Fanor! ’t Godendom verdelg’ me, als ge ooit zult zien
Dat deeze hand, nog vry en zuiver, ’t oproer streele,
Of dat ik in de list van die Verleider deele!



034420 - [Anthony Hartsen] (naar het Frans van Voltaire (ps. van François-Marie Arouet)) - Mahomet. 1770b v
Ik de oogen neêrslaan voor zyn valsche wonderwerken!
Ik dus het loos bedrog diens Dweepers nog versterken!
Hem, dien ’k uit Mecca bande, in Mecca hulde biên!
Neen, Fanor! ’t Godendom verdelg’ me, als ge ooit zult zien
Dat deeze hand, nog vry en zuiver, ’t oproer streele,
Of dat ik in de list van die Verleider deele!



034430 - [Anthony Hartsen] (naar het Frans van Voltaire (ps. van François-Marie Arouet)) - Mahomet. 1783
Ik de oogen neêrslaan voor zyn valsche wonderwerken!
Ik dus het loos bedrog diens Dweepers nog versterken!
Hem, dien ’k uit Mecca bande, in Mecca hulde biên!



034440 - [Anthony Hartsen] (naar het Frans van Pierre Carlet de Chamblain de Marivaux) - De moeder, vertrouwde van haare dochter. 1762
Le. Hoe! Lysje! komt ge alléén? waar blyft Emilia?
Ly. Ze is by Mevrouw, Mynheer. Le. Zal zy hier komen? Ly. Ja.
’k Heb haar gewenkt dat ik voor¨it zou wandlen;
En haastte my om eerst met u iets af te handlen,
Schoon zy ’t niet weet. Uw liefste en ik, Mynheer!
Wy kennen uw gelaat, maar ook van u niets meer,
Want wandlen gaande ontmoetten we u toevallig.



034450 - [Anthony Hartsen] (naar het Frans van Pierre Carlet de Chamblain de Marivaux) - De moeder, vertrouwde van haare dochter. 1783
Le. Hoe! Lysje! komt ge alléén? waar blyft Emilia?
Ly. Ze is by Mevrouw, Mynheer. Le. Zal zy hier koomen?
Ly. ’k Heb haar gewenkt dat ik voor¨it zou wandlen;
En haastte my om eerst met u iets af te handlen,
Schoon zy ’t niet weet. Uw liefste en ik, Mynheer!
Wy kennen uw gelaat, maar ook van u niets meer,
Want wandlen gaande ontmoetten we u toevallig.



034460 - Anthony Hartsen (naar het Frans van Voltaire (ps. van François-Marie Arouet)) - De profeet Mahomet. 1790 ca.




034470 - [Anthony Hartsen] (naar het Duits van Johann Christian Brandes) - De vrouw naar de waereld. 1777
M. Hendrik!.. hoort gy niet? Hendrik!
H. Mynheer! Mynheer!
M. De deur word opengedaan. Zie wie ’er is.
H. Ik zal, Mynheer.
M. Die onbarmhertige!..
Neen, dat is het rechte middel niet; dat is mis. Een verstandig man moet gedienstig, liefderyk, en zelfs toegeeflyk omtrent zwakheden weezen,



034480 - Anthony Hartsen (naar het Duits van Johann Christian Brandes) - De vrouw naar de waereld. 1784
M. Hendrik!.. hoort gy niet? Hendrik!
H. Mynheer! Mynheer!
M. De deur word opengedaan. Zie wie ’er is.
H. Ik zal, Mynheer.
M. Die onbarmhertige!..
Neen, dat is het rechte middel niet; dat is mis. Een verstandig man moet gedienstig, liefderyk, en zelfs toegeeflyk omtrent zwakheden weezen,



034490 - Anthony Hartsen (naar het Frans van Voltaire (ps. van François-Marie Arouet)) - De wedergevonden zoon. 1759
Myn lieve Buurman! laat ons lagchen; zucht zo niet;
Vergeet toch nevens my luchthartig uw verdriet,
Nadien myn Dochter, door myn’ raad tot min gedreeven,
Uw treurend huisgezin in vreugd zal doen herleeven.



034500 - [Anthony Hartsen] (naar het Frans van Voltaire (ps. van François-Marie Arouet)) - De wedergevonden zoon. 1761
Myn lieve Buurman! laat ons lagchen; zucht zo niet;
Vergeet toch nevens my luchthartig uw verdriet,
Nadien myn Dochter, door myn’ raad tot min gedreeven,
Uw treurend huisgezin in vreugd zal doen herleeven.



034510 - [Anthony Hartsen] (naar het Frans van Voltaire (ps. van François-Marie Arouet)) - De wedergevonden zoon. 1770
Myn lieve Buurman! laat ons lagchen; zucht zo niet;
Vergeet toch nevens my luchthartig uw verdriet,
Nadien myn Dochter, door myn’ raad tot min gedreeven,
Uw treurend huisgezin in vreugd zal doen herleeven.



034520 - Anthony Hartsen (naar het Frans van Voltaire (ps. van François-Marie Arouet)) - De wedergevonden zoon. 1780




034530 - [Rederijkers van Kortrijk (Kruisbroeders) (naar Anthony Hartsen)] (naar het Frans van Voltaire (ps. van François-Marie Arouet)) - De profeét Mahomet. 1783 ca.
Ik d’oogen neêrslaen voor zyn valsche wonderwerken!
Ik dus het loos bedrog diens dweepers nog versterken!
Hem, dien ’k uit Mecca bande, in Mecca hulde biên!
Neen, Fanor! ’t Godendom verdelg’ m’, als g’ooit zult zien
Dat deêze hand, nog vry en zuiver, ’t oproer streele,
Of dat ik in de list van die verleider deele!



034540 - Anthony Hartsen & Henri Jean Roullaud (naar het Duits van Heinrich Ferdinand Möller) - De graaf van Waltron. 1789




034550 - Anthony Hartsen & Henri Jean Roullaud (naar het Duits van Heinrich Ferdinand Möller) - De graaf van Waltron. 1791




034560 - Anthony Hartsen of Lucas Pater (naar het Frans van Doucet [= Charles-Georges Coqueley de Chaussepierre]) - De heer Cassander, of de uitwerkingen van de liefde en het koperrood. [...] door den vertaaler verrijkt met eene narede achter het spel. 1778 ca.




034570 - Jan Jacob Hartsinck (naar het Frans van Louis Sébastien Mercier) - De deugdzaame armoede. 1776
Het is nog vroeg in den morgen... zeven uuren... mietje slaapt... ik ben niet vermoeid: het grootste geluk, dat my de Hemel gaf,



034580 - Jan Jacob Hartsinck (naar het Frans van Louis Sébastien Mercier) - De deugdzaame armoede. 1787




034590 - Jan Jacob Hartsinck - De edelmoedige rykdom. 1780




034600 - [Jan Jacob Hartsinck] (naar het Frans van Louis de Boissy) - De Hagenaar te Enkhuizen. 1758
Heer Baron, om u de waarheid te zeggen,
ik had de moeite wel kunnen sparen om my herwaarte te begeven,
En den Haag, dat sejour du beau monde,
dat middelpunt der politesse en van het leven,



034610 - Jan Jacob Hartsinck (naar het Frans van Louis de Boissy) - De Hagenaar te Enkhuizen. 1784




034620 - [Jan Jacob Hartsinck] (naar het Frans van Christophe Bartélemi Fagan) - De minderjarige. 1758a v
Valerius! ik zeg noch eens, bedenk u wel, op het geen gy my verzoekt te doen.
V. Oom! ik was zot, indien ik om al het goed der Waereld, uw fatsoen
In de waagschaal wilde zetten, en u aan een weigring bloot stellen, ik wil zweeren,
Dat myne zaaken met Julia op een voet staan, om niet te rug te kunnen keeren.



034630 - [Jan Jacob Hartsinck] (naar het Frans van Christophe Bartélemi Fagan) - De minderjarige. 1758b v
Valerius! ik zeg noch eens, bedenk u wel, op het geen gy my verzoekt te doen.
V. Oom! ik was zot, indien ik om al het goed der Waereld, uw fatsoen
In de waagschaal wilde zetten, en u aan een weigring bloot stellen, ik wil zweeren,
Dat myne zaaken met Julia op een voet staan, om niet te rug te kunnen keeren.



034640 - [Jan Jacob Hartsinck] (naar het Frans van Christophe Bartélemi Fagan) - De minderjarige. 1778




034650 - Joh.Will. van Hasselt (naar het Duits van J.C. Lavater) - Abraham en Izaac. Godsdienstig schouwspel. 1788




034660 - Maurits van Hattum - De orakel-vaas. 1740
Het is van daag nu al drie weeken,
Is het wel waard om van te spreeken?
Dat ik niet meer vong als een Aal;
Ik hoop de kans die zal eens keeren;
Zo niet, ik zeg ’t is drommels kaal:
Dies laat ons hier,
Aan dees Rivier,
’t Hoch eens probeeren.



034670 - Maurits van Hattum - Het vermakelijk avont-uur. 1767




034680 - Maurits van Hattum en Louis Anseaume (naar het Frans van Alain René Lesage, en d’Orneval) - De verkeerde waereldt. Ten deelen gevolgt naar het Fransche. 1742




034690 - Jan Haverkamp (naar het Frans van Voltaire (ps. van François-Marie Arouet)) - Brutus. 1736
Tieranverdelgers, door geen Koningen geboôn,
Dan door de Wetten, door uw Deugt, en Numaas Goôn,
Weet dat de Vyant ons in ’t eind’ begint te kennen.
Die Trotschen, die zich durfde aan meestertaal gewennen,



034700 - Jan Haverkamp (naar het Frans van Voltaire (ps. van François-Marie Arouet)) - Brutus. 1752a v
Gy, Dwing’lantstoorders, die geen Koningen begeert,
Maar Numaas Goôn, uw Deugt, en onze Wetten eert,
Weet dat de Vyant ons in ’t eind’ begint te kennen.
Die Trotschen, die zich durfde aan meestertaal gewennen,
Porsenna, ’t steunsel van Tarquyns geweld’nary,



034710 - Jan Haverkamp (naar het Frans van Voltaire (ps. van François-Marie Arouet)) - Brutus. 1752b v
Gy, Dwing’lantstoorders, die geen Koningen begeert,
Maar Numaas Goôn, uw Deugt, en onze Wetten eert,
Weet dat de Vyant ons in ’t eind’ begint te kennen.
Die Trotschen, die zich durfde aan meestertaal gewennen,
Porsenna, ’t steunsel van Tarquyns geweld’nary,



034720 - Jan Haverkamp (naar het Frans van Voltaire (ps. van François-Marie Arouet)) - Brutus. 1753
Gy, Dwing’lantstoorders, die geen Koningen begeert,
Maar Numaas Goôn, uw Deugt, en onze Wetten eert,
Weet dat de Vyant ons in ’t eind’ begint te kennen.
Die Trotschen, die zich durfde aan meestertaal gewennen,
Porsenna, ’t steunsel van Tarquyns geweld’nary,



034730 - Jan Haverkamp (naar het Frans van Voltaire (ps. van François-Marie Arouet)) - Brutus. 1785




034740 - Jan Haverkamp (naar het Frans van Claude Boyer) - Clotilde. 1732
C. Staak uw gevlei. L. Men kan het niet genoeg betuigen,
Wat hart moet in dit hof voor uw gebiet niet buigen?
Uwe overwinningen vermeeren dag op dag;
Alreets in ééne maant, dat u dit Hof maar zag,



034750 - [Jan Haverkamp] (naar het Frans van Nicolas de Péchantrès) - De dood van Nero. 1709
’t Is Otho. Hoe! myn Heer, zyt gy het? welke zorgen
Doen u vol onrust, en verbaasdheid, in den morgen
In Cesars hofpaleis verschynen, daar gy ziet
Dat elk de zoetheid van de nachtrust noch geniet?



034760 - [Jan Haverkamp] (naar het Frans van Nicolas de Péchantrès) - De dood van Nero. 1720a v
’t Is Otho. Hoe! myn Heer, zyt gy het? welke zorgen
Doen u vol onrust, en verbaasdheid, in den morgen
In Cesars hofpaleis verschynen, daar gy ziet
Dat elk de zoetheid van de nachtrust noch geniet?



034770 - [Jan Haverkamp] (naar Nicolas de Péchantrès) - De dood van Nero. 1720b v
’t Is Otho. Hoe! myn Heer, zyt gy het? welke zorgen
Doen u vol onrust, en verbaasdheid, in den morgen
In Cesars hofpaleis verschynen, daar gy ziet
Dat elk de zoetheid van de nachtrust noch geniet?



034780 - Jan Haverkamp (naar het Frans van Henri Richer) - Sabinus en Eponina. 1738
Vrees niet dat uw gezigt de Roomsche Krygsliên tergt,
Nu dit Romeinsch gewaadt u voor hun oog verbergt.
Gy zult hier Primus zien; ontdek hem uw gedachten.
Maar waagt gy niets, myn Heer, als gy hem durft verwachten.



034790 - Jan Haverkamp (naar het Frans van Henri Richer) - Sabinus en Eponina. 1741a v
Vrees niet dat uw gezigt de Roomsche Krygsliên tergt,
Nu dit Romeinsch gewaadt u voor hun oog verbergt.
Gy zult hier Primus zien; ontdek hem uw gedachten.
Maar waagt gy niets, myn Heer, als gy hem durft verwachten.



034800 - Jan Haverkamp (naar het Frans van Henri Richer) - Sabinus en Eponina. 1741b v




034810 - Jan Haverkamp (naar het Frans van Henri Richer) - Sabinus en Eponina. 1741c v
Vrees niet dat uw gezigt de Roomsche Krygsliên tergt,
Nu dit Romeinsch gewaadt u voor hun oog verbergt.
Gy zult hier Primus zien; ontdek hem uw gedachten.
Maar waagt gy niets, myn Heer, als gy hem durft verwachten.



034820 - Jan Haverkamp (naar het Frans van Henri Richer) - Sabinus en Eponina. 1741d v
Vrees niet dat uw gezigt de Roomsche Krygsliên tergt,
Nu dit Romeinsch gewaadt u voor hun oog verbergt.
Gy zult hier Primus zien; ontdek hem uw gedachten.
Maar waagt gy niets, myn Heer, als gy hem durft verwachten.



034830 - [Jan Haverkamp] (naar het Frans van Pierre Corneille) - Sertorius. 1722
Aufidius, hoe komt die onrust in myn zinnen,
Waar door myn hart niet meêr zyn driften kan verwinnen?
De schrik, die tegen dank het snoot verraat my geeft,
Maakt dat myn reden zelf all’ myne hoop weêrstreeft;



034840 - [Jan Haverkamp / Katharina Lescailje] (naar het Frans van Nicolas de Péchantrès) - Geta, of de broedermoord van Antoninus. 1713
Al. Heeft deze dag, myn Heer, twee Keizeren van Romen,
U, en uw Broeder, tot een ryksverdrag doen komen,
Verdeelende onder u des waerelds heerschappy?
An. ’k Weet dat Severus dit begeerde; maar meent gy,



034850 - [Jan Haverkamp / Katharina Lescailje] (naar het Frans van Nicolas de Péchantrès) - Geta, of de broedermoort van Antoninus. 1735a v
Al. Zien we op deez’ dag, myn Heer, twee Keizeren van Romen,
U, en uw Broeder, tot een ryksverdrag gekomen,
Waardoor de heerschappy der Waerelt wordt verdeeld?
An. ’k Weet dat Severus zulks begeerde; maar verbeeldt



034860 - [Jan Haverkamp / Katharina Lescailje] (naar het Frans van Nicolas de Péchantrès) - Geta, of de broedermoort van Antoninus. 1735b v




034870 - Willem Haverkorn de Jonge Wzn. - De aanslag op Antwerpen. 1780
Anjous onrustige aart sterkt my in myn vermoeden.
Hy, die zyn krygsvolk naar deez’ legerwal doet spoeden,
Smeed heimlyk een ontwerp tot nadeel van den Staat.
Schoon onbewust van welk een list hy zwanger gaat
Ducht elk een legerhoofd, volleerd in hoofsche streeken.



034880 - Willem Haverkorn de Jonge Wzn. - Aleid van Poelgeest. 1778




034890 - Willem Haverkorn de Jonge Wzn. - Aleid van Poelgeest. 1785




034900 - Willem Haverkorn de Jonge Wzn. - Claudius Civilis. 1779




034910 - Willem Haverkorn de Jonge Wzn. - Claudius Civilis. 1795




034920 - Willem Haverkorn de Jonge Wzn. - Claudius Civilis. 1800 ca.




034930 - Willem Haverkorn de Jonge Wzn. - Elizabeth Woodeville, weduwe van Eduard den Vierden, koning van Engeland. 1784




034940 - Willem Haverkorn de Jonge Wzn. - Elizabeth Woodeville, weduwe van Eduard den Vierden, koning van Engeland. 1789




034950 - Willem Haverkorn de Jonge Wzn. - De overwinning van Willem den Eersten, prins van Orange, of de aanslag op Antwerpen 1799 ca.




034960 - Willem Haverkorn de Jonge Wzn. - Robbert de Vries. 1777a v
ô Ja. myn hartvrindin, beklaag myn ongelukken,
En zyt getuige van de rampen die my drukken.
Vergeefs heeft uwe raad van my meer moeds begeerd:
Myn hart word eindeloos door droefheid overheerd.



034970 - Willem Haverkorn de Jonge Wzn. - Robbert de Vries. 1777b v




034980 - Willem Haverkorn de Jonge Wzn. - Robbert de Vries. 1778a o
ô Ja. myn hartvrindin, beklaag myn ongelukken,
En zyt getuige van de rampen die my drukken.
Vergeefs heeft uwe raad van my meer moeds begeerd:
Myn hart word eindeloos door droefheid overheerd.



034990 - Willem Haverkorn de Jonge Wzn. - Robbert de Vries. 1778b o




035000 - Willem Haverkorn de Jonge Wzn. - De zegepraal der Onschuld. 1793




035010 - Jacobus Havius - Zariadres en Odatis, ofte geluckige droom-liefde, vertoonende de kracht der liefde en de vrye keur der selve. 1658 ca.




035020 - V. Hazart (naar het Frans van Jean Baptiste Poquelin Molière) - De quel-geesten. 1681
Wat ster, ô Hemel, is ’t, daar ’k onder ben geboren,
Dat my altijd, en waar ik wesen mag,
Quel-Geesten, die mijn siel vermoorden, sijn beschooren!
’k Ontmoet’er alle daag weer van een nieuwe slag:
Maar d’alderslimst’ is nog de vent van desen dag.



035030 - V. Hazart (naar het Frans van Jean Baptiste Poquelin Molière) - Quelgeesten. 1718 ca.
Wat ster, ô Hemel, is ’t, daar ’k onder ben geboren,
Dat my altijd, en waar ik wesen mag,
Quel-Geesten, die mijn siel vermoorden, sijn beschooren!
’k Ontmoet ’er alle dag weer van een nieuwe slag:
Maar d’alderslimst’ is nog de vent van desen dag.



035040 - Joh. Hazeu Corn.zn. - De zegepraal van Mr. J. Necker. 1789




035050 - Johannes Heckius / Van Heeck - Hecastus.




035060 - [Abraham Heems] - Absalon, of de gestrafte heerschzucht. 1721 ca.
D. Is ’t waar, Etheo, zeg, het geen gy my verhaalt?
Zou myn ontaarde zoon, van eer en plicht verdwaald,
Weêrom myn eernaam met de snoodste schand bevlekken,
En my als muiteling en vyand tegen trekken?



035070 - Abraham Heems - Antipater, of de dood van Alexander en Aristobulus. 1723
P. Gy hebt Antipater op nieuws iets ondernomen?
A. Ja, ’k zal wel eind’lyk eens dien hoek te boven komen,
Schoon ’t met uw bystand my nu tweemaal is mislukt.
Niets is ’er dat myn ziel vol staatzucht meerder drukt,



035080 - [Johan van Heemskerk] (naar het Frans van Pierre Corneille) - De Verduytste Cid. 1641a d
Van al dees vryers, die met dagelijcx verkeeren,
U dochter soecken aen, en mijne gunst begeeren,
Betoonen van haer min wel t’aldermeeste blijck
Don Rodrig en Don Sanche, in dienst en plicht gelijck.



035090 - [Johan van Heemskerk] (naar het Frans van Pierre Corneille) - De Verduytste Cid. 1641b d
Van al dees vryers, die met dagelijckx verkeeren
U dochter soecken aen, en mijne gunst begheeren,
Betoonen van haer min wel ’t aldermeeste blijck
Don Rodrig’ en Don Sanche’, in dienst en plicht ghelijck.



035100 - [Johan van Heemskerk] (naar het Frans van Pierre Corneille) - De Cid. 1641c d
Van al de Vryers die met dagelijcx verkeeren
U dochter soecken aen, en mijne gunst begeeren,
Betoonen van haer min wel ’t aldermeeste blijck,
Don Rodrig’ en Don Sanche in dienst en plicht gelijck,



035110 - Johan van Heemskerk (naar het Frans van Pierre Corneille) - De Verduytste Cid. 1650




035120 - [Johan van Heemskerk] (naar het Frans van Pierre Corneille) - De Verduytste Cid. 1662a d
Van al dees Vryers, die met dagelijcks verkeeren,
U Dochter soeken aen, en mijne gunst begeeren,
Betoonen van haer Min wel ’t aldermeeste blijck
Don Rodrig en Don Sanche, in dienst en plicht gelijck.



035130 - [Johan van Heemskerk] (naar het Frans van Pierre Corneille) - De Verduytste Cid. 1662b d
Van al dees Vryers, die met dagelijckx verkeeren
U Dochter soecken aen, en mijne gunst begeeren,
Betoonen van haer Min wel ’t aldermeeste blijck
Don Rodrig’ en Don Sanche, in dienst en plicht gelijck.



035140 - Johan van Heemskerk (naar het Frans van Pierre Corneille) - De Verduytste Cid. 1662c d




035150 - Johan van Heemskerk (naar het Frans van Pierre Corneille) - De Verduitste Cid. 1669




035160 - Johan van Heemskerk (naar het Frans van Pierre Corneille) - De Verduitste Cid. 1670




035170 - Johan van Heemskerk (naar het Frans van Pierre Corneille) - Verduytste Cid. 1678




035180 - [Johan van Heemskerk] (naar het Frans van Pierre Corneille) - De Verduytste Cid. 1683
Van al dees Vryers, die met dagelijcks verkeeren
U Dochter soeken aen, en mijne gunst begeeren,
Betoonen van haer min wel ’t aldermeeste blijck
Don Rodrig’ en Don Sanche, in dienst en plicht ghelijck.



035190 - [Johan van Heemskerk] (naar het Frans van Pierre Corneille) - De Cid. 1697a v
Van al deez’ Vryers, die met dagelyks verkeeren
Uw Dochter zoeken aan, en myne gunst begeeren,
Betoonen van haar min wel ’t aldermeeste blyk,
Don Rodrig’ en Don Sanche, in dienst en plicht gelyk.



035200 - [Johan van Heemskerk] (naar het Frans van Pierre Corneille) - De Cid. 1697b v
Van al deez’ Vryers, die met dagelyks verkeeren
Uw Dochter zoeken aan, en myne gunst begeeren,
Betoonen van haar min wel ’t aldermeeste blyk,
Don Rodrig’ en Don Sanche, in dienst en plicht gelyk.



035210 - [Johan van Heemskerk] (naar het Frans van Pierre Corneille) - De Cid. 1697c v
Van al deez’ Vryers, die met dagelyks verkeeren
Uw Dochter zoeken aan, en myne gunst begeeren,
Betoonen van haar min wel ’t aldermeeste blyk,
Don Rodrig’ en Don Sanche, in dienst en plicht gelyk.



035220 - Johan van Heemskerk (naar het Frans van Pierre Corneille) - Verduytste Cid. 1700




035230 - [Johan van Heemskerk] (naar het Frans van Pierre Corneille) - De Verduitste Cid. 1700 ca.
Van al dees Vrijers, die met dagelijks verkeeren
U Dochter soeken aan, en myne gunst begeeren,
Betoonen van haar min wel ’t aldermeeste blijk
Don Rodrig’ en Don Sanche, in dienst en plicht gelijk.



035240 - Johan van Heemskerk (naar het Frans van Pierre Corneille) - De Verduytste Cid. 1710 ca.
Van al dees Vrijers, die met dagelijks verkeeren
U Dochter soeken aen, en mijne gunst begeeren,
Betoonen van haer min wel ’t aldermeeste blijk
Don Rodrig’ en Don Sanche, in dienst en plicht gelijk.



035250 - [Johan van Heemskerk] (naar het Frans van Pierre Corneille) - De Verduytste Cid. 1725
Van al dees Vryers, die met dagelycks verkeeren,
Uw Dochter zoeken aan, en myne gunst begeeren,
Betonen van haar Min wel ’t aldermeeste blijk
Don Rodrig en Don Sanche, in dienst en plicht gelyk.



035260 - [Johan van Heemskerk] (naar het Frans van Pierre Corneille) - De Cid. 1732
Van al deez’ Vryers, die met dagelyks verkeeren, Uw Dochter zoeken aan, en myne gunst begeeren,



035270 - [Johan van Heemskerk] (naar het Frans van Pierre Corneille) - De Cid. 1736
Van al deez’ Vryers, die met dagelyks verkeeren
Uw Dochter zoeken aan, en myne gunst begeeren,
Betoonen van haar min wel ’t aldermeeste blyk,
Don Rodrig’ en Don Sanche, in dienst en plicht gelyk.



035280 - [Johan van Heemskerk] (naar het Frans van Pierre Corneille) - De Cid, uit het Fransch van den Heer Corneille, zo als het zelve op den Amsteldamschen schouwburg word vertoond. 1760
G. Gy hebt het eind’lyk weg, en word door gunst verheven
Tot vord’ring van een staat, die my moest zyn gegeeven.
De Koning u ’t bestier gunt van de Prins zyn Zoon.
D. Dit blyk van eer, dat hy steld in myn huis ten toon,
Wyst uit dat hy bemind het recht, en weet te achten
De diensten die, weleer gedaan, hem nut toebragten.
G. Hoe groot een Koning is, hy is een mensch, als wy,
En valt met zyne keur wel aan de onrechte zy;
Ja deez’ verkiezing toond aan die te Hoof verkeeren,
Dat diensten, nu ter tyd gedaan, haar loon ontbeeren.
D. Laat ons niet spreeken meêr van’t geen niet diend tot vrê,
De gunst heeft hier gehad by loon van dienst haar steê:
’t Kan zyn dat in uw keur wierd meêr waardy gevonden,
Maar ’s Konings zinlykheid heeft zich aan my gebonden,



035290 - Willem Heemskerk - Hebreeusche heldinne. 1647
Zoo doende, zal de Zon der Assyriers ontduystren,
En ’s Vorsten herssen-schael met stralen-glants omluistren:
Zoo doende, stijgt sijn Throon tot d’hoogste Majesteyt,
Waer op hy, als een God, den opper-scepter zweit.



035300 - Jacob Heerman (naar het Frans van J. Mairet) - Chryseide en Arimants. 1639




035310 - J. van der Heiden - Cleander en Amaril, ofte gestadige liefde. 1681




035320 - David Elias Heidenreich (naar het Nederlands van Joost van den Vondel) - Die Rache zu Gibeon oder die sieben Br¨der aus dem Hause Sauls. 1662




035330 - Daniel Heinsius - Auriacus sive libertas saucia. 1602
Rerum beate rector, & magni parens
NATVRA mundi: Vitaque, & Lex omnium
In se fluentes quae trahis rerum vices,
Iocoque inani ludis humanum genus,
Lateque fusi sancta maiestas poli.



035340 - Daniel Heinsius - Herodes infanticida. 1632
Hic Betlehemi tecta surgentis jacent,
Parvaeque turres; aula nascentis Dei
Et prima nutrix. hic Idumaeae soror,
Miraculorum mater & regum parens,
Iudaea tellus, claudit extremum latus.



035350 - Daniel Heinsius - Herodes infanticida. 1649




035360 - Anth. van der Hel - ’t Spel van Trooijen, gemaakt 1666.. 1666




035370 - Jan Frederik Helmers - Dinomaché, of de verlossing van Athene. 1798
Rys, heilig kroost der goôn! ryst, achtbre priesterscharen!
Gy zoekt niet vruchteloos een schuilplaats by de altaren.




035380 - J.B. Hendrix - De verdruckte godvrugtigheid, afgebeeld in ’t houwelijck, lyden en doodt van de H. Maget en Martelaeresse Godelieve. 1722




035390 - J.B. Hendrix - De verdrukte godvruchtigheyd, afgebeeld in ’t houwelyk, lyden en dood van de H. Maegd en Martelaeresse Godelieve. 1740 ca.




035400 - J.B. Hendrix - De verdruckte Godtvruchtigheyd afgebeeld in het Houwelijck, Lyden en Dood vande H. Maghet en Martelaresse Godelieve. 1760 ca.




035410 - Robert Hennebo (naar het Frans van Guillaume Toussaint Domis) - De uytvaard van meester Andries. 1720
Na de Pomp, na de Pomp als gy lust hebt om te drinken.



035420 - Robert Hennebo - De uytvaard van meester Andries. 1767 ca.




035430 - Christiaen Henricx - David ende Absalon. 1625
Het hert eens yegelicx in Isr’el volgt hem na:
Oy: laet ons vlieden: op gesellen: haest u dra;
Dat ons den Jongelinc verrasschend’ niet ontsiele,
En door de scherpt des sweerts de gansche Stadt verniele.



035440 - A. van Hensbroek - Het levendig gebraat. 1708




035450 - Elias Herckmans - Slach van Vlaenderen geschiedt tusschen den prince van Oranien ende den doorluchtighen eerts-hertogh Albertus. 1624
Helaes wat nare schrick my schrickelijck komt verschricken?



035460 - Elias Herckmans - Tyrus belegheringhe en ondergangk door de laeste veroveringhe van Alexander de Groote, coninck van Macedonien de Derde monarch der bewoonder werelt, anno salutis 1627. Idus februarij. Op het spreeckwoort: Hooghmoet komt voor den val. 1627




035470 - J.B. Hermans - Het leven van Constantinus ende van de H. Helena. 1700 ca.




035480 - Peter de Herpener - Een factie oft spel, openbaerlijc vanden Violieren binnen Antwerpen ghespeelt [...] 1609 ca.
Al dat ooren heeft wilt ghehoor gheven
En met vreuchden leven,, maect verblijdinghe
Luystert toe ic ben Fame van goede tijdinghe
U naect bevrijdinghe,, van Mars den tirant
Want,, nu Bestant,, is ghekomen hier int lant
Syn een hant,, heef hy daer door verloren
Al hadde hy hier elx doot ghesworen
Synen moet is verloren,, zijnde des zeer kranc.



035490 - Peter de Herpener - Een factie oft spel, voer den coninck Philippus onsen ghenadichsten lantsheere, met vele andere edele heeren, openbaerlijc vanden Violieren binnen Antwerpen ghespeelt. 1609 ca.




035500 - Will. Hessen - Beleegering van Haarlem. 1739




035510 - Will. Hessen - Orestes en Hermioné. 1725




035520 - W. van Heugelenburgh - Adriaan en Alida, ofte de herstelde min. 1689




035530 - W. van Heugelenburgh - Fleremont en Arbacis, ofte de spiegel der verdraegzaemheyt. 1658




035540 - W. van Heugelenburgh - Fleremont en Arbacis, ofte de spiegel der verdraegzaemheyt. 1679




035550 - [Christiaan van Heulen] (naar het Spaans van Luis Vélez de Guevara y Dueñas) - De gekroonde na haar dood. 1701a v
P. Myn Hoed. C. De Prins verschynt; ik nader hem. P. Myn degen.
C. Vervolg. P. Hoe vind myn hart om Agnes zich verlegen!
Beminlyk voorwerp van myn pyn en ongenucht,



035560 - [Christiaan van Heulen] (naar het Spaans van Luis Vélez de Guevara y Dueñas) - De gekroonde na haar dood. 1701b v




035570 - Christiaan van Heulen (naar het Spaans van Luis Vélez de Guevara y Dueñas) - De gekroonde na haar dood. 1733
P. Myn hoed. C. De Prins verschynt; ik nader hem. P. Myn degen.
C. Vervolg. P. Hoe vind myn hart om Agnes zich verlegen!
Beminlyk voorwerp van myn pyn en ongenucht,
Ik lyde, ik klaag om u, om u is ’t dat ik zucht.
Dat een verliefde galm my ’t oor streel; wil beginnen.



035580 - [Christiaan van Heulen] (naar het Spaans van Luis Vélez de Guevara y Dueñas) - De gekroonde na haar dood. 1740a v
P. Myn Hoed. C. De Prins verschynt; ik nader hem. P. Myn degen.
C. Vervolg. P. Hoe vind myn hart om Agnes zich verlegen!
Beminlyk voorwerp van myn pyn en ongenucht,
Ik lyde, ik klaag om u, om u is ’t dat ik zucht.
Dat een verliefde galm my ’t oor streel; wil beginnen.



035590 - Christiaan van Heulen (naar het Spaans van Luis Vélez de Guevara y Dueñas) - De gekroonde na haar dood. 1740b v




035600 - Christiaan van Heulen (naar het Spaans van Luis Vélez de Guevara y Dueñas) - De gekroonde na haar dood. 1740c v




035610 - [Christiaan van Heulen] (naar het Frans van Edmond Crosnier) - De onbedreeve minnaar. 1699
Kar. Ik bid u, Izabel, wil my toch niet begeeven;
Want zo ’k u derven moet, beneem ik my het leegven.
Kat. Het leeven! Kar. Ja, Katryn. Kat. Het leeven! Och! myn Vrind,
Zyt toch zo haastig niet, zie eerst wat gy begind;



035620 - [Christiaan van Heulen] (naar het Frans van Edmond Crosnier) - De onbedreven minnaar. 1752




035630 - [Cornelis de Hey] - Lydia, of de zegepraalende deugd. 1783
Wanneer



035640 - Ridendo dicere, quis vetat? [= Johannes van der Hey] - De bedrogen hout-vester, of het mislukte kolyk. Gedrukt onder de pers, en zijn alom te bekoomen, daar men ze vinden kan. 1758a o
Ey Isabell’ laat uw belezen,
Om meê van de Party te wezen,
Van Avond op het Assembléé;
Uw Broeder , dien ik sprak zo even,
Die heeft my ook zyn woord gegeven.
De Vriend Francisco gaat ook meê.



035650 - Ridendo dicere, quis vetat? [= Johannes van der Hey] - De bedrogen hout-vester, of het mislukte kolyk. 1758b o




035660 - Ridendo dicere, quis vetat? [= Johannes van der Hey] - De bedrogen hout-vester, of het mislukte kolyk. Gedrukt onder de pers, en zijn alom te bekoomen, daar men ze vinden kan. 1758c o




035670 - Ridendo dicere, quis vetat? [= Johannes van der Hey] - De vry hand-opening. 1757




035680 - Ridendo dicere, quis vetat? [= Johannes van der Hey] - De vrye hand-opening verdedigt. 1756




035690 - Ridendo dicere, quis vetat? [= Johannes van der Hey] - Vrye hand-opening verdedigt. 1757




035700 - Gerr. van der Heyden - Flora in ’t Lazarushuis, of dolle blydschap. 1737




035710 - S. van der Heyden - Adellijkke juffer, of de bedroge trotsheyd. 1680 ca.




035720 - S. van der Heyden - De adellijkke juffer, of de bedroge trotsheyd. 1688




035730 - [Cornelis Heyligert (KWDAV)] (naar het Frans van Jean François Marmontel / Charles Simon Favart) - Annette en Lubin, of de eenvoudige natuur. 1768a v
Mijn lieve Annette, kom, laet ik uw lipjes drukken,
En roosjes van uw kaekjes plukken.
Dees frissche morgenstond
Lacht ons aenminnig toe; de groen bewassche grond



035740 - [Cornelis Heyligert (KWDAV)] (naar het Frans van Jean François Marmontel / Charles Simon Favart) - Annette en Lubin, of de eenvoudige natuur. 1768b v
Mijn lieve Annette, kom, laet ik uw lipjes drukken,
En roosjes van uw kaekjes plukken.
Dees frissche morgenstond
Lacht ons aenminnig toe; de groen bewassche grond
Draegt paerels, die, door ’t oog de ziel met vreugd vervullen.



035750 - [Cornelis Heyligert (KWDAV)] - Bataefsche veldvreugd, ter gelegenheid van het huwelijk zijner doorluchtige Hoogheid Willem den Vijfde, Prinse van Oranje en Nassau, Erfstadhouder enz. enz. enz. en haere Koninglijke Hoogheid Frederica Sophia Wilhelmina, Prinsesse van Pruissen. 1767a v
Hoe heerlijk schijnt de zon, met veel doorluchter straelen,
Dan die zij gist’ren deedt op ’t vrolijk aerdrijk daelen;
Haer gloed verjongt het jaer; zij schenkt in dit saisoen
Weer nieuwe bloemen, en versiert den grond met groen
Dat oog en hart verkwilt.



035760 - [Cornelis Heyligert (KWDAV)] - Bataefsche veldvreugd, ter gelegenheid van het huwelijk zijner doorluchtige Hoogheid Willem den Vijfde, Prinse van Oranje en Nassau, Erfstadhouder enz. enz. enz. en haere Koninglijke Hoogheid Frederica Sophia Wilhelmina, Prinsesse van Pruissen. 1767b v




035770 - [Cornelis Heyligert (KWDAV)] - De dood van Calas. 1767a v
De dag verschynt, schoon traeg, aen ’s Hemelsch oosterkimmen,
De zon zal langzaem uit de zoute plassen klimmen;
De tyd, die als een schim onze oogen streeft voorby,
Vertoond my zulks, en wil dat ik oplettend zy.



035780 - [Cornelis Heyligert (KWDAV)] - De dood van Calas. 1767b v




035790 - [Cornelis Heyligert (KWDAV)] - De dood van Calas. 1767c v
De dag verschynt, schoon traeg, aen ’s Hemelsch oosterkimmen,
De zon zal langzaem uit de zoute plassen klimmen;
De tyd, die als een schim onze oogen streeft voorby,
Vertoond my zulks, en wil dat ik oplettend zy.



035800 - Cornelis Heyligert (KWDAV) - De dood van Calas. 1767d v
De dag verschynt, schoon traeg, aen ’s Hemels oosterkimmen,
De zon zal langzaem uit de zoute plassen klimmen;
De tyd, die als een schim onze oogen streeft voorby,
Vertoond my zulks, en wil dat ik oplettend zy.



035810 - [Cornelis Heyligert (KWDAV)] - De dood van Calas. 1767e v
De dag verschynt, schoon traeg, aen ’s Hemels oosterkimmen,
De zon zal langzaem uit de zoute plassen klimmen;
De tyd, die als een schim onze oogen streeft voorby,
Vertoond my zulks, en wil dat ik oplettend zy.



035820 - [Cornelis Heyligert (KWDAV)] - De dood van Calas. 1767f v




035830 - [Cornelis Heyligert (KWDAV)] - De dood van Calas. 1767g v




035840 - Cornelis Heyligert (KWDAV) - De dorpschoolmeester. 1768
Gaet stil, ordentelijk, naer huis, of ’k zal ’t je leren;
Maekt geen geraes, of wacht de plak.
Jou groote rekel! ’k zal je strak,
Als jij weer t’ school komt, helder smeeren,



035850 - [Cornelis Heyligert (KWDAV)] - De dorpschoolmeester. 1770
Gaet stil, ordentelijk, naer huis, of ’k zal ’t je leren;
Maekt geen geraes, of wacht de plak.
Jou groote rekel! ’k zal je strak,
Als jij weer t’ school komt, helder smeeren,



035860 - Cornelis Heyligert (KWDAV) (naar het Frans van Jean François Marmontel, of: Charles Georges Fenouillot de Falbaire de Quincey) - De eerlyke misdadige. 1768a v




035870 - Cornelis Heyligert (KWDAV) (naar het Frans van Jean François Marmontel, of: Charles Georges Fenouillot de Falbaire de Quincey) - De eerlyke misdadige. 1768b v
De komst der zon heeft nooit, in dit uitmuntend oord,
Zoo schoon als dezen dag mijn zwoegend hart bekoord.



035880 - Cornelis Heyligert (KWDAV) (naar het Frans van Jean François Marmontel, of: Charles Georges Fenouillot de Falbaire de Quincey) - De eerlyke misdadige. 1768c v
De komst der zon heeft nooit, in dit uitmuntend oord,
Zoo schoon als dezen dag mijn zwoegend hart bekoord.
De zee schijnt vreedzaem, en de hemel, zonder wolken,
En van geen wind gejaegt, belooft aen alle volken



035890 - Cornelis Heyligert (KWDAV) (naar het Frans van Jean François Marmontel, of: Charles Georges Fenouillot de Falbaire de Quincey) - De eerlyke misdadige. 1768d v




035900 - Cornelis Heyligert (KWDAV) (naar het Frans van Jean François Marmontel, of: Charles Georges Fenouillot de Falbaire de Quincey) - De eerlyke misdadige. 1768e v




035910 - Cornelis Heyligert (KWDAV) (naar het Frans van François Thomas Marie de Baculard d’Arnaud) - Fanny, of het gelukkig berouw. 1770a v
Wanneer zult gij mijn hart, ô Hemel! uitkomst geven?
Hoe wonderlijk bestierd uw hand het menschlijk leven!
Moet ik dan, die voorheen uw groote gunst genoot,
Thans, in mijn’ ouderdom, aen d’oever van den dood;



035920 - [Cornelis Heyligert (KWDAV)] (naar het Frans van François Thomas Marie de Baculard d’Arnaud) - Fanny, of het gelukkig berouw. 1770b v
A. Wanneer zult gij mijn hart, ô Hemel! uitkomst geven?
Hoe wonderlijk bestierd uw hand het menschelijk leven!
Moet ik dan, die voorheen uw groote gunst genoot,
Thans, in mijn’ ouderdom, aen d’oever van den dood,



035930 - Cornelis Heyligert (KWDAV) (naar het Frans van François Thomas Marie de Baculard d’Arnaud) - Fanny, of het gelukkig berouw. 1770c v




035940 - [Cornelis Heyligert (KWDAV)] - Het feestvierend Leyden. 1774a o
’t Is tijd, om dubbel zorg voor uw belang te draegen,
ô Tweedragt! daer de Vreugd dit oord in deeze dagen
Doet juichen van rondöm, daer ijder als om strijd
Haer eer en hulde biedt, ja gantsch het harte wijdt.



035950 - [Cornelis Heyligert (KWDAV)] - Het feestvierend Leyden. Uitgegeven door het tafel- en dichtlievend genootschap, onder de Spreuk: Kunst wordt door arbeid verkreegen. 1774b o
’t Is tijd, om dubbel zorg voor uw belang te draegen,
ô Tweedragt! daer de Vreugd dit oord in deeze dagen
Doet juichen van rondöm, daer ijder als om strijd
Haer eer en hulde biedt, ja gantsch het harte wijdt.



035960 - Cornelis Heyligert (KWDAV) - Herdersvreugd, ter verjaringe van Daphnes. 1768




035970 - [Cornelis Heyligert (KWDAV)] (naar het Frans van Jean François de la Harpe) - Melanie, of de rampzalige kloosterdwang. 1770a v
Laetäf: gij hebt mij reeds te hevig wederstaen.
Ik overwoog mijn zaek, en houde mij daer aen
Kunt gy dit wraken? Mijn fortuin word nu volslagen.
Men heeft uw’ Zoon een’ echt, vol luister, voorgedragen,
Met hoop op vordering, en eenen rang aen ’ Hof.



035980 - Cornelis Heyligert (KWDAV) (naar het Frans van Jean François de la Harpe) - Melanie, of de rampzalige kloosterdwang. 1770b v
D.F. Laetäf: gij hebt mij reeds te hevig wederstaen.
Ik overwoog mijn zaek, en houde mij daer aen.
Kunt gij dit wraken? Mijn fortuin word nu volslagen.
Men heeft uw’ Zoon een’ echt, vol luister, voorgedragen,



035990 - Cornelis Heyligert (KWDAV) - Melanie, of de rampzalige kloosterdwang. 1770c v




036000 - [Cornelis Heyligert (KWDAV)] - Melanie, of de rampzalige kloosterdwang. 1770d v
Laetäf: gij hebt mij reeds te hevig wederstaen.
Ik overwoog mijn zaek, en houde mij daer aen.
Kunt gij dit wraken? Mijn fortuin wordt nu volslagen.
Men heeft uw’ Zoon een’ echt, vol luister, voorgedragen,
Met hoop op vordering, en eenen rang aen ’t Hof.



036010 - [Cornelis Heyligert (KWDAV)] - Ter inwydinge van het Kunstgenootschap onder de zinspreuk: Kunst wordt door arbeid verkreegen. 1766
Getrouwe vriend, wiens hulp en bystand ik verwacht,
Wiens edelaertigheid en vriendschap ik waardeere,
Op wiens standvastigheid ik veilig my verlaet,
Laet my niet vruchteloos naer uwe hulp verlangen!



036020 - Cornelis Heyligert (KWDAV) - Ter verjaringe van het kunstgenootschap onder de zinspreuk: kunst wordt door arbeid verkreegen. 1767




036030 - [Cornelis Heyligert (KWDAV)] (naar het Frans van Ant. de La Roque) - Theonoé. 1771
Wat groote zegeprael, wat roem, wat majesteit,
Wordt u, Axiamire! op dezen dag bereid!
De Hemel wil thans zelf uw’ naerm en rang verhogen,
Dit houdt mijn ziel geheel van blijschap opgetogen;



036040 - [Cornelis Heyligert (KWDAV)] (naar het Frans van Onbekend) - De zegeprael der reden over de liefde. 1768




036050 - [Dirck Pietersz. Heynck] (naar het Spaans van Juan Ruiz de Alarcón y Mendoza) - Don Louis de Vargas, of edelmoedige wraek. 1668a v
K. Verraet! mijn lijfwaght, op! dat zy het leven derven.
L. Vervloekte schelmen, ’k zweer by d’hemel, gy zult sterven,
Al vloodt gy snelder dan de tomeloze windt.
B. O Hemel! die de deugt en trouwheyt zo bemindt,



036060 - Dirck Pietersz. Heynck (naar het Spaans van Juan Ruiz de Alarcón y Mendoza) - Don Louis de Vargas, of edelmoedige wraak. 1668b v
K. Verraet! mijn lijfwaght, op! dat zy het leven derven.
L. Vervloekte schelmen, ’k sweer by d’hemel, gy zult sterven,
Al vloodt gy snelder als de tomelooze windt.
B. O Hemel! die de deugt en trouwheyt zo bemindt,



036070 - Dirck Pietersz. Heynck (naar het Spaans van Juan Ruiz de Alarcón y Mendoza) - Don Louis de Vargas, of edelmoedige wraek. 1678




036080 - [Dirck Pietersz. Heynck] (naar het Spaans van Juan Ruiz de Alarcón y Mendoza) - Don Louis de Vargas, of edelmoedige wraek. 1700 ca.
K. Verraet! mijn lijfwacht, op! dat sy het leven derven.
L. Vervloekte schelmen, ’k sweer by d’hemel, ghy zult sterven,
Al vloot ghy snelder als de tomeloose windt.
B. O Hemel! die de deugt en trouwheyt zoo bemindt,
Kan d’ontrouw dan in ’t hart der brave Kastiljanen
Plaets vinden, die zoo lang getrouw (als onderdanen
Hun pligt vereyst) ten dienst staegh leefden voor hun Heer.



036090 - [Dirck Pietersz. Heynck] (naar het Spaans van Juan Ruiz de Alarcón y Mendoza) - Don Louis de Vargas, of edelmoedige wraek. 1701
Verraet! mijn lijfwacht, op! dat sy het leven derven.
Vervloekte schelmen, ’k sweer by d’Hemel, gy zult sterven.



036100 - Dirck Pietersz. Heynck (naar het Spaans van Juan Ruiz de Alarcón y Mendoza) - Don Louis de Vargas, of edelmoedige wraak. 1707
K. Verraad! myn Lyfwacht, op! dat zy het leeven derven.
L. Vervloekte schelmen, ’k zweer, by d’Hemel, gy zult sterven,
Al vlood gy snelder, als de toomelooze wind.
B. O Hemel! die de deugd en trouwheid zo bemind,



036110 - Dirck Pietersz. Heynck (naar het Spaans van Juan Ruiz de Alarcón y Mendoza) - Don Louis de Vargas, of edelmoedige wraak. 1725
K. Verraad! myn Lyfwacht, op! dat zy het leeven derven.
L. Vervloekte schelmen, ’k zweer, by d’Hemel, gy zult sterven,
Al vlood gy snelder, als de toomelooze wind.
B. O Hemel! die de deugd en trouwheid zo bemind,



036120 - Dirck Pietersz. Heynck (naar het Spaans van Juan Ruiz de Alarcón y Mendoza) - Don Louis de Vargas, of edelmoedige wraak. 1729
K. Verraad! myn Lyfwacht, op! dat zy het leeven derven.
L. Vervloekte schelmen, ’k zweer, by d’Hemel, gy zult sterven,
Al vlood gy snelder, als de toomelooze wind.
B. O Hemel! die de deugd en trouwheid zo bemind,



036130 - [Dirck Pietersz. Heynck] (naar het Spaans van Juan Ruiz de Alarcón y Mendoza) - Don Louis de Vargas, of edelmoedige wraak. 1762a v




036140 - [Dirck Pietersz. Heynck] (naar het Spaans van Juan Ruiz de Alarcón y Mendoza) - Don Louis de Vargas, of edelmoedige wraak. 1762b v
K. Verraad! myn Lyfwacht, op! dat zy het leeven derven.
L. Vervloekte, ’k zweer, gy zult door myne handen sterven,
Al vlood gy snelder dan de toomelooze wind.
B. O Hemel! die de deugd en trouwheid zo bemind,



036150 - [Dirck Pietersz. Heynck] (naar het Spaans van Juan Ruiz de Alarcón y Mendoza) - Don Louis de Vargas, of edelmoedige wraak. 1783
K. Verraed! myn Lyfwagt, op! dat zy het leven derven!
L. Vervloekte schelmen! ’k zweir by d’Hemel, gy zult sterven,
Al vloot gy snelder als den toomeloozen wind.
B. ô Hemel! die de deugd en trouwheyt zoo bemint,



036160 - Dirck Pietersz. Heynck (naar het Spaans van Juan Ruiz de Alarcón y Mendoza) - De gestrafte kroonzugt. 1650
U. Staatjongen, sta. Waar heen? wat is daar ginder? spreek!
P. Mijn Heer, haar Majesteit, te heftig om de streek
Van ’t wilt te volgen, viel onlukkig uit den zadel
Door ’t struik’len van haar Paart, daar ’s nietmand van den Adel
Ontrent, als Prins Alfons, en noch een knecht of twee;
Dies zocht ik hulp. U. Wel aan dan, dat men darwaarts treê.



036170 - [Dirck Pietersz. Heynck] (naar het Spaans van Onbekend) - Veranderlijk geval, of stantvastige liefde. 1663a v
Nu ziet men eind’lijk wat den hemel hadt beslooten;
Na zoo veel jaren krijg, en zoo veel bloet vergooten,
En d’armen onderdaan te jammerlijk geplaagt,
Daar Napels tot ons leet ’t gevoelen noch af draagt;



036180 - [Dirck Pietersz. Heynck] (naar het Spaans van Onbekend) - Veranderlik geval, of stantvastige liefde. 1663b v
Nu siet men eind’lik wat den hemel hadt beslooten;
Na soo veel jaren krijgh, en soo veel bloet vergooten
En d’armen onderdaan te jammerlik geplaagt,
Daar Napels tot ons leet ’t gevoelen noch af draagt;



036190 - Dirck Pietersz. Heynck (naar het Spaans van Onbekend) - Veranderlijk geval, of stantvastige liefde. 1667




036200 - Dirck Pietersz. Heynck (naar het Spaans van Onbekend) - Het veranderlijk geval, of stantvastige liefde. 1669




036210 - Dirck Pietersz. Heynck (naar het Spaans van Onbekend) - Veranderlyk geval, of stantvastige liefde. 1676
Nu ziet men eynd’lijk wat den hemel hadt beslooten;
Na zoo veel jaren krijgh, en zoo veel bloet vergooten
En d’armen onderdaan te jammerlijk geplaagt,
Daar Napels tot ons leet ’t gevoelen noch af draagt;



036220 - Dirck Pietersz. Heynck (naar het Spaans van Onbekend) - Het veranderlijk geval, of stantvastige liefde. 1692
Nu siet men eynd’lyck wat den hemel had besloten;
Na soo veel jaren krijg, en soo veel bloet vergoten
En d’armen onderdaan te jammerlijck geplaegt,
Daar Napels tot ons leet ’t gevoelen noch af draegt;



036230 - [Dirck Pietersz. Heynck] (naar het Spaans van Onbekend) - Het veranderlijk geval, of stantvastige liefde. 1696




036240 - [Dirck Pietersz. Heynck] (naar het Spaans van Onbekend) - Het veranderlijk geval, of stantvastige liefde. 1697




036250 - [Dirck Pietersz. Heynck] (naar het Spaans van Onbekend) - Veranderlijk geval, of stantvastige liefde. 1701




036260 - [Dirck Pietersz. Heynck] (naar het Spaans van Onbekend) - Het veranderlijk geval, of stantvastige liefde. 1709




036270 - Dirck Pietersz. Heynck (naar het Spaans van Onbekend) - Het veranderlijk geval, of stantvastige liefde. 1722




036280 - Dirck Pietersz. Heynck (naar het Spaans van Onbekend) - Het veranderlijk geval, of stantvastige liefde. 1733a v
Nu ziet men eind’lyk wat den hemel had beslooten;



036290 - Dirck Pietersz. Heynck (naar het Spaans van Onbekend) - Het veranderlijk geval, of stantvastige liefde. 1733b v




036300 - [Dirck Pietersz. Heynck] (naar het Spaans van Onbekend) - Het veranderlyk geval, of de standvastige liefde. 1733c v
Nu ziet men eind’lyk wat den hemel hadt beslooten;
Na zo veel jaren kryg, en zo veel bloed vergooten,
En d’armen Onderdaan te jammerlyk geplaagt,
Daar Napels tot ons leed ’t gevoelen noch af draagt;



036310 - Heyns, (non Petrus nec Zacharias) - De Son-bloom van Ketel: Spel van Sinnen. 1607
O tijt der miserien, O werelt vol plaghen,



036320 - Petrus Heyns - Berchem: factie in ’t Antwerps haechspel 1561. 1562




036330 - Petrus Heyns - Berchem: prologhe in ’t Antwerps haechspel 1561. 1562




036340 - Petrus Heyns - Prologhe ghespeelt veur tspel van sinnen in ’t Antwerps haechspel. 1562




036350 - Petrus Heyns - Berchem: tSpel van Sinnen in ’t Antwerps haechspel 1561. 1562




036360 - Zacharias Heyns - Amsterdam, spel van sinne in Haarlem. 1607
Wee my elendich mensch, wee my katyvich man,
Die nu niet meer en heb, die nu neit meer en kan,
Waer sal ick henen gaen?



036370 - Zacharias Heyns - Bruylofts tafel-spel. 1625
Vrede en geluck u sy in dese feeste,
Rou ende druck altijdt hier d’ongereeste,
Weest te samen
Met onse Bruydegom en Bruyd
Net ’t betaemen
Verheught en bly van geeste.



036380 - Zacharias Heyns (naar het Nederlands van Dirck Volckertsz. Coornhert) - Deuchden-schole ofte spieghel der jonghe-dochteren. Waer inne verthoont wort het verscheel ende d’uyt-komste van de deuchdige, zedige ende wanckelbare wulpsche Dochters, speelsche-wijse in rijm gestelt. 1625
U Ouders hebben u ter scholen hier gesonden,
O waerde lieve jeucht, dewiile sy bevonden
De deuchtsaemheyt in my, beneven het verstant,
Om t’onderwijsen die my nemen by de handt.



036390 - Zacharias Heyns - Sinne-spel van de dry hoofdeuchden. Onder het spreec-woort Sic itur ad astra. 1625
Ons machtich Helt den op-geblasen proncker
Heer Lucifer, geseten leegh in ’t doncker,
Een Koning stout van ’t grimmich stuer gespuys,
Het welck sich hout in ’t twistich Helsche huys,



036400 - Zacharias Heyns - Pest-Spieghel. Waer in speelsche wyse, tot beteringhe des levens, claerlijck bewesen ende voor ooghen ghesteldt wordt, dat de peste niet by gheval, maer door Godes ghehengenisse, den menschen tot een straffe overcomt. 1602




036410 - Zacharias Heyns - Schiedams Roo Rosen: spel van sinne in Vlaardingen 1616. 1617




036420 - Zacharias Heyns (naar het Latijn van Rodolphus Radclif) - Vriendts-Spieghel. 1602




036430 - Cornelius Hillenius (Adolph Tectander Venator) - Een claer ende doorluchtich vertooch van d’Alckmaersche kerckelicke gheschillen. Gheresen soo voor-heen, als insonderheyt int jaer 1608 ende 1609. Rijms-wyse als een spel van sinnen ghestelt. 1611a o




036440 - Cornelius Hillenius (Adolph Tectander Venator) - Een claer ende doorluchtich vertooch van d’Alkmaersche kerckelicke gheschillen. Gheresen soo voor-heen, als insonderheyt int jaer 1608 ende 1609. Rijms-wyse als een spel van sinnen ghestelt. 1611b o




036450 - C. Hitters - De zegepraal der vaderlandsliefde, of Eerhart op het eiland de Hoop. 1796




036460 - J. van de Hoed - Koddige en ernstige saamenspraak, tusschen Jeronimus van Stuyteren, Abraham van Sukkelen en Hendrik van Stamperen, gehouden op planken en balken, van den nieuw gebouwt wordenden schouwburg. Op ’t Leydsche Plyn, te Amsterdam op Saturdag den 19 Juny 1773. Aan elkanderen gestommelt. 1773




036470 - Nicolaas Hoefnagel - De onmondige of het kind spreekt de waarheid. 1800 ca.
K. Myn Oome heeft my hier gezegt te moeten koomen, vast zal hy my willen onderhouden over het geen ik hem gcpasseerde Week verhaald heb, betreffende het Schip van Oorlog de Jason, op de Reede van Vlissinge leggende; daar komt Oome, hy heeft twee Brieven in zyn Hand. Goede Morgen Oome.
V. Ha! Goede Morgen Agatha, hoe heeft u Madamoisel het, is zy nog Ziek, of weet zy het al, dat het een opgeraapte Leugen is, daar men de Schout-by-Nacht van Kruiningen mede befchuldigd heeft? Zeg is ’t haar al bekend dat ’er nimmer zulk een geval gebeurd is, met Kapitein Story?



036480 - [Nicolaas Hoefnagel] - Gedimitteerde zee-capitein Andries de Bruyn, de miliairen dienst deezer landen ontzegt: of de matroozen rechtbank. 1781 ca.
Hoe veel reeden men heeft om den Hemel dank te betuigen, dat men zyn Gezonden Lyf en Leeden uit een Bataillie brengt, zo neemd het niet weg, schoon my de Rechterarm voor het Vaderland den 5 Augustus wierd afgeschooten,



036490 - Nicolaas Hoefnagel - ’t Geheim van de mis, of bril voor de gemeene eenvoudige man; waar door men een bevatting van de tegenwoordige oorlog kan krygen enz. 1781




036500 - [Nicolaas Hoefnagel] - De gestrafte comptoirnar, of het bedrogen juffertje. 1775
Mejuffrouw zit gy nu te steenen en te klagen,
Daar uw geluk begint gelyk de zon te dagen,
Daar gy zult eerlang zyn een opgecierde Bruid?
Kom Juffer pruil niet meêr, schut uwe droefheid uit!



036510 - Nicolaas Hoefnagel - De huichelaars op het Leydsche eeuw-feest; ten huize van de geklopte kastelyn, of de listen van waard Kochel en zyn vrouw Mager en Kwaat ontdekt. 1775 ca.
Wat heb ik tegenwoordig een Volk te logeeren!
Van beiderlei soort, zo Juffers als Heeren,
Dus wy dees tyd nu ontfangen een zoete duit:
Nu zy zullen het weeten zo als ik hen snuit.



036520 - Nicolaas Hoefnagel - De mislukte begrafnis, van de ouderwetse Nederlandsche patriot, of de vervoering door Luzifer; en twaalf van zyn by naam genoemde swarte engelen; met het lyk door de schoorsteen, ’s avonds op den 31 Dec. 1781. 1781




036530 - Nicolaas Hoefnagel - De mislukte begrafnis, van de ouderwetse Nederlandsche patriot, of de vervoering door Luzifer; en twaalf van zyn by naam genoemde swarte engelen; met het lyk door de schoorsteen, ’s avonds op den 31 Dec. 1781. 1782




036540 - Nicolaas Hoefnagel - Den ouderwetschen Nederlandschen patriot ontmaskert, of de bedroge verwagting van sommige kwalykgezinden. 1782




036550 - Nicolaas Hoefnagel - De bedrogen verwachting, of ’t Haagsche oproer, [...] 1783 ca.




036560 - Pieter ’t Hoen - Ritmer de Jonge, of het bederf der Nederlandsche zeden. 1793




036570 - Pieter ’t Hoen - Het beleg van Alkmaar, of de heldin. 1790




036580 - Piete