Dit is een onderdeel van CenetonIncipits.html. Klik hier voor het hele document.

ref = LijstCeneton.html#003570>003570 - Augustijnen van Antwerpen - Drolio Sylvester. 1761




003580 - Augustijnen van Antwerpen - Drolio sylvester. 1748




003590 - Augustijnen van Antwerpen - Ducitur astutiis. 1723




003600 - Augustijnen van Antwerpen - Dum fueris felix. 1757




003610 - Augustijnen van Antwerpen - Dure senex nimiùm prohibens connubia natae. 1762




003620 - Augustijnen van Antwerpen - Duringus punitus. 1759




003630 - Augustijnen van Antwerpen - Ecclesia ab haereticis oppressa. 1733




003640 - Augustijnen van Antwerpen - Ecclesiae immunitas sive Thomas Cantuariensis. 1734




003650 - Augustijnen van Antwerpen - Een’ die zig doot gelooft, en levend’ niet wil leven,
Weetmen in deze klugt een wyze les te geven. 1763





003660 - Augustijnen van Antwerpen - Eleazar en Saslomona met haer zeven zonen de Machabeën. 1769




003670 - Augustijnen van Antwerpen - Epicurus amans lunae, deluditur astu. 1727




003680 - Augustijnen van Antwerpen - Eripit ex olla Sosiam Pallaestrio fidus: Illi sitque comes decipiendo senes. 1753




003690 - Augustijnen van Antwerpen - Esther. 1762




003700 - Augustijnen van Antwerpen - Esther. Opgedragen aen de Zeer Edele, Wyze ende Voorzienige Heeren 1777




003710 - Augustijnen van Antwerpen - Esther (Latijn). 1762




003720 - Augustijnen van Antwerpen - Esther. Nobilissimis amplissimisque dominis Consulibus, ceterisque Reipublicae Antverpiensis Senatoribus, perpetuis suis mecoenatibus exhibetur a Juventute Literaria M.P. Augustini. 1777
Tertio anno Imperii sui fecit grande convivium (ASSUERUS) ... & ... praecepit ut inducerent Reginam VASTHI... quae renuit... & venire contempsit.



003730 - Augustijnen van Antwerpen - Esther sub rege Assuero. 1740




003740 - Augustijnen van Antwerpen - Eucio quantumvis Dives meditatur avarè. 1736




003750 - Augustijnen van Antwerpen - Eudocia et Romanus Diogenes imperatores. 1725




003760 - Augustijnen van Antwerpen - Exaltatio sanctae crucis. 1730




003770 - Augustijnen van Antwerpen - Eydel is het waght te stellen,, En te breken liefdens bandt:. 1744




003780 - Augustijnen van Antwerpen - Faeminum pectus. 1724




003790 - Augustijnen van Antwerpen - Fallitur is crebrò, faciles qui commodat aures. 1729




003800 - Augustijnen van Antwerpen - Fallitur is, faciles cunctis qui commodat aures. 1753




003810 - Augustijnen van Antwerpen - Fallitur, astuto faciles qui commodat aures. 1770




003820 - Augustijnen van Antwerpen - Farrarius. 1722




003830 - Augustijnen van Antwerpen - Felicitas. 1718




003840 - Augustijnen van Antwerpen - Felicitas. 1750




003850 - Augustijnen van Antwerpen - Fide inexpertâ hominibus credere, semper temerarium est. 1745




003860 - Augustijnen van Antwerpen - Fide, sed cui, vide. 1725




003870 - Augustijnen van Antwerpen - Fide, sed cui, Vide. 1728




003880 - Augustijnen van Antwerpen - Fide, videque cui. 1767




003890 - Augustijnen van Antwerpen - Fide; sed cui vide. 1719




003900 - Augustijnen van Antwerpen - Fides Christiana. 1720




003910 - Augustijnen van Antwerpen - Fides Getae. 1746




003920 - Augustijnen van Antwerpen - Fides, et amor sive Themistocles gloriose occumbens. 1738




003930 - Augustijnen van Antwerpen - Fit comes ex Mopso. 1757




003940 - Augustijnen van Antwerpen - Fit comes ex Mopso; post hâc fit ut ante colonus; Tunc ea, quae fecit, somnia Mopsus habet. 1774




003950 - Augustijnen van Antwerpen - Den Flerecynist. 1760




003960 - Augustijnen van Antwerpen - Fortunatus Sosia. 1746




003970 - Augustijnen van Antwerpen - Fraudibus uxoris Doemon deceptus. 1771




003980 - Augustijnen van Antwerpen - Fraus fraude punita. 1729




003990 - Augustijnen van Antwerpen - Furius. 1723




004000 - Augustijnen van Antwerpen - De Gekheyd verdryft het best de Swaermoedigheyd. 1777




004010 - Augustijnen van Antwerpen - Gelooft geen schalk. 1770




004020 - Augustijnen van Antwerpen - Ghedempte goddeloosheydt ofte Clodoaldus. 1674




004030 - Augustijnen van Antwerpen - Den Gierigaert. 1761




004040 - Augustijnen van Antwerpen - Gratia triumphans in Eugenia. 1743




004050 - Augustijnen van Antwerpen - Grave curiositas est vitium. 1730




004060 - Augustijnen van Antwerpen - H. Nicolaus Tollentinas religieus, eremyt, Augustyn. 1653
Nicolaus ghestiert dooe den Gheest van S. Augustinus religie, naer d’overwonnen sonden wordt vande deughden bewillekomt: Als Eremijt vande boschgodjens begroet: vande Engelen voorsekert van sijnen roep, en gestelt als voor-sprake vande zieltiens in ’t Vagevier.



004070 - Augustijnen van Antwerpen - Hebt hondert oogen. 1765




004080 - Augustijnen van Antwerpen - Heterobulus. 1709




004090 - Augustijnen van Antwerpen - De hooveerdigheyd van Sennacherib. 1765




004100 - Augustijnen van Antwerpen - Het houwelykx krakeel. 1773




004110 - Augustijnen van Antwerpen - Humfredus nobilis. 1738




004120 - Augustijnen van Antwerpen - Ignotos caveas. 1722




004130 - Augustijnen van Antwerpen - Impietas Pyrenaei. 1755




004140 - Augustijnen van Antwerpen - Impii facinoris. 1715




004150 - Augustijnen van Antwerpen - In amore stabili vana sit custodia. 1744




004160 - Augustijnen van Antwerpen - Inconstans C. Marii fortuna. 1742




004170 - Augustijnen van Antwerpen - Inconstans vitae theatrum. 1733




004180 - Augustijnen van Antwerpen - Individuus Amor Ansbertae. 1744




004190 - Augustijnen van Antwerpen - Ingenium cuivis homini proclive ad habendum. 1736




004200 - Augustijnen van Antwerpen - Ingratitudo Bruti. 1736




004210 - Augustijnen van Antwerpen - Ingratitudo Bruti in patrem Severianum punita. 1726




004220 - Augustijnen van Antwerpen - Ingratitudo filialis. 1722




004230 - Augustijnen van Antwerpen - Ingratitudo hominis redempti per Elenahan in Belisa rebelli damnata. 1707




004240 - Augustijnen van Antwerpen - Ingratitudo in parentes. 1722




004250 - Augustijnen van Antwerpen - Intelligentem non posse phantasmata speculari, docet Mopsus. 1750




004260 - Augustijnen van Antwerpen - Invicta pietas sive Ezechias Rex Juda. 1734




004270 - Augustijnen van Antwerpen - Invidiae ultor. 1724




004280 - Augustijnen van Antwerpen - Ioannes Baptista ab Herode, Galilaeae Tetrarcha, capite minutus. 1729




004290 - Augustijnen van Antwerpen - Irene imperatrix. 1757




004300 - Augustijnen van Antwerpen - Jephte. 1760




004310 - Augustijnen van Antwerpen - Jephte (Latijn). 1760




004320 - Augustijnen van Antwerpen - Jonathas. 1716




004330 - Augustijnen van Antwerpen - Jonathas Machabaeus. 1748




004340 - Augustijnen van Antwerpen - Joseph in fratius pius. 1736




004350 - Augustijnen van Antwerpen - Joseph per invidiam. 1724




004360 - Augustijnen van Antwerpen - Joseph zyne broeders herkennende. 1768




004370 - Augustijnen van Antwerpen - Josephus fratres agnoscens. 1768




004380 - Augustijnen van Antwerpen - Judicium temerarium. 1723




004390 - Augustijnen van Antwerpen - Judicium temerarium sive Adolphus Teutonum comes. 1744




004400 - Augustijnen van Antwerpen - Justinianus imperator. 1767




004410 - Augustijnen van Antwerpen - Justinianus imperator Belisarium de Cabade triumphantem excaecans. 1739




004420 - Augustijnen van Antwerpen - Kesius ex Piscatore miles rusticum decepit. 1729




004430 - Augustijnen van Antwerpen - Laet medecijn en raedt een treurigh hart beproeven. 1743




004440 - Augustijnen van Antwerpen - Laet Medecyn en raed een treurig hert beproeven. 1764




004450 - Augustijnen van Antwerpen - Leonis Armenii. 1764




004460 - Augustijnen van Antwerpen - Leopoldus ende Josephus in den onder-ganck van Mahomet. 1699
1. Het Christendom voor den in-val der Turcken in Oosten-Rijck verlaet seer mistroostigh de hooft-stadt Weenen.
2. Wiens onder-ganck den Vijandt sweirdt.
3. Daer-en-tusschen wort van de Rechtveerdigheyt aen het Christendom een teecken van Victorie voor het Huys van Oosten-Rijck in de Locht aen-ghewesen.



004470 - Augustijnen van Antwerpen - ’t Lichtveerdig oordeel door Adolphus. 1744




004480 - Augustijnen van Antwerpen - Lucta. 1717




004490 - Augustijnen van Antwerpen - Lucta amoris patrem inter et filios sive Adiatorix. 1768




004500 - Augustijnen van Antwerpen - Ludovicus Imperator à filiis suis orbatus imperio. 1729




004510 - Augustijnen van Antwerpen - Lycaster. 1707




004520 - Augustijnen van Antwerpen - Lyricus e potu comprendit vivere frugi. 1726




004530 - Augustijnen van Antwerpen - Magnus Athanasius. 1737




004540 - Augustijnen van Antwerpen - Malè conjugati rustici. 1738




004550 - Augustijnen van Antwerpen - Manasses Rex Judae perfidus. 1730




004560 - Augustijnen van Antwerpen - Mancipium fidele, sive Mahomet paricidam Brahim puniens. 1708




004570 - Augustijnen van Antwerpen - Martyrium sive Procopius. 1723




004580 - Augustijnen van Antwerpen - Mascarillus medicus. 1740




004590 - Augustijnen van Antwerpen - Medicus invitus. 1764




004600 - Augustijnen van Antwerpen - Saepe, licet sapiens, juvenum deluditur asti; exemplun vobis ut Megadorus erit. 1755




004610 - Augustijnen van Antwerpen - Megadorus civis nobilitatem affectans. 1765




004620 - Augustijnen van Antwerpen - Mens fallax. 1740




004630 - Augustijnen van Antwerpen - Mirabilis Cyri et Ariennae fortuna. 1750




004640 - Augustijnen van Antwerpen - Modernus filius prodigus. 1741




004650 - Augustijnen van Antwerpen - Modernus impostor. 1756




004660 - Augustijnen van Antwerpen - Mopsus Jupiter imaginarius. 1712




004670 - Augustijnen van Antwerpen - Mopsus van Boer wordt Graef; dan weêr Boer, en houd staen, Dat ’t droomen is geweest, al wat hy heeft gedaen. 1774




004680 - Augustijnen van Antwerpen - Mors Darii in Besso per Alexandrum vindicata. 1752




004690 - Augustijnen van Antwerpen - Mosus vitam rusticalem pertaesus. 1731




004700 - Augustijnen van Antwerpen - Nabuchodonosor rex Babylonis. 1712




004710 - Augustijnen van Antwerpen - Neanias divina virtute ad fidem conversus, alias Procopius. 1770




004720 - Augustijnen van Antwerpen - Nequitia Hypocritae Sanctitatis fuco larvata. 1730




004730 - Augustijnen van Antwerpen - Niet is ’er dat een Mensch meer smert, Als dobbel loosheyt van het hert. 1767




004740 - Augustijnen van Antwerpen - Nimia Temeritas infaustum sortitur exitum. 1735




004750 - Augustijnen van Antwerpen - Nobilis esse volens vario deluditur astu. 1732




004760 - Augustijnen van Antwerpen - Nobilium titulos capienten errore Colonum, Rustica calliditas fastum deponere cogit. 1770




004770 - Augustijnen van Antwerpen - Novus saeculi Aristides. 1749




004780 - Augustijnen van Antwerpen - Octo similes. 1766




004790 - Augustijnen van Antwerpen - Onprofytige voorsorge. 1762




004800 - Augustijnen van Antwerpen - Ortus in occasu. 1693




004810 - Augustijnen van Antwerpen - Overlast der rykdommen. 1776




004820 - Augustijnen van Antwerpen - Paedagogus ludificatus. 1769




004830 - Augustijnen van Antwerpen - Pamphilus ut sapiat. 1724




004840 - Augustijnen van Antwerpen - Parricidium fato punitum. 1745




004850 - Augustijnen van Antwerpen - Paternum consilium in Aechino Xenophanis filio demonstatum. 1727




004860 - Augustijnen van Antwerpen - Pellitur è medicina sapientia, vi geritur res. 1738




004870 - Augustijnen van Antwerpen - Perfidia vindicata sive Sedecias, Rex Juda, ob perfidiam à Deo per Nabuchodonosorem punitus. 1694




004880 - Augustijnen van Antwerpen - Pessimus est aeger, qui fertur imagine morbi. 1751




004890 - Augustijnen van Antwerpen - Petrus I, monarch van Rusland. 1773




004900 - Augustijnen van Antwerpen - Petrus I, Russiae monarcha. 1773




004910 - Augustijnen van Antwerpen - Phaëton. 1754




004920 - Augustijnen van Antwerpen - Philobertus Nauta. 1728




004930 - Augustijnen van Antwerpen - Philopompus. 1716




004940 - Augustijnen van Antwerpen - Phricodemi tyrannidem in Philone vindicans Themisto. 1761




004950 - Augustijnen van Antwerpen - Plautianus intimum Severo. 1747




004960 - Augustijnen van Antwerpen - Podagricus. 1760




004970 - Augustijnen van Antwerpen - Poliodorums rusticus. 1733




004980 - Augustijnen van Antwerpen - Praecautio inutilis. 1762




004990 - Augustijnen van Antwerpen - Praesumptio humana divinitus punita sive Nabuchodonosor rex Babyloniae. 1727




005000 - Augustijnen van Antwerpen - Prima dabit tactum, visumque: secunda docebit
Olfactum: Auditum pars terita: quartaque Gustum. 1752





005010 - Augustijnen van Antwerpen - Pseudo-Balduinus. 1722




005020 - Augustijnen van Antwerpen - Het quaedt door syn quaedt ghewêer-wraeckt. 1690




005030 - Augustijnen van Antwerpen - Qui spernit homines. 1720




005040 - Augustijnen van Antwerpen - Qui stultè pergit. 1723




005050 - Augustijnen van Antwerpen - Quo semel est imbuta recens servabit odorem testa diu. 1722




005060 - Augustijnen van Antwerpen - Quod displicet ausu, Perplacet eventu. 1746




005070 - Augustijnen van Antwerpen - Quod dolus. 1767




005080 - Augustijnen van Antwerpen - Quod dolus evincit, juvenis dementia tollit. 1745




005090 - Augustijnen van Antwerpen - Rebellio punita. 1719




005100 - Augustijnen van Antwerpen - Regnum unius diei, sive Semiramis. 1770




005110 - Augustijnen van Antwerpen - Res, de quâ duo laborant, saepe tertio cedit. 1747




005120 - Augustijnen van Antwerpen - Richardae fidelitas coronata ab Othone III. 1775




005130 - Augustijnen van Antwerpen - Richardae in conjugem suum Robertum pia fidelitas. 1745




005140 - Augustijnen van Antwerpen - Richardae in conjugem suum Robertum pia fidelitas ab Othone III. per necem imperatricis Mariae coronata. 1724




005150 - Augustijnen van Antwerpen - Rodericus rex et Julianus comes. 1755




005160 - Augustijnen van Antwerpen - Rodericus rex, et Julianus comes. 1728




005170 - Augustijnen van Antwerpen - Rollo fraude docet Mopsum submittere Bertam. 1758




005180 - Augustijnen van Antwerpen - Romanus Diogenes. 1769




005190 - Augustijnen van Antwerpen - Romanus Diogenes. 1746




005200 - Augustijnen van Antwerpen - Roomschen Diogenes. 1769




005210 - Augustijnen van Antwerpen - Rusticus. 1749




005220 - Augustijnen van Antwerpen - Rusticus astrologus. 1756




005230 - Augustijnen van Antwerpen - Het ryk van eenen dag ofte Semiramis. 1770




005240 - Augustijnen van Antwerpen - Saepe dat infaustum finem. 1758




005250 - Augustijnen van Antwerpen - Samson. 1741




005260 - Augustijnen van Antwerpen - Divinae justitiae tuba, sive justum Dei judicium in Mauritio Romano-Graecorum imperatore. 1753




005270 - Augustijnen van Antwerpen - Sanctius, Koning van Navarre en Castilien. 1774




005280 - Augustijnen van Antwerpen - Sanctius, Navarrae et Castellae Rex. 1774




005290 - Augustijnen van Antwerpen - Sanctus Hermengildus. 1721




005300 - Augustijnen van Antwerpen - Sanctus Hermengildus a martyrii laurea redimitus. 1732




005310 - Augustijnen van Antwerpen - Saul, koning van Israël. 1766




005320 - Augustijnen van Antwerpen - Saul, rex Israël. 1766




005330 - Augustijnen van Antwerpen - Scaramouche medicus. 1723




005340 - Augustijnen van Antwerpen - Scaramouche medicus. 1744




005350 - Augustijnen van Antwerpen - Sedecias. 1735




005360 - Augustijnen van Antwerpen - Sedecias. 1757




005370 - Augustijnen van Antwerpen - Sennacherib. 1756




005380 - Augustijnen van Antwerpen - Sennacherib Rex Assyriorum a Deo punitus. 1747




005390 - Augustijnen van Antwerpen - Sequitur superbos. 1722




005400 - Augustijnen van Antwerpen - Serius aut citius qui fallit, fallitur ipse. 1742




005410 - Augustijnen van Antwerpen - Si nubere foret novitiatus. 1732




005420 - Augustijnen van Antwerpen - Sit quisque semper. 1724




005430 - Augustijnen van Antwerpen - Siu vis ludere. 1718




005440 - Augustijnen van Antwerpen - Sortis et amoris inconstans favor, sive Origenon cum Dafrosa. 1730




005450 - Augustijnen van Antwerpen - Sosia languebat, melior tunc esse volebat: Ast ubi convaluit, mansit ut ante fuit. 1753




005460 - Augustijnen van Antwerpen - Srobulus. 1714




005470 - Augustijnen van Antwerpen - Stratagema amoris. 1758




005480 - Augustijnen van Antwerpen - Stulti nec vitare venientia possunt, nec ferre praesentia. 1734




005490 - Augustijnen van Antwerpen - Stultitia languido. 1723




005500 - Augustijnen van Antwerpen - Stultitia languido remedia est. 1764




005510 - Augustijnen van Antwerpen - Stultitia languido remedium est optimum. 1743




005520 - Augustijnen van Antwerpen - Stultitia languido remedium optimum. 1777




005530 - Augustijnen van Antwerpen - Sub impio Turcarum imperatore Frechreddi. 1719




005540 - Augustijnen van Antwerpen - Subacta impietas sive Clodoaldus. 1704




005550 - Augustijnen van Antwerpen - Subdola centoculos. 1765




005560 - Augustijnen van Antwerpen - Subdola centoculos juvenum fraus decipit Argos. 1747




005570 - Augustijnen van Antwerpen - Subdolus ut vixit. 1768




005580 - Augustijnen van Antwerpen - Subdolus ut vixit, quamvis mergatur in undis,
sic post fata redit, decipit usque senem. 1751





005590 - Augustijnen van Antwerpen - Superbia fraudulenter vindicata. 1740




005600 - Augustijnen van Antwerpen - Superbia Sennacherib. 1765




005610 - Augustijnen van Antwerpen - Superbia vindicata sive Ugolinus. 1723




005620 - Augustijnen van Antwerpen - Supernae gratiae. 1714




005630 - Augustijnen van Antwerpen - Susanna Belgica. 1683




005640 - Augustijnen van Antwerpen - ’t Geen loosheyd listig had gestigt, Maekt jonkheyds dwaesheyd onverrigt. 1767




005650 - Augustijnen van Antwerpen - Te conjuge bonis. 1737




005660 - Augustijnen van Antwerpen - Themistocles. 1771




005670 - Augustijnen van Antwerpen - Themistocles. 1771




005680 - Augustijnen van Antwerpen - Theophane. 1772




005690 - Augustijnen van Antwerpen - Theophane. 1772




005700 - Augustijnen van Antwerpen - Thomas Morus Angliae cancellarius. 1735




005710 - Augustijnen van Antwerpen - Tolluntur in altum Ut lapsu graviore ruant. 1730




005720 - Augustijnen van Antwerpen - Tori conjugalis amor inter Julium Sabinum et Eponinam. 1731




005730 - Augustijnen van Antwerpen - Tragica belli Mithridatici coronis. 1751




005740 - Augustijnen van Antwerpen - Triumphe vande vier cardinale deughden. 1671




005750 - Augustijnen van Antwerpen - Triumpherende Gratie in Eugenia. 1743




005760 - Augustijnen van Antwerpen - Triumphus christianae fidei. 1762




005770 - Augustijnen van Antwerpen - Triumphus SS. Crucis. 1716




005780 - Augustijnen van Antwerpen - Turpe senex miles: turpe senilis amor. 1754




005790 - Augustijnen van Antwerpen - Tyndarus. 1715




005800 - Augustijnen van Antwerpen - Ulferus. 1719




005810 - Augustijnen van Antwerpen - Ulferus Merciae rex. 1769




005820 - Augustijnen van Antwerpen - Ut lapsu graviore ruant tolluntur in altum. 1725




005830 - Augustijnen van Antwerpen - Uxoria lis. 1773




005840 - Augustijnen van Antwerpen - Varia sortis alea sive Severinus Boetius à Theodorico Gothorum rege exaltatus et trucidatus. 1752




005850 - Augustijnen van Antwerpen - De verduldige liefde van Joseph. 1763




005860 - Augustijnen van Antwerpen - De verduldige liefde van Joseph, zegenpraelende over den broederlyken haet. Zal vertoont worden door de jonkheyd der schoolen van Augustynen binnen Antwerpen 15. en 16. Februarii 1776. 1776




005870 - Augustijnen van Antwerpen - Vin vivas felix?. 1759




005880 - Augustijnen van Antwerpen - Vincitur in pugnis Hispanus ab Horspide Maphon: Victor in infernas fugit hinc inglorius umbras. 1754




005890 - Augustijnen van Antwerpen - Vindicta divina sive Balthassar. 1727




005900 - Augustijnen van Antwerpen - Vindictae furor. 1719




005910 - Augustijnen van Antwerpen - Viribus enervis variè ridetur imago. 1724




005920 - Augustijnen van Antwerpen - Vis invidiae sive Belisarius. 1723




005930 - Augustijnen van Antwerpen - Vivere vis felix? thesauros quaerere noli. 1741




005940 - Augustijnen van Antwerpen - Vivitur ex rapto. 1722




005950 - Augustijnen van Antwerpen - De waere getrouwigheyd van Richarda aen haeren man Robertus gekroont van Otho III door de dood van Maria zyne vrouwe. 1775




005960 - Augustijnen van Antwerpen - Wambanus Hispanorum rex. 1767




005970 - Augustijnen van Antwerpen - Wambanus koning van Spagnien. 1767




005980 - Augustijnen van Antwerpen - Weder-strydt tvsschen Het Doorluchtighste Huys van Oostenryck Bestiert door de Goddelijcke voorsichtigheydt, ende Het ramp-saligh Huys van Otthoman Opghehitst door de Ongheloovigheydt, Helsche Furien &c. 1689




005990 - Augustijnen van Antwerpen - De wulpsche jonkheyd in Manasses. 1765




006000 - Augustijnen van Antwerpen - Xantippus. 1737




006010 - Augustijnen van Antwerpen - Xantippus humiliatus. 1734




006020 - Augustijnen van Antwerpen - Zelus Joiadae. 1716




006030 - Augustijnen van Antwerpen - Zoo listig als hy heeft geleeft. 1768




006040 - Augustijnen van Antwerpen - Zyt met uw lot te Vred’, men zal met U niet gekken. 1769




006050 - Augustijnen van Dendermonde - Den haet en nyd tusschen C. Marius en Sylla. 1775




006060 - Augustijnen van Dendermonde - Het hooveerdigh huys van Tarquinius moordaedigh en bloedt-schendig in ballinghschap ghesonden [...] door de jonckheydt van het collegie van den grooten vader Augustinus [...] 1 ende 2 september 1716. 1716




006070 - Augustijnen van Dendermonde - Keyser Carel den Vijfden vraeck nemende over het goodeloos schelmstuck van Joannes Fredericus ... / ... sal speel-wys vertoont worden door de jonckheyt van het collegie van Dendermonde. 1729




006080 - Augustijnen van Dendermonde - De liefde overwinnende den haet ofte Basilius overwonnen door Timocrates: bly-eyndigh treur-spel /sal op het tooneel gebrocht worden door de leerlinghen van de vierde schole in het collegie van de ... PP. Augustynen tot Dendermonde den 13 Februarii 1722. 1722




006090 - Augustijnen van Dendermonde - Treur-tonneel der liefde, ende droefheydt, van den lydenden ende stervenden Jesus ge-opent door de jonckheydt van het collegie der eerw: pp. Augustynen binnen Dendermonde den [23 & 24] meert 1695. 1695




006100 - Augustijnen van Dendermonde - Veranderinghe der menschelycke fortunen ofte Horibinon, coningh van Asien ende Dafrosa [...] Sal speel-wys vertoont worden door de studenten van de groote sodaliteyt in het collegie der eerw. paters Augustynen binnen Dendermonde den eersten meert 1726. 1726




006110 - Augustijnen van Dendermonde - De vreyheydt der Kercke bevochten door Henricus Coninck van Engelandt beschermt door Ludovicus den VII. Coninck van Vranckryck voor-gestaen door Thomas Aerts-bisschop van Cantelbergh ... Dendermonde ... jonckheydt van het Collegie vanden grooten Vader Augustinus 1727




006120 - Augustijnen van Gent - Abram triumphans. 1726




006130 - Augustijnen van Gent - Acolin et Rubaea. 1726




006140 - Augustijnen van Gent - Aegyptus conservata procurante Joseph. 1722




006150 - Augustijnen van Gent - Alphonsus. 1768




006160 - Augustijnen van Gent - Ambitionis catastrophe sive Demetrius Griska. 1732a d




006170 - Augustijnen van Gent - Ambitiosis catastrophe sive Demetrius Grisca Russiae autocrator. 1732b d




006180 - Augustijnen van Gent - Amor in odia sive Menalippa. 1712




006190 - Augustijnen van Gent - Amor in odio, sive Basilius. 1732 ca.




006200 - Augustijnen van Gent - Andronicus Comnenus. 1630




006210 - Augustijnen van Gent - Artabanus. 1632




006220 - Augustijnen van Gent - Athanasius inter varias calamitates. 1722




006230 - Augustijnen van Gent - Athanasius tusschen de verscheyde ellenden. 1722




006240 - Augustijnen van Gent - Avaritia. 1716




006250 - Augustijnen van Gent - B. Didacus d’Ortis proto-martyr. 1732




006260 - Augustijnen van Gent - Beverlei. 1774




006270 - Augustijnen van Gent - Boosheyt rechtveerdighlijck ghestraft in Gerardus hertogh van Britannien [...] bly-eyndigh-treur-spel. Verthoont door de studenten, in het collegie van de pp. Augustynen tot Ghendt den 12. 13. ende [ ] september 1673 1673




006280 - Augustijnen van Gent - Brutus primus Reipublicae Romanae consul. 1790




006290 - Augustijnen van Gent - Canutus den IV. Coninck van Denemercken. 1620 ca.




006300 - Augustijnen van Gent - Carolus I Angliae rex decollatus. 1771




006310 - Augustijnen van Gent - Christus patiens. 1729




006320 - Augustijnen van Gent - Le combat nocturne, ou les morta vivants. 1771




006330 - Augustijnen van Gent - Constantia. 1725




006340 - Augustijnen van Gent - Constantia christiana. 1724




006350 - Augustijnen van Gent - Constantia christiana, sive Babylas episcopus. 1725




006360 - Augustijnen van Gent - Controversia inter diem en noctem. 1688




006370 - Augustijnen van Gent - Convivium philosophicum. 1685 ca.




006380 - Augustijnen van Gent - Curae regum. 1710




006390 - Augustijnen van Gent - Cyrus coningh der Persianen overwonnen door Tomeris coninginne van Schytien. 1719




006400 - Augustijnen van Gent - Cyrus Persarum rex a Tomeri Schytiae regina superatus. 1719




006410 - Augustijnen van Gent - Daniel in lacu leonum. 1720




006420 - Augustijnen van Gent - Diogenes Romanus. 1728




006430 - Augustijnen van Gent - Dolis icta, non victa. 1726




006440 - Augustijnen van Gent - Ecclesiae immunitas sive Thomas Cantuariensis. 1726




006450 - Augustijnen van Gent - Ecercitatio scholastica [précédé d’une pièce de théâtre]. 1792




006460 - Augustijnen van Gent - Eschines. 1727




006470 - Augustijnen van Gent - Eugenius triumphans. 1717




006480 - Augustijnen van Gent - Exilium Tarquinii 1639




006490 - Augustijnen van Gent - Ganda ethnica, catholica, Hispanica. 1683




006500 - Augustijnen van Gent - Ganda ethnica, catholica, Hispanica. 1683
1. Julius Caesar, subactâ



006510 - Augustijnen van Gent - Ghecroonde memorie des doodts inden heylighen Henricus. 1668




006520 - Augustijnen van Gent - Ghestrafte onghetrouwigheyd ofte Sedecias Coninck van Juda, speelwys vertoont te Ghendt, 5 en 6 sept. 1702. 1702




006530 - Augustijnen van Gent - De ghetrouwigheyt van Belgica in alle haer beroerten aen Carolvs den II. coninck van Spagnien haeren wettighen heere [...] vertoont door de studenten van’t collegie der pp. augustynen den 16. ende 17. september 1675. 1675




006540 - Augustijnen van Gent - Glorieuse doodt van Adrianus onder Maximianus. 1639




006550 - Augustijnen van Gent - Henricus fatalis. 1726




006560 - Augustijnen van Gent - De heylighe vyf wonden. 1655




006570 - Augustijnen van Gent - Hoovaerdig huys van Tarquinius. 1733




006580 - Augustijnen van Gent - Hooveerdigheyt gestraft. 1725




006590 - Augustijnen van Gent - Horatiorum Curatiorumque conflictus. 1696




006600 - Augustijnen van Gent - Imperii sacrilega tyrannide foedati 1728




006610 - Augustijnen van Gent - Ingratitudo per Elenahan. 1711




006620 - Augustijnen van Gent - Innocentia victrix. 1757




006630 - Augustijnen van Gent - De jagt van Henricus den IV. 1771




006640 - Augustijnen van Gent - Jephte. 1702




006650 - Augustijnen van Gent - Joannes Aratus. 1724




006660 - Augustijnen van Gent - Joannes Nepomucenus. 1732




006670 - Augustijnen van Gent - Joannes Nepomucenus. 1732




006680 - Augustijnen van Gent - Joannes puer impus parricida. 1729




006690 - Augustijnen van Gent - Job. 1729




006700 - Augustijnen van Gent - Jonas Propheta, ceu Justitia Divina misericorditer puniens, 1688




006710 - Augustijnen van Gent - Joseph a fratribus venditus. 1732




006720 - Augustijnen van Gent - Judocus. 1724




006730 - Augustijnen van Gent - Judocus. 1724




006740 - Augustijnen van Gent - Justinianus. 1725




006750 - Augustijnen van Gent - [Karel I koning van Engeland onthoofd]. 1771




006760 - Augustijnen van Gent - Ladislaus XV. Bohemorum rex. 1732




006770 - Augustijnen van Gent - Langh-ghewensten vrede. 1698




006780 - Augustijnen van Gent - Marcus Atilius Regulus. 1755




006790 - Augustijnen van Gent - Marcus Atilius Regulus. 1755




006800 - Augustijnen van Gent - Nil nisi principium belli. 1718




006810 - Augustijnen van Gent - Octavianus Augustus, exhibetur a studiosâ Juventute Gymnasii S. Augustini. 1708




006820 - Augustijnen van Gent - Omsichtigheydt der Coninghen, ofte glorieusen strydt tusschen dry Horatii, ende Curiatii onder Tullus Hostilius Coninck der Romeynen, ende Metius Suffetius Hertogh der Albanen. Speel-wys vertoont door de Ionckheyt van het Collegie van den Grooten Vader Augustinus, binnen Ghent den 5. en 6. September 1710. 1710




006830 - Augustijnen van Gent - Ondancbaerheyt van Elenahan. 1711




006840 - Augustijnen van Gent - Ontrauwige arglistigheyt verandert in zegenpralende loosheyt. 1723




006850 - Augustijnen van Gent - Ortus in occasu, sive Semiramidis mortem mariti Memnonis vindicantis ad solium Assyriae per interitum Regis Nini ascensus. 1730




006860 - Augustijnen van Gent - Perfidia sibi vindex seu Julianus Comes. 1710




006870 - Augustijnen van Gent - Perfidus Ibrahim et fidelis Mahomet. 1724




006880 - Augustijnen van Gent - Petrus I. Russiae autocrator corripiens. 1733




006890 - Augustijnen van Gent - Philenus. 1730




006900 - Augustijnen van Gent - Pressa, non oppressa fidelitas. 1727




006910 - Augustijnen van Gent - Quis dolus affirmet, valeat quid fallere mortem. 1732




006920 - Augustijnen van Gent - Ride, sed quem, vide. 1732 ca.




006930 - Augustijnen van Gent - Salomona met haere zeven zoonen de Machabëen. 1771




006940 - Augustijnen van Gent - Sedecias. 1776




006950 - Augustijnen van Gent - Sedecias tragoedia exhibetur à studiosa juventute gymnasii Magni P. Augustini. Gandavi die 24. & 26. Augusti 1776. 1776




006960 - Augustijnen van Gent - Semiramis. 1714




006970 - Augustijnen van Gent - Sigismundus. 1725




006980 - Augustijnen van Gent - Spectaculum vindictae. 1716




006990 - Augustijnen van Gent - De staet-gierigheydt bestraft in Amalaberga ende Hermofredus. 1731




007000 - Augustijnen van Gent - Stratagema perfidiae. 1723




007010 - Augustijnen van Gent - Subacta impietas. 1716




007020 - Augustijnen van Gent - Superba Tarquinii domus. 1733




007030 - Augustijnen van Gent - Superbia punita. 1725




007040 - Augustijnen van Gent - Veranderinge van het menschelyck lot, ofte Origenon ende Dafrosa. 1720




007050 - Augustijnen van Gent - De verbeterde zoonen ofte geluk uyt ongeluk. 1776




007060 - Augustijnen van Gent - Tonneel-spel wraeck-lust in Octavianus Augustus teghen de moordt-daet van Cajus Julius Caesar synen oom [...] speel wijs vertoont door de ionckheyt van het collegie der PP. Augustynen binnen Ghendt, den 4. ende 5. september 1699 1699




007070 - Augustijnen van Gent - De zegenpraelende gratie in de Heylige Eugenia. 1729




007080 - Augustijnen van Ieper - Trevr-spel in Iamires hertoogh van Bohemen, ende zijn broeders Boleslavs ende Odalricvs verthoont door de jonckheyt van het collegie vande eerw: P.P. augustijnen binnen Ipre den 2. ende 3. september 1693 = Tragedie representée en Iamire duc de Boheme, & ses freres Boleslas & Odalric 1693




007090 - Augustijnen van Ieper - Trevr-spel in Iamires hertoogh van Bohemen, ende zijn broeders Boleslavs ende Odalricvs verthoont door de jonckheyt van het collegie vande eerw: P.P. augustijnen binnen Ipre den 2. ende 3. september 1693 = Tragedie representée en Iamire duc de Boheme, & ses freres Boleslas & Odalric 1693




007100 - Augustijnen van Ieper - De ongheluckighe uyt-werckinghe der wraecke vertoont in Hormisda, coninck van Persien. 1666




007110 - Augustijnen van Ieper - Strophio. 1666




007120 - Augustijnen van Leuven - Gvilielmvs eerst hertoghe van Aqvitanien [...] naermaels eremijt van S. Avgvstyns orden. 1636




007130 - Auteur van de Verdeeling van Polen - De samenspanning der arenden, een zinnebeeldige fabel, by wyze van tooneelspel. Door den schrijver der Verdeeling van Poolen [= Theophilus Lindsey]. Uit het Turksch vertaald. 1783 ca.




007140 - Auteur van de Verdeeling van Polen (naar het Frans van Jos-Math. Gérard de Rayneval) - De verdeeling van Polen in VII samenspraken, tusschen hoog standspersonen, tooneelswijze voorgedragen. 1775
Wel nu, Mevrouwen, wie zal ons een Manifest opstellen, dat, voor de oogen van ’t gemeen, met eenen schijn van billijkheid bemantelde een gedrag, dat zoo weinig in acht genomen heeft het geene de menschen regtvaerdigheid noemen.
Zulk een Manifest, (lach niet, Mevrouwen; de stof is te ernstig) zulk een Manifest, zegge ik, is geene zaek zoo gemakkelijk als gij schijnt te gelooven.



007150 - Jacob Awijts - Menschelijcke Broosheit. 1599 ca.




007160 - J. Ayrer (naar het Latijn van Georgius Macropedius) - Aluta 1600 ca.




007170 - J. Ayrer (naar het Latijn van Georgius Macropedius) - Aluta 1618




007180 - Anthony B. (naar het Duits van Gustav Friedrich Wilhelm Grossmann) - De edelmoedige generaal. 1779
G. Is myn Volk noch by het vuur beschadigt?
L. De meesten.
G. ’t Gevaar scheen echter over!
L. Toen de Heer Generaal weg gereeden was, rukte men noch een paar Huizen omver, om de Kerk te redden.
G. De Kerk?..... Het is goed, dat men de hoofdposten zoekt te dekken, maar dit was hier de zaak niet. De Kerk is een gebouw, dat binnen twee jaaren van zelfs zou ingevallen zijn. Een klein onaanzienlyk gebouw het welk aan de Stad geen de minste cieraad bybracht......



007190 - H. van B. [= S. van der Star] - De onkundige diamantslyper, dog slimme koppelaar. 1745 ca.
Ja Fyneman het is nu gants verbruyt,
Die Piljond is maar een duyvelse guyt
De gek is vend, nu ’k meen dat ik werke sel,
Nou kult hy my, en zyt ja ik ken je wel.



007200 - M.B. (naar het Duits van Christoph Heinrich Bindseil) - Luim en goedhartigheid. 1801




007210 - B.P.H.E.S.A.C. - Kloekmoedige martelie van de H. maegd en martelaeresse Catharina, door den vreeden tyran Maximinus, keyser van de Oosten. 1770 ca.
Is ’t droom of spook, wel hoe; wat speelt’er in myn sinnen?



007220 - M. van Baarlant - Cupidoôs speel-tuigh, op-geoffert de seer weerdige Heer: Nicolaus vander Goes, en de deught-gevyerde Juffer, Maria Vager; als sy samen in d’echt verknochten den [geen datum]. 1652
Myn boogh scheen daar verset in ’t micken,
De pees hielt stant; maar waarder stricken
Verheist de seeg’ van Vagers-min:
Wie anders? als de Min-goddin



007230 - Jan Aukes Backer - De aderlating. 1796




007240 - Jan Aukes Backer - Agnes de Castro. 1775 ca.




007250 - Jan Aukes Backer - Alardus, of de zelfmoord door liefde. 1786




007260 - Jan Aukes Backer - Alardus, of de zelfmoord door liefde. 1801




007270 - Jan Aukes Backer - De beloonde deugd. 1785
Waarom, mijn Sternzee! zoekt gij staag mijn oog te ontvluchten?
Wat rouw beknelt uw hart, wat doet u heimlijk zuchten?
In ’t heilrijk oogenblik dat wij ons oudste Kind,
Ons dierbre Elizabeth, van al de buurt bemind,



007280 - Jan Aukes Backer - Brunon, of Niemand is gelukkiger dan die gelukkigen maakt. 1796




007290 - Jan Aukes Backer - De Parysche Schoenmaker, of natuur is deugt. 1796




007300 - [Jan Aukes Backer] - De dood van Seneca. 1796
S. ’t Is waar, Pompeja! ’t geen myn mond u kwam te melden.
P. Wie weet welk ongeluk uw trouw nog zal vergelden!
S. ’k Heb van den tabbaerd my, met meer vermaak ontdaan,
Dan ik ’t zwaarwigtig ampt voorheen heb aangegaan.



007310 - Jan Aukes Backer - Ferdinand en Constantia. 1796




007320 - Jan Aukes Backer (naar het Frans van Germain François Poullain de Saint-Foix) - De financier. 1779
Mijn zeer waerde Baron, ik begrijp u niet; Alcimon is een rijk Financier; hij heeft sedert vijf of zes maenden dit schoon Landgoed gekocht; hij maekt staet alhier dikwerf te komen; hij schijnt een liefhebber van verkwisting en vermaeken te zijn. Gij, daer en tegen, hebt niet dan een klein Landgoed, omtrend een uur van hier gelegen, dat u niet meêr dan ten hoogsten twee duizend guldens aen inkomsten opbrengt.



007330 - Jan Aukes Backer (naar het Frans van Germain François Poullain de Saint-Foix) - De financier. 1796
Mijn zeer waerde Baron, ik begrijp u niet; Alcimon is een rijk Financier; hij heeft sedert vijf of zes maanden dit schoon Landgoed gekocht; hij maekt staet alhier dikwerf te komen; hij schijnt een liefhebber van verkwisting en vermaeken te zijn.



007340 - Jan Aukes Backer - De Hollandsche Maagd, in Leeuwenhof. 1796
Wanneer een felle orcaan de halmen slaat ter neder,
Verwacht de Landman weêr een schoon en helder weder;
Zo wacht ik met geduld, in deez’ benaauden staat,
Des Hemels bijstand af, nu ’t heir der Helden gaat,



007350 - Jan Aukes Backer (naar het Frans van Pierre Jean Baptiste Choudard Desforges) - De jaloersche vrouw. 1789
’t Was laat toen hy te huis kwam.
Dit is zeker om eenige reden.
Denkelyk een’ nieuwen bedekten handel.
En evenwel hy rust, hy kan slaapen.
En ik, een slachtoffer der liefde en des huwelyks, ik schrei nacht en dag.



007360 - Jan Aukes Backer (naar het Frans van Pierre Jean Baptiste Choudard Desforges) - De jaloersche vrouw. 1791
’t Was laat toen hy te huis kwam.
Dit is zeker om eenige reden.
Denkelyk een’ nieuwen bedekten handel.
En evenwel hy rust, hy kan slaapen.
En ik, een slachtoffer der liefde en des huwelyks, ik schrei nacht en dag.



007370 - Jan Aukes Backer - Jonkheer Dirk de Braave, of de Overysselsche boerenredding. 1796
H. Neen Keesbuur! het kan niet schikken. Ik heb tegen uw’ Zoon niet, want ik weet dat hy een brave jongen is; maar ik heb besloten myn Grietje nooit aan een’ Boer te geeven, schoon ze zelfs maar een boere-meisie is. Zy moet Steêwaerds in, en de goejeluy gaan dienen! Kon uw Zoon een goed ambacht, en was hy geen’ Boer, dan was myn’ Kind tot zyn dienst.
K. Wel buurman Harme! Ik dagt niet dat gy zo vies met uw waar zoudt zyn! Ik beken, uw Grietje is een knappe deern, die wel aan de man zal komen; maar myn Jongen is ook zo fris op zyne kooten, als een in ons Dorp. Of is het, om dat ik hem niet veel meé kan geeven? Wel ik denk dat uw dogter ook geene schatten zal hebben; want wy kennen malkaar al te lang om niet te weeten, hoe zwaar wy beiden weegen, en ronduit gezegd, ik geloof dat wy malkaar niet veel ontlopen zullen.



007380 - Jan Aukes Backer - Jonkheer Dirk de Braave, of de Overysselsche boerenredding. 1800 ca.




007390 - [Jan Aukes Backer] - Josephus de Tweede en de dief uit nood. 1796
Wat bitter zielsverdriet, wat angst, wat wreede zorgen,
Doorboren my het hart, van d’avond tot den morgen!...
Rampzalig is de man die ’t goed vertrouwen breekt;
En zyne snoode hand naar ’t geld van abdren steekt;



007400 - Jan Aukes Backer - De moerbeziën boom. 1792




007410 - Jan Aukes Backer - Het ontdekt bedrog. 1787
Ach! gansch ondraaglijk is het leven
Wanneer men zonder hoop bemint.
Nog erger, wierd ons hoop gegeeven
Wanneer men zich bedroogen vindt.



007420 - Jan Aukes Backer (naar het Duits van Onbekend) - De ritmeester Erlau, of veroordeelde onschuld. 1789




007430 - Jan Aukes Backer - De zeldzaame bedelaar. 1798




007440 - Jan Aukes Backer - Zoutman, of de doggerbanksche helden. 1796
Doorluchte Heldenstoet! Gij, die voor ’t Vaderland,
Voor Haardstede en Altaar uw goed en bloed verpandt;
En altoos, onverzaagd, op vlotte Zeekasteelen,
In ’t onbetembaar woên van ’t golvenheir wilt deelen:



007450 - J. Baertsoen - Abraham. 1770 ca.




007460 - J. Baertsoen - Bekering van Achatius. 1770 ca.




007470 - J.J. Baey (naar het Frans van Voltaire (ps. van François-Marie Arouet)) - Alziere of den Americaen Christen. 1770 ca.




007480 - J.J. Baey (naar het Frans van Voltaire (ps. van François-Marie Arouet)) - Alziere of den Americaen Christen. 1778




007490 - Laurens Bake - Gloorroos en Adelgond 1748




007500 - Jan Bara - Galteno en Alimene, of verdoemde ontrouw. 1656
Wat schendig ongeval, in ’t jammer-huys geboren,
Heeft zulken zwaren krak aan mijne jeugd gezworen?
O ongebondentheyd des Jongmans, die mijn hart
Hebt aangebrand! ô pijl en oorzaak onzer smart!



007510 - Jan Bara - Galteno en Alimene, of verdoemde ontrouw. 1747
Wat schendig ongeval, in ’t jammer-huis geboren,
Heeft zulken zwaren krak aan myne jeugd gezworen?
O ongebondentheyd des Jongmans, die myn hart
Hebt aangebrand! ô pyl en oorzaak onzer smart!



007520 - Jan Bara - Herstelde vorst, of geluckigh ongeluck. 1650
Leght daer roemwaerde Stad,



007530 - Jan Bara - Herstelde vorst, of gelukkig ongeluk. 1747
Legt daar roemwaarde Stad, uw’ Koninglyke wallen
Die moeten, zonder my, in ’s vyands handen vallen;
Uw’ muren, Hemel-hoog, en torens, zonder gaê,
Gevormd tot asch en zand, laet ik voor eeuwig nae,
Onschuldig kan ik my van ’t kraken uwer tempelen,
De Goden weten ’t, hoe ’k beschermde hare drempelen;
Neen Sterta, grote Stad, ’k en waar dien laffe niet,
Die willens u, met my, zou brengen in ’t verdriet;



007540 - Jan Bara - Klucht van ick kenje niet. 1664
Men rust by een, men kust, men blust de lust, men zwijght
Zoo langh, tot eens het dier de buyk vol beenen krijght,
Noch treckebecktmen, jaa noch kooitmen met malkander,
En altijt wert de schult geschoven op een ander.



007550 - Jan Bara - Klucht van ik kenje niet, vermeerderd met een opdracht. 1706
Men rust by een, men kust, men blust de lust, men swijgt
Soo lang, tot eens het dier de buyk vol beenen krijgt,
Noch trekkebektmen, ja noch koyt men met malkander,
En altijd werd de schuld geschoven op een ander,



007560 - Jan Bara - Ik kenje niet, vermeerderd met een opdracht. 1747
Men rust by een, men kust, men blust de lust, men swygt
Zo lang, tot eens het dier de buik vol beenen krygt,
Noch trekkebektmen, ja noch koyt men met malkander.
En altyd werd de schuld geschoven op een ander,
Ter week een dukaton van d’eene, en d’and’re Vaâr.
Tot voeding van het jong! ô lompen Molenaar!



007570 - Jan Bara - Het verslingert Moekroesje. 1668
M. O! Vivat d’Eed’le blom die mijne ziel geboort heeft;
Langh leef Moekroesje, die de schoonste maaght bekoort heeft,
My dunckt, alwaar ick stap, dat ick de stralen zie
Van mijnen Hemel-zon; nu ick de schaduw vlie
Die my op d’hielen volght: B. Op eene steen zes ogen,
Moekroes, noch ben ik hier M. Het oogh heeft my bedrogen.



007580 - Jan Bara - Het verslingert Moekroesje. 1747
M. ô Vivat d’eed’le bloem die myne ziel geboort heeft;
Lang leef Moekroesje, die de schoonste maagd bekoord heeft,
My dunkt, alwaar ik slap, dat ik de stralen zie
Van mynen Hemel-zon; nu ik de schaduw vlie
Die my op d’hielen volgt - B. Op eene steen zes ogen,
Moekroes, nog ben ik hier. M. Het oog heeft my bedrogen.



007590 - [Abraham Louis Barbaz] - De aftogt der Engelschen en Russen van de Bataafsche kust. 1799
V. Maar, myne lieve Neeltje! hoe zyt gy toch zo ingenomen met dien zotskap van een’ Windhaan? die, met myne toestemming ten minste, nimmer ons eenig kind, onze beminlyke Roosje, tot zyne vrouw zal verkrygen.
N. Windhaan is wellevend, gedienstig, innemend, en, wat meer is, onze verre neef.



007600 - Abraham Louis Barbaz (naar het Frans van Voltaire (ps. van François-Marie Arouet)) - Agathokles. 1798 [1718]
Ons onheil neemt in ’t eind’ door ’s hemels gunst een’ keer:
Gy vestigt dezen dag onze oude vrindschap weêr;
De vreê heréénigt thans Karthaag’ en Sirakuse;
En weent gy aan den zoom der lieflyke Arethuse!



007610 - Abraham Louis Barbaz (naar het Frans van Jean Baptiste Racine) - Andromaché. 1800
Ja! wyl zó trouw een vrind in mynen arm mag keeren,
Zal ’t lot, ontwyfelbaar, my ook niet langer deeren;
En zyne grimmigheid schynt reeds te zyn verzagt,
Nu wy, in Buthrots wal, ons zien byéén gebragt.



007620 - Abraham Louis Barbaz (naar het Frans (naar het Engels) van Jean François de la Harpe / Geo. Lillo) - Barnewel. 1800
Ja, Truman! ’k zie met vreugd hoe gy in yver blaakt,
En smaak voed voor een’ staat, die u gelukkig maakt:
De handel is uw lust, en ’t edel vlytbesteden
Gewent u heilzaam aan uw nutte bezigheden.



007630 - Abraham Louis Barbaz (naar het Frans van Ant.-Vinc. Arnault) - Blanka en Montcassin, of de Venetianen. 1802
Grootmoedig vreemdeling, bevryder van deez’ staat!
Geniet de dankbre vreugd van burgery en raad.
Wy, aan het vuigst ontwerp ten doel gesteld, wy waren
Reeds, zonder u, vergaan; Venedig, dat de baren
Waar¨it zy ’t hoofd verheft, als zeevorstin gebied,
Waar’ door één uur verwyl, voor eeuwig reeds te niet;



007640 - Abraham Louis Barbaz (naar het Frans van Voltaire (ps. van François-Marie Arouet)) - Edipus. 1803
Zyt gy ’t, ô Filokeet’? wat wreede tegenspoed
Jaagt u hier grafwaart heen, waar ’t vreeslyk pestvuur woed?
Komt gy d’ontvlamde toorn’ van Thebes goôn braveren?
Geen sterfling durft zó stout zyn schreden herwaarts keeren:
De hemels gramme wraak vervult dit bang gewest,
En de onverzaadbre dood bewoont dees nare vest;



007650 - Abraham Louis Barbaz - Elmire de Vilarez 1799
Sints ’t uur, ô myn vrindin! dat ik de blyde streken
Van myn geboorte ontging, myne ouders ben ontweken,
De zoomen van den Taag voor Perus strand verliet,
Trof noch zó wreed een angst myn bevend harte niet!
Wat aklig vóórgevoel is in myn ziel gerezen?
Wat doet my dezen dag een nadrend onheil vreezen?



007660 - Abraham Louis Barbaz (naar het Frans van Joseph Gaspard Dubois-Fontanelle) - Ericia, of de Vestaalsche maagd. 1794
ô Gy, die ’t Roomsche ryk, als schutsvrouw, zyt genegen!
ô Vesta! achtbre maagd! schenk ons altoos uw’ zegen!
Geef, dat dit heilig vuur, door u bezield, gevoed,
Steeds blake op uw altaar, in onuitbluschbren gloed!
De held, die zegepraalde aan Taag- en Eberzoomen,
Dreigt thans het fier’ Karthaag’ met d’ adelaar van Romen:



007670 - Abraham Louis Barbaz - De gelykheid. 1795
Zo is ’t, myn waarde! ik ben met u van één gedachten:
Uw moeder is zo trotsch van aart,
En durft zich boven my zo hoog verheven achten,
Dat zy nooit dulden zal, hoe sterk wy daar naar trachten,
Dat ik met u moog’ zyn gepaard.
Zy toont zich met de zaak der vryheid ingenomen,
En loogchent echter dat de menschen zyn gelyk!
Om dat ze uit hoogen stam waant voort te zyn gekomen,
Geeft zy my daaglyks blyk op blyk
Dat ik van hier zal zyn verstooten,
Wyl ik uit lager stam, dan zy, ben voortgesprooten!
Uw vader is nochtans een eerlyk patriöt,
Die geen verschil in standen kan gedoogen:
Zal hy zyn vaderlyk vermogen
Door ’t oud vóóroordeel zien bespot?
Gy weet, Sofia-lief! hy is my zeer genegen.



007680 - Abraham Louis Barbaz - Herzilia. 1800
Prinses! gy ziet dan reeds den blyden dag verschenen,
Die aan held Numaas lot uw dagen zal veréénen:
Nooit rees gewis de zon aan ’s hemels heldren boog
Zó luisterryk als nu vóór uw verlangend oog.
De fiere en strydbre telg van Romulus zal heden
God Hymens heiligdom op ’t plegtigst binnentreden,
Daar zy de hand aanvaard van hem, die, door zyn’ moed,
Den aart betoonde van ’t Sabynsche koningsbloed:



007690 - Abraham Louis Barbaz - De huwelyksliefde, of de ware grootheid. 1801
Waar toeft myn echtgenoot? zyn afzyn doet my beven:
Troost noch myn’ Cimons taal zyn’ vaders ongeluk?
Of is Miltiades op d’oever van zyn leven?
ô Goôn! wacht ons noch zwarer druk?



007700 - Abraham Louis Barbaz (naar het Frans van Jean Baptiste Racine) - Ifigenia in Aulis. 1800
Ag. Ja! Agamemnon zelf komt hier uw’ slaap verstooren:
Tree toe, wees overtuigd uw’ konings stem te hooren.
Ar. Zyt gy het zelf, myn vorst? Wat zware zorg van staat
Dreef u ter rustkoets af, noch vóór den dageraad?



007710 - Abraham Louis Barbaz - Makin, of de ontdekking van Madera. 1800
Hoe bekoorlyk, ô myn waarde Eduard! is wederöm deze aannaderende avondstond! Zie de alleskoesterende zon allengs zich achter de toppen van het gindsch gebergte verschuilen, om aan de bewoners van het ander halfrond hare weldoende stralen mede te deelen, terwy zy de frissche kruinen van het schaduwryk geboomte noch verguld. Dit schoone eiland mag met recht een lusthof der natuur worden genoemd, want zy heeft niets gespaard om hetzelve te versieren.



007720 - Abraham Louis Barbaz (naar het Frans van Jean Baptiste Racine) - Mithridates. 1800
Arbates! ja! ’t is waar al ’t geen ons wierd verhaald:
Vorst Mithridaat’ is dood, en Rome zegepraalt:
’t Romeinsche heir, by nacht, d’Eufrates langs getogen,
Viel op myn’ vader aan; heeft zyn beleid bedrogen;



007730 - Abraham Louis Barbaz - Nieuwjaars wensch van Thomasvaer. 1802
Lofwaarde burgery van Gysbrechts oude muren!
Gy, die tooneelspelkunst en zang- en danskunst mint!
Gy, die ons gunst betoont in zorgverpozende uren!
Heil, nu het jaar zyn’ loop begint!



007740 - Abraham Louis Barbaz - De nieuwsgierige. 1793
Myn waarde heer Welval! ik moet ronduit verklaren,
Uw tuinmanspak voldoet my ongemeen;
En ik wil thans u openbaren
Waaröm ik dit gewaad u heden geef te leen.



007750 - Abraham Louis Barbaz (naar het Frans van Louis-Jean-Népomucène Lemercier) - Ofis. 1800
Ja, zegt aan Tholus dat zyn’ broeders legermagt,
Dat Ofis dezen dag in Memfis word verwacht,
En dat ik, fel verbaasd om ’t onheil ons beschoren,
Het grimmig antwoord van de goden zal doen hooren.



007760 - Abraham Louis Barbaz (naar het Frans (naar het Grieks) van Jean François de la Harpe / Sophocles) - Philoctetes, op het eiland van Lemnos. 1793
Hier zetten wy den voet op Lemnos woeste zoomen,
Waar nooit een sterveling zyn woonplaats heeft genomen.
Zoon van Achilles, de eer van ’t strydbaar Griekenland!
ô Gy, zyn roemgenoot! zie hier dat eenzaam strand,



007770 - Abraham Louis Barbaz - Philoctetes op het eiland Lemnos. 1795
Ulysses en Pyrrhus, gevolgt van twee Soldaaten, verschynen het eerst op het Tooneel, Ulysses verhaalt aan Pyrrhus met korte woorden de rede waarom de Grieksche held, zyne levensdagen op Lemnos moest slyten en meld hem tevens dat hy dien dag Philoctetes aan Griekenland weeder wil geeven , hem vervolgens het hol van dien ongelukkigen Krygsman beschryvende. Phyrrhus gaat hier op naar het verschiet des Tooneels, beziet het hol, doch word Philoctetes ’er niet in gewaar, maar wel zyn legerstede van dorre bladen en takken, een ruw hout drinkvat en zyn oud en bloedig gewaad.



007780 - Abraham Louis Barbaz (naar het Frans van Alexis Piron) - De poëet, of de rymdrift. 1801
F. Dit landhuis, lieve meid! behaagt my bovenmaten:
Ik zou het ook daaröm niet graag zo gaauw verlaten,
Vooräl omdat ik hier uw schalksch gelaat ontmoet,
Waarby ik elk verblyf behaaglyk vind en goed;
Maar, wyl hier van myn’ baas geen tyding is te weten,
Moet ik weêr schielyk naar Parys. L. Hy word geheten?



007790 - Abraham Louis Barbaz (naar het Frans van Voltaire (ps. van François-Marie Arouet)) - De Scyten. 1796
Indatires! myn zoon! wie zyn die vreemdelingen?
Wat stoutgevormd besluit kon die vermeetlen dringen
Om over ’t hoog gebergt’ van Imma¨s te treên?
Jaagt hen eene oorlogsdrift na Oxus zanden heen?
Wat zoeken ze in dit oord, in dees geruste streken?



007800 - Abraham Louis Barbaz - De triömf van den poëet, of de verrassing. 1802
’k Meen dat heer Francaleu verwonderd zal staan kyken,
Als hem myn wederkomst, na ruim twee jaar, zal blyken.
Men heeft my aangediend: waar of hy toeft? Gaan wy
Hier zitten. ’k Stel voor vast dat hy niet denkt op my:
Na ’t afscheid, dat ik zo gramstoorig heb genomen,
Kon hy niet wanen dat ik ooit zou wederkomen;



007810 - [Abraham Louis Barbaz] - Ulisses. 1796
Myn vorst! wat nare drang van diepverholen zorgen
Jaagt u door dit paleis, by ’t ryzen van den morgen?
Vergun my dat ik vrage om wat geheime reên
De schandre Ulisses zich door angsten voelt bestreên?



007820 - Abraham Louis Barbaz - De wysgeer of de edele menschenhater. 1803
Mynheer Antonius verschynt noch niet: de zon is echter reeds lang uit de kimmen gerezen, en bied ons den schoonsten morgenstond. Onze afspraak was gisteren avond, dat wy heden elkanderen in dit eenzaam oord zouden vinden, alwaar onze wysgeerige landhoevenaar my eindelyk zyne hartsgeheimen zou mededeelen; dit stil tafereel der natuur is ’er, inderdaad recht toe geschikt... Hy komt.



007830 - Pierre Barbez (naar het Frans van Voltaire (ps. van François-Marie Arouet)) - Adélaïde Du Guesclin. 1800 ca.




007840 - Pierre Barbez (naar het Frans van Voltaire (ps. van François-Marie Arouet)) - [La Mort de César]. 1800 ca.




007850 - Pierre Barbez (naar het Frans van Voltaire (ps. van François-Marie Arouet)) - [Les Pélopides]. 1800 ca.




007860 - C.F. Bardt - Religie-Edict. Het Pruissisch. 1789




007870 - Jan Barentsz - Klucht van Buchelioen, ’t kaboutermannetge. 1655




007880 - Barlandus - Dido. 1515




007890 - Johan Zacharias Baron - Klucht van Kees Louwen, ofte: den gheschooren boer. 1667
Van mijn moye Butter, Kaes, Hennen, Eent-vogels, en van mijn Eyeren lieve vrient,
Daer heb ick al vry wat meer of gemaeckt, als mijn Moertje wel mient,
Want een moye drinck-penning heb icker of aen een zy in mijn dief-sack gesteecken,
O gans bloet, hoe heb ick daer de Rijstenbrou-eeters en Melck-muylen uytgestreecken,



007900 - Johan Zacharias Baron - Kees Louwen, alias den geschoren boer, nevens het byvoegsel van den vermakelijcken Leytze klapperman. 1679




007910 - Johan Zacharias Baron - Den vermakelijcken Leytze klapperman. 1679
Liefwaerde Burgery,



007920 - Johan Zacharias Baron - Konstanter en Elizea, anders de geluckige verandering. 1656




007930 - Johan Zacharias Baron - Lichthart en Aers-gat Sonder-sorgh / Vastelavents vreucht. 1653
’k Heb ’t Wijff soo langh eseyt, se sou wat Goets vergaaren,
Dat teugens d’ouwen dagh, als ’t of-gaan van de jaaren,
Maar ’t schijnt sen leeft in ’t Boeck van ’t Meer, of Spaaren, niet,
En dat’s me tot jou eseyt, sulcken harsteer en sulcken verdriet,
Gelijckmen trouwens daechlijckx siet tusschen ’t Steenschuyt, en de Maeren,
Doch, als op moet (lieve pot) laeter Lichthart dan mee wel of vaeren,
Hebt niet voor aeren, maer seght, ’k heb mee wel kaeren heel schrael eweyt.



007940 - Johan Zacharias Baron - Rododaphneé, ofte: Persiaensche heldinne. 1651
R. Och! och! waer ben ick hier? spreeck, ô! spraeckloose-weegen,
En ghy ô! goede Goôn, loopt ’tluck my meê, of teegen?
H. Teegen. R. Och! waer ben ick? H. Ick. R. Och! och! geeft uyt komst’ eer het daecht,
Aen my, eylaes, aen my, aen my, Rampzael’ge-maecht,



007950 - Johan Zacharias Baron - Rododaphneé, ofte: Persiaensche heldinne. 1653




007960 - Johan Zacharias Baron - Rododaphneé, ofte: Persiaensche heldinne. 1658




007970 - Johan Zacharias Baron - Rododaphneé, ofte: Persiaensche heldinne. 1666




007980 - Johan Zacharias Baron - Rododaphneé, ofte: Persiaensche heldinne. 1699




007990 - Johan Zacharias Baron - Rododaphneé, ofte: Persiaensche heldinne. 1702




008000 - Johan Zacharias Baron - Rododaphneé, ofte: Persiaensche heldinne. 1729




008010 - Nicolaus Barptholomaeus - Christus Xylonicus. 1531




008020 - Nicolaus Barptholomaeus - Christus Xylonicus. 1539
Iam nox ruit, caligine involvens polum:
Et iam remotae mensae, & exempta est fames
Epulis, patrique dictus hunus: ocyus
Surgite, & eamus notum in hortum: in horto Adam
Primum ausus est nefas, in horto par erit
Illud piari, iramque placari patris.



008030 - Nicolaus Barptholomaeus - Christus Xilonicus. 1540
Iam



008040 - Anthony Bartelink - Enkhuizen, of grontsteen tot vryheit, gelegt door Pieter Luitgesz. Buyskes, Pieter Symonsz. Semeyns, Jak. Dirksz. Brouwer e.a., die den 21 May 1572 d’Haring maagd van het jok van Spanje verlosten, op het tweede eeuwgetyde, plegtig ... geviert, ... en in tooneel-digt gebragt door - 1772




008050 - Guilliam Baseler - Zegenprael der onwinbare kercke gegrondtvest op den onbrekelycken pilaer der diep-verholentheyt [...] op de dry-hondert-jarige feeste van het H. Sacrament van Miraeckel, by de [...] Augustynen binnen de Stadt Loven. 1674
1 L. Wie sal d’onfeylb’re Kerck, de waerheyts stoel, beroeren
Nu Augustinus schacht de Ketters tongh doet snoeren
Voor ’t heyligh Offerhandt? 2 L. De schacht dient voor een schicht.
Waer voor de kettery ontspanaert wygt en swicht.



008060 - Joannes-Baptiste Bastiaen - Arlequin actionist 1800 ca.
K. Ha Monsieur Arlequin! weest wilkom goede vrind



008070 - Joannes-Baptiste Bastiaen - Vermaekelyk klucht-spel van den bedrogen boer met zyn eyers. 1800 ca.
Ach! wat heb ik gedaen? ach had ik dat geweten!
Die schellem, als hy is, en had my niet bescheten;
Dien roover van myn eer, die my bedrogen heeft
Die is niet weird, dat hy nog op de aerde leeft.
’k Wil dat ’k dien deugeniet zag hangen aen de galge:
Als ik’er maer op denk ik kryg van hem een walge.



008080 - Joannes-Baptiste Bastiaen - Vermaekelyk klucht-spel van den bedrogen boer met zyn eyers. 1800 ca.
Ach! wat heb ik gedaen? ach had ik dat geweten!
Die schellem, als hy is, en had my niet bescheten;
Dien roover van myn eer, die my bedrogen heeft
Die is niet weird, dat hy nog op de aerde leeft.
’k Wil dat ’k dien deugeniet zag hangen aen de galge:
Als ik’er maer op denk ik kryg van hem een walge.



008090 - Joannes-Baptiste Bastiaen - De twee gelyke bultenaers en gebroeders, of: de kwaede griete. 1780 ca.
Al es myn Griete slim ik kan haer nog badriegen;
Al es zy boos en kwaed zy hoord nog naer het liegen.
Dit is myn Grietens Rok, die ik nam uyt de kas,
Die my van daeg by Trien zal komen wel te pas.



008100 - Philip Claudius Basuel - Bly-eyndende treurspel van het leven ende wondere daeden van den H. Rombout, arts-bischop van Dublin, bekeerder, martelaer, ende voor-spreker der stadt ende provincie van Mechelen in syn negenste gulde-jaer. 1680




008110 - Willem de Baudous (naar het Frans van Robert Garnier) - Edipes en Antigone. 1618a d
Ick ouden man heel blindt, ick moet helaes gaen dolen,
Door Bergen Bos en Dal, door Putten en door Holen.
Mijn dochter Antígoon, ick bid u doch vertreckt,



008120 - Willem de Baudous (naar Robert Garnier) - Edipes en Antigone. 1618b d




008130 - Bautain, “den vader” - Almaïde, of de Amerikaansche heldin. 1798




008140 - Bautain, “den vader” (naar het Frans van Onbekend) - De minnenijd van Medea, of de zege der liefde. 1797
Eenige Herderinnen komen op het Tooneel en zoeken ten Ruin door, om te zien of ’er ook iemant is;
zy denken eenig gerucht te horen, doch verzekeren elkander dat zy niets gezien hebben.
Zy begeven zich aan het versieren van het Priëel, en gaan vervolgens Dafine, haare Meesteres, halen;
deze komt en toont zich zeer voldaan over haare oplettendheid, zy vraagt of zy in zekerheid is, en nodigt haar om te danssen.



008150 - Baxius - Theophilus. 1614




008160 - E.G. van Beaumont (naar het Frans van Auguste Étienne Xavier Poisson de La Chabeaussière) - De Algerynsche landvoogd. 1789




008170 - C. Becaus - Jam Slof en Lijsje Mors. 1633




008180 - B. Beeke - De jaloerze minnares, of de bedroogen vrek. 1756
Margareta hoor! ’t zyn zaaken
Van groot gewicht, en die



008190 - Johan Beets - Daphne, of boschvryagie. Het eerste deel. 1668 of 1669




008200 - Johan Beets - Daphne, of boschvryagie. 1668




008210 - Johan Beets - Daphne, of boschvryagie. 1668




008220 - Johan Beets - Melissa. 1668




008230 - [Jean-Jaques Bel] - Le nouveau Tarquin. 1732




008240 - Hermanus Benjamin (naar het Frans van H. de Poussel de Montanban) - Felicia, of de betoveringe door liefde. 1699
F. Kan ik dan geene dienst u tot Sevilje doen,
Ik meen my, morgen vroeg, daar weder heen te spoên?
P. Zoud gy op heter daad weêr zyn van hier geweeken,
En zonder eerst de Nymf Felicia te spreeken?



008250 - Hermanus Benjamin - De koppelaar van zyn vrouw. 1698
J. Ik gis, gy schept vermaak, myn Heer, met dus te praaten
D. Neen, zeg ik u; sint ik en Rykert laastmaal aten,
En dat ik uit myn zak myn neusdoek trok, ontviel
My ’t schildertje, dat hy opnam, en behiel.



008260 - Hermanus Benjamin - Krispyn, baron en afslager. 1694
L.Wel, Monsieur Leendert, waar drommel komje van daan? je hebt hier niet te doen.
L. Je zegt me niet de helft van de zaaken. K. Brus hier van daan, ras weg, wilje spoên,
En ga me wachten ter plaats by ons versprooken.
L. Maar die karos... K. Onnodig veel woorden den hals gebrooken;
Ze is klaar. L. Zal ik’er niet aangaan, ’t is immers in myn weg?



008270 - Hermanus Benjamin - Krispyn, baron, en afslager. 1724a v
K. Wel, Monsieur Leendert, waar drommel komje van daan? je hebt hier niet te doen.
L. Je zegt me niet de helft van de zaaken.
K. Brus hier van daan, ras weg, wilje spoên,
En ga me verwachten ter plaats by ons versprooken.



008280 - Hermanus Benjamin - Krispyn, baron, en afslager. 1724b v
K. Wel, Monsieur Leendert, waar drommel komje van daan? je hebt hier niet te doen.
L. Je zegt me niet de helft van de zaaken. K. Brus hier van daan, ras weg, wilje spoên,
En ga me wachten ter plaats by ons versprooken.
L. Maar die karos... K. Onnodig veel woorden den hals gebrooken;
Ze is klaar.



008290 - Hermanus Benjamin (naar het Frans van Nicolas Drouin dit Dorimond) - De minnaar van zyne vrouw. 1692
K. Wat aangenaamer glans op wenschelyker dag
Kwam ooit myn oog als nu te aanschouwen,
ô Schoone Nicht, beminn’lykste der vrouwen!
M. Uw’ heusheid, Neef, blykt steeds, gelyk zy altoos plag.
Maar, hoe komt gy zo onverwacht verschynen?



008300 - [Hermanus Benjamin] (naar het Frans van Nicolas Drouin dit Dorimond) - De minnaar van zyne vrouw. 1705
K. Wat aangenaamer glans op wenschelyker dag
Kwam ooit myn oog als nu te aanschouwen.
ô Schoone Nicht, beminn’lykste der vrouwen!
M. Uw’ heusheid, Neef, blykt steeds, gelyk zy altoos plag.
Maar, hoe komt gy zo onverwacht verschynen?
K. Vraagt gy dat? ach! uw afzyn baart my pynen,
Sint gy me deed in liefde kwynen.
Ook vind ik my verpligt, wyl ik op ’t bal en feest,
(Waar dat wy gist’ren zyn geweest,)
Van in uw dienst had de eer te weezen aangenoomen,
Te vraagen, of die vreugde u ook is wel bekoomen?
M. ô! Gy verpligt my heel en al;
En myn bekoorlykheid verliest niet by het bal:
Kunt gy iets in de trekken van myn weezen
Verandert zien? zeg, zyn die niet gelyk voor dezen?



008310 - [Hermanus Benjamin] (naar het Frans van Nicolas Drouin dit Dorimond) - De minnaar van zyne vrouw. 1743




008320 - H. van den Berch - Slecht rouw, ontwerp, speel-wijs verclaert, / Tot eer van die volchden ons Chaert, / Daar redens-const, dees gheesten Leyden, / Om thoonen so, den rechten Aert / Van Liefd en Vree, t’gheen onbeswaert / De waen, van t’waer doet onderscheyden. 1614




008330 - Joris Berckmans - Uut ionsten versaemt. Absalom droeff-eyndich-treur-spel, sal verthoont worden door d’ongeleerde tot Lier, anno 1643. Den [16] augusti. Op den reghel: de sond’ heeft die natuer eersucht heeft dijen aerdt dat veel tijts hunnen vrient, in d’leste qualijck vaert. Toe-ghe-eyghent aenden edelen en[de] wel-geboren heere H. Erasmus vander Dielft van ten Broeck, &c. Door Ioris Berckmans [...] 1643




008340 - Joris Berckmans - Alphonsius en Iennevera. 1639




008350 - Joris Berckmans - Alphonsus en Genevera. 1639 ca.




008360 - Joris Berckmans - Amon. 1642




008370 - Joris Berckmans - Uut ionsten versaemt. D’ongeleerde van Lier sullen spee[l]wijs verthoonen het droef-eyndich-treur-spel, van Amon Den [3] februarij anno 1642. Op den reghel: Al ist Godt de sond’, terstont niet en castij [...] Hy straft die even wel op den bequaemen tijt. 1642




008380 - Joris Berckmans - Captas. 1639




008390 - Joris Berckmans - Cara. 1648




008400 - Joris Berckmans - Cara. 1648




008410 - Joris Berckmans - Constans. 1651




008420 - Joris Berckmans - Dido en Hyarba. 1636




008430 - Joris Berckmans - Dido en Hyarba. 1636




008440 - Joris Berckmans - Edissae. 1649




008450 - Joris Berckmans - Esther. 1649




008460 - Joris Berckmans - Iephte. 1637




008470 - Joris Berckmans - Joseph. 1647




008480 - Joris Berckmans - Joseph. 1647 ca.




008490 - Joris Berckmans - Den koninglijken Propheet David. 1643




008500 - Joris Berckmans - Lust breckt rust, Captas coninck van Lemba. 1639




008510 - Joris Berckmans - Anno 1669. Pitias en[de] Philotis blij-eyndich-treur-spel, verthoont binnen Lier door de lieffhebbers vande gulde van S. Anna, ghenoemt de Iennette oft dongeleerde. Door I.B. Hooft-prince ... 1669




008520 - Joris Berckmans - Stabilitas. 1644




008530 - Joris Berckmans - Uut ionsten versaemt. Stabilitas blij-eyndich-treur-spel, sal verthoont worden door d’ongeleerde tot Lier, den [3] mey 1644. Op den reghel: die strijden teghen ’t quaet, en bouwen op de deught, al lijden sy verdriet, het eynde hun verheught. 1644




008540 - Joris Berckmans - Suavitas. 1643




008550 - Joris Berckmans - Suavitas. 1643




008560 - Adriaen van den Bergh (naar het Engels van Thomas Kyd) - Don Jeronimo, marschalck van Spanjen. 1638
Dat de rechtveerdigheyt in ’t end met goude kroonen



008570 - Adriaen van den Bergh (naar het Engels van Thomas Kyd) - Don Jeronimo, marschalck van Spanjen. 1644
Hoe dat Rechtveerdigheit in ’t end met goude Kroonen
En Scepters, deughd beloont, dat kanmen nu betoonen,
En ’t blijckt hier openbaer: Jeronimo, ghy weet
Dat ick dit oorlogh heb begonnen, doch met leet,



008580 - Adriaen van den Bergh (naar het Engels van Thomas Kyd) - Don Jeronimo, marschalck van Spanjen. 1662




008590 - Adriaen van den Bergh (naar het Engels van Thomas Kyd) - Don Jeronimo, marschalck van Spanjen. 1665 ca.




008600 - [Adriaen van den Bergh] (naar het Engels van Thomas Kyd) - Don Jeronimo, marschalck van Spanjen. 1669
Dat de Rechtveerdigheit in ’t end met goude kroonen
En scepters, Deugd beloont, dat kan men nu betonen,
En ’t blijckt hier openbaer: Ieronimo, ghy weet
Dat ik dees oorlog heb begonnen; dog met leet,



008610 - Adriaen van den Bergh (naar het Engels van Thomas Kyd) - Don Jeronimo, marschalck van Spanjen. 1678
Dat de rechtveerdigheyt in ’t end met goude kroonen
En scepters, Deugd beloont, dat kan men nu betoonen,
En ’t blijckt hier openbaer: Jeronimo, gy weet
Dat ik dees Oorlog heb begonnen, dog met leet,



008620 - [Adriaen van den Bergh] (naar het Engels van Thomas Kyd) - Don Jeronimo, maerschalck van Spanjen. 1683
Dat de rechtveerdigheyt in ’t end met goude kroonen
En scepters, Deugd beloont, dat kan men nu betoonen,
En ’t blijckt hier openbaer: Jeronimo, gy weet
Dat ik dees Oorlog heb begonnen, dog met leet,



008630 - Adriaen van den Bergh (naar het Engels van Thomas Kyd) - Don Jeronimo, maerschalck van Spanjen. 1700 ca.




008640 - [Adriaen van den Bergh] (naar het Engels van Thomas Kyd) - Don Jeronimo, maerschalk van Spanjen. 1713
Dat de rechtveerdigheit in ’t end met goude kroonen
En Scepters, deugd beloont, dat kan men nu betoonen,
En ’t blijkt hier openbaer: Jeronimo, gy weet,
Dat ik den Oorlog heb begonnen, doch met leet,