Willem Geest: Aldegonda en Barsime. Amsterdam, 1663.
Uitgegeven door EDITEUR
Red. dr. A.J.E. Harmsen, Universiteit Leiden.
Ceneton02834
In deze uitgave zijn evidente zetfouten gecorrigeerd en gemarkeerd met een asterisk.

Dit is een onderdeel van de Ceneton Groeipagina. Van dit toneelstuk moeten nog alle pagina’s gedaan worden.

Continue

ALDEGONDA

En

BARSIME,

Of

Dubbelde ontschakingh.

DROEF BLY EYNDENT SPEL.

Door

W.G.

Dees vliet uit suiv’re min haer staet en vaderlant.
Sy waent op ’t spits van eer te stijgen door haer schant.

[Vignet: Typografisch ornament].

t’AMSTERDAM.

Voor de Wedduwe van ABRAHAM de WEES, op den
Middeldam, in ’t Nieuwe Testament. 1663.


Philappiam, Baron van Vranckrijk vader van Aldegonda,
Loysa, Gemalin van Philappiam haer moeder.
Victor, haer broeder.
Aldegonda, dochter van Philappiam en Loysa.
Metel, een arm Edelman,
Thrasice, een jong Ridder,
Epolon, een rijcken grysaert,
} minnaers van Aldegonda.
Barsime, een jonge weduwe.
Bisschop, van het St. Augustijner kloster.
Klenardo, dienaer van Philappiam.
Florentio, dienaer van Tharsice.
Frederico, dienaer van Epolon.

Wat baet de Voesterliên van Mavors steets te slapen,
En snorcken onvermoeyt in klem van ’t stale wapen?
War baet het dat men lijck op lijck gestapelt heeft?
De vyanden vernielt? wat baet het dat men leeft
Als werelt Goden van een ieder aengebeden?

Continue